Nieuws Mens en Macht

“Patroon van extreem politiegeweld” in Nederland

Interview Nils Melzer
💨

Datum: 3 februari 2022
Mens en Macht

Elze van Hamelen

Elze van Hamelen

Na het zien van beelden van politiegeweld tijdens een coronaprotest in Amsterdam sprak Nils Melzer, VN-rapporteur over marteling, zich scherp uit op social media. Politievakbonden reageerden verontwaardigd, maar Melzer blijft bij zijn standpunt: er wordt hier buitenproportioneel geweld toegepast, en dit gaat niet slechts om individuele voorvallen, maar om een systemisch probleem.

Nils Melzer waarschuwt voor het gevaar van escalatie. Dit jaar zal hij Nederland bezoeken voor een onderzoek naar het politiegeweld. De Andere Krant sprak hem in een video-interview over zijn reactie op de beelden en over wat we van dit onderzoek kunnen verwachten.

Je reactie op de beelden van politiegeweld was zeer uitgesproken. Als rapporteur die onderzoek doet naar martelingen zul je wel gewend zijn aan schokkende beelden. Waardoor reageerde je zo sterk op deze video’s?

Inderdaad, vanuit mijn werk ben ik met regelmaat geconfronteerd met het gebruik van geweld door militairen, politiekorpsen en met situaties die variëren van reguliere wetshandhaving tot regelrechte oorlog. Dus inderdaad, ik heb vaak video’s, geschreven rapporten en getuigenissen van geweld gezien. Met die ervaring ontwikkel je een sensitiviteit – waardoor je snel ziet wanneer de toepassing van geweld een grens overschrijdt. Als ik kijk naar ­het politietoezicht bij ­politieke bijeenkomsten beoordeel ik, is dit geweld noodzakelijk, en is het proportioneel?

Geweld – zelfs extreem geweld, is in bepaalde situaties geoorloofd. Maar, wat iemand ook fout heeft gedaan, of het nu iemand is die protesteert, of zelfs een terrorist of een moordenaar: op het moment dat ze overmachtigd en dus weerloos zijn, mag je geen geweld meer toepassen. Je mag handboeien omdoen, de persoon arresteren, in de auto zetten, naar de gevangenis brengen of naar de rechtbank, en je rapporteert wat ze fout hebben gedaan. Of het toepassen van geweld legitiem is of niet, is altijd afhankelijk van de noodzakelijkheid ervan om een rechtmatig doel te behalen. En zelfs dan moet het geweld in proportie staan tot de schade die je ermee probeert te voorkomen. Tegelijkertijd is het ­belangrijk begrip te hebben voor het feit dat agenten vaak onder grote stress werken, en daar rekening mee te houden.

Maar, wanneer je kijkt naar het beeld dat ik retweette, dan is het duidelijk dat die persoon weerloos op de grond ligt. Hij gebruikt geen geweld, is niet bedreigend, en verzet zich niet. Hij probeert niet te ontsnappen, hij probeert zich alleen te verdedigen tegen twee agenten die meedogenloos op hem inslaan. Ze gebruiken hun wapenstokken om met­ ­volle kracht te slaan, op het hoofd en in de nek, wat heel gevaarlijk kan zijn en zelfs ­levensbedreigend. Dan ­­trekken ze een hond naar hem toe die hem bijt. Terwijl hij niet probeert te ontsnappen.

Voor iemand met mijn ervaring is het heel duidelijk dat deze agenten ontspoord zijn. Er is geen legitiem doel voor dit geweld. Daarom was ik zo uitgesproken. Zelfs voor mensen die geen ervaring hebben in het ­evalueren van geweld was het duidelijk dat dit niet gerechtvaardigd was en dat het niets te maken heeft met politiewerk. En ook al zijn de agenten voor dit ­incident uit maart 2021 vervolgd, ­tijdens het protest in januari 2022 ­zagen we dezelfde tactieken – het slaan met ­wapenstokken en gebruik van ­honden om mensen die niet gewelddadig zijn te bijten. Het lijkt erop dat er nog geen les uit getrokken is.

Ik heb in zoveel situaties gewerkt, zoals bijvoorbeeld de Arabische ­lente, waar het begint met dit soort excessief geweld. Op een bepaald moment komt er dan een breekpunt en begint de bevolking zich te organiseren, en bewapenen, en ­reageert dan met gewapend geweld. Ik was daar oprecht bang voor na het zien van de beelden in Nederland. Je weet nooit precies wanneer je dat punt bereikt, maar ik wilde me hier onmiddellijk over uitspreken, en aangeven dat de VN hierover contact zoekt met de autoriteiten.

In de media, en ook van medeburgers hoor ik vaak de reactie ‘dan hadden ze daar maar niet moeten zijn, de politie heeft het recht geweld te gebruiken’.

Ja, dat klopt. Er is een demonstratie die verboden is en de overheid heeft het recht en de taak maatregelen te nemen tijdens een pandemie. Maar kijk, als je je auto verkeerd parkeert, mag de politie je wegslepen, maar niet in elkaar slaan. Dus, wat proberen we hier precies te bereiken? Welk gevaar proberen we te bezweren? Het is anders wanneer demonstranten politie aanvallen, dan hebben ze het recht zich te verdedigen. Dat is niet wat ik op veel van deze video’s zag, waarin agenten mensen op de grond gooien omdat ze met hen discussiëren. Ze waren niet bedreigend, ze gebruikten geen wapens en probeerden niet te ontsnappen. Ze worden heel gewelddadig benaderd.

Dit is een patroon dat we ook in Duitsland zien en Australië, en het is echt zorgwekkend in Frankrijk. Het is een verontrustende trend in Westerse democratieën, omdat het de relatie tussen autoriteiten en ­burgers schaadt. Ook al is de politie nu sterk, het is een kwestie van tijd tot burgers denken, de politie ziet ons als vijand, en op dat moment kunnen zaken erg snel escaleren. Dit valt onder marteling, en daarom riep ik op tot vervolging van de betrokken agenten. Niet tot veroordeling, dat is aan de rechter.

In je commentaar op de video’s gaf je ook aan dat het een systemisch probleem is. Op basis waarvan trok je die conclusie? En hoe ga je daar mee om? Want dan heeft het minder zin slechts individuen te veroordelen.

Precies. En dit probleem ben ik in mijn werk vaak tegengekomen. Het is iets wat alleen mogelijk is in een omgeving die het toestaat, daarom moet je in zo’n geval het systeem onderzoeken. In de video zie je veel agenten toekijken, of ­deelnemen, ernaartoe lopen, en dan weer weglopen. Ze grijpen niet in. Uit die ­context is het duidelijk dat dit ­geweld getolereerd wordt binnen de ­politie, door hun collega’s. Dan is er de ­beruchte scène van een vrouw die langs het waterkanon loopt, en het kanon rechtstreeks op haar wordt gericht, ze tegen een ­betonnen muur aanslaat en haar schedel breekt. Ze was zwaargewond, maar niemand kwam haar helpen. Dus ze moest zelf weglopen en naar het ziekenhuis gaan. Dat bedoel ik met een ­systemisch probleem: een patroon van extreem geweld, dat lijkt ­getolereerd te ­worden omdat ­omstaande agenten niet ingrijpen. Het is de taak van agenten iemand te helpen die gewond is geraakt door hen. Het is geen oorlogs­situatie. Maar zo gedragen ze zich, ­alsof ze in oorlog zijn en de gewonden ­kunnen laten liggen. Ik kan geen ­definitieve inschatting maken, maar deze ­overwegingen spelen mee.

Het is een systemisch probleem en het is niet beperkt tot Nederland. We zien het in veel Westerse landen en het baart me zorgen. Er is een ­reëel potentieel tot escalatie en conflict, en ik denk dat de autoriteiten zich niet realiseren dat ze met vuur ­spelen. Ze moeten erg voorzichtig zijn niet het vertrouwen van het volk te verliezen, zelfs als het even niet lukt de wet te handhaven. Als er 20 mensen samenkomen, en het is verboden, dan kun je politie erop afsturen. Maar als er 5000 mensen zijn, en families met kinderen, dat is een duidelijk geval van burgerlijke ongehoorzaamheid. Ja, het is onwettig. Maar dit probleem kun je niet met geweld onderdrukken. Dus het is ook niet eerlijk ten opzichte van de politie om hen op te dragen 5 of 10 of 15 duizend mensen met geweld uit elkaar te drijven. Als er zoveel ­mensen ongehoorzaamheid tonen, dan is het een communicatie­probleem dat politiek opgelost dient te worden, en niet via de politie.

Wat kunnen we van het onderzoek verwachten?

Het VN-bezoek is al aangekondigd, en de Nederlandse overheid heeft het verzoek geaccepteerd. Tijdens het bezoek zal ik me erg richten op het zoeken van een dialoog met ­politieke en politieautoriteiten, ­burgers die aan protesten ­deelnemen, en ­familie van slachtoffers. In mijn voorbereiding ga ik na welk beleid er is, wat de reglementen zijn voor het ­inzetten van geweld, welke ­instructies ­worden gegeven en hoe de politie wordt getraind. Wat je in Westerse democratieën vaak ziet, is dat de ­regels goed zitten, maar dat het aan de implementatie en interpretatie in de praktijk schort. De politievakbonden hebben geklaagd over dit ­onderzoek, maar ik zou ze graag laten weten dat ik naar een dialoog op zoek ben, en dat ik geen roze bril op heb over de aard van het werk. Ik weet waarover ik spreek, en ik denk dat er hier echt een probleem bestaat.


Bekijk het interview via ons Youtube kanaal

Bio Nils Melzer

Professor Nils Melzer is VN rapporteur op het gebied van marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf. Hij is hoogleraar bij de academie voor internationaal recht en mensenrechten in Geneve, en professor Internationaal recht aan de universiteit van Glasgow. Hij verwierf internationaal bekendheid nadat hij in zijn hoedanigheid als rapporteur de zaak van Julian Assange onderzocht. Hierover schreeft hij het boek ‘The Trial of Julian Assange, a Story of Persecution’, dat in februari verschijnt.


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.