De Andere Krant Media

Dat we ons met De Andere Krant kritisch opstellen
tegenover de bestaande media behoeft geen uitleg. Dat
we kritisch gevolgd worden door deze mediapartijen is
dan ook logisch en hoort bij een divers medialandschap.
Wat we echter merken, is dat de aandacht die we krijgen
weinig tot nooit over de inhoud van onze krant gaat.
Het hebben van een andere mening wordt verdacht
gemaakt. NRC heeft middels verschillende artikelen een
connectie tussen De Andere Krant en Rusland proberen
aan te tonen. Ondanks dat er geen enkel bewijs wordt
geleverd, nemen andere mediapartijen dit framen
over. In deze editie reageren we op de fabeltjes
die NRC schrijft over De Andere Krant (en waarom
NRC volgens ons kwalificeert als de fabeltjeskrant).
Verder
kunt u in deze editie lezen hoe volgens ons het
medialandschap zo geworden is als het nu is. Met medewerking van Eric van de Beek, Cees Hamelink, Willy van Damme, Ulrich Mies en meer. In het
hoofdredactioneel verklaren we ons nader over deze editie.
De Andere Krant Media is te bestellen via deze pagina. De PDF van de krant wordt spoedig gepubliceerd.
In onderstaand gesprek bespreekt de hoofdredacteur Sander Compagner deze editie.
Van de Redactie
Mijn persoonlijke motivatie om De Andere Krant uit te geven ontstond in 2014. Nadat uitkwam dat Nederland onder valse voorwendselen de oorlog met Irak was ingerommeld ben ik gaan twijfelen aan de berichtgeving in Nederlandse (en internationale) media. Door de onderwerpen die we met deze krant behandeld hebben (Rusland, het Financiële systeem, 911, Gezondheid, MH17, Vrijheid, Covid-1984) ontdekte ik dat de Irak oorlog niet op zichzelf stond. Met onze edities van De Andere Krant tonen we aan dat er veel meer perspectieven zijn met betrekking tot deze dossiers. Een krant waarin we het fenomeen media zelf (en daarbij ook onze motivatie) duiden, kon niet uitblijven.
Dat we ons met De Andere Krant kritisch opstellen tegenover de bestaande media behoeft geen uitleg. Dat we kritisch gevolgd worden door deze mediapartijen is dan ook logisch en hoort bij een divers medialandschap. Wat we echter merken, is dat de aandacht die we krijgen weinig tot nooit over de inhoud van onze krant gaat. Het hebben van een andere mening wordt verdacht gemaakt. NRC heeft middels verschillende artikelen een connectie tussen De Andere Krant en Rusland proberen aan te tonen. Ondanks dat er geen enkel bewijs wordt geleverd, nemen andere mediapartijen dit framen over. Op pagina 10 en 11 reageren we op de fabeltjes die NRC schrijft over De Andere Krant (en waarom NRC volgens ons kwalificeert als de fabeltjeskrant).
Naast het frame van de “Russische desinformatie” worden kritische volgers van onze overheid, instanties en media ook weggezet met het frame “complotdenker”. Deze complotdenkers zijn volgens commentaren in de reguliere media nationalistisch, op zoek naar vastigheid, naar zingeving. “Complotdenkers proberen in een ingewikkelde wereld middels allesomvattende theorieën weer grip op de werkelijkheid te krijgen”, lezen we, opgetekend uit de mond van een socioloog.
Sinds ik met deze krant begon (en al even daarvoor) begeef ik mij in deze zogenaamde ‘complotwereld’. Wat ik in die wereld tegenkom, is een open en kritische houding, kritisch, zowel op de berichten van de reguliere media maar ook op alle berichten die via de alternatieve media naar buiten worden gebracht. Na de ontdekking dat iets waar ik geloof aan hechtte, diametraal anders in elkaar bleek te zitten, pas ik wel op om zomaar achter een andere ‘waarheid’ aan te lopen. Deze houding, van twijfel, kritisch denken en alles bevragen, is volgens mij exemplarisch voor de zogenaamde complotdenker. Zelf hoop ik zowel van iedere journalist als van iedere lezer en burger een kritische houding te zien. Waar begint het onderzoek van de journalist die complotten afwijst?
De berichtgeving in de media over de zogenaamde complotdenkers zorgt momenteel voor verwijdering. Er lijken steeds meer twee groepen te ontstaan. De zogenaamde complotdenkers tegenover de volgers van de reguliere media. Dat wij met onze krant en ik dus ook persoonlijk bijdraag aan deze verwijdering is, wat mij betreft een ongewild bijeffect van onze krant. Contacten tussen vrienden en binnen families komen onder druk te staan, simpelweg omdat de één er een andere mening op nahoudt dan de ander.
Door media als de onze als staatsgevaarlijk te typeren – tijdens een Radio1 verslag over De Andere Krant werd de AIVD gebeld met de vraag of we staatsgevaarlijk waren – wordt een uiterst bedenkelijke sfeer gecreëerd waar we in een samenleving verre van moeten blijven. In een democratie moet de macht kritisch gevolgd worden en mag een systeem (of de wording van een systeem) ter discussie gesteld worden. In een open samenleving zou dit, zolang het doel van de criticasters een vrije en open samenleving is, juist toegejuicht moeten worden.
Zelf lees ik nog steeds de reguliere kranten en ik weet dat heel veel journalisten daar met de beste bedoelingen aan het werk zijn. Mijn oproep aan deze journalisten is om met ons en andersdenkenden het gesprek aan te gaan, op inhoud. Het buitensluiten van groepen mensen vanwege denkbeelden is een democratie onwaardig en op den duur gevaarlijk. Heel veel Nederlanders hechten geloof aan wat de mainstream media rapporteren. Als daarin geschipperd wordt met de waarheid is de onafhankelijkheid en daarmee de geloofwaardigheid zoek.
Van ons kunnen jullie verwachten dat we kritisch blijven en met open vizier de (verbale) strijd aangaan en altijd zullen open staan voor gesprek. Er is bij De Andere Krant, en bij onze collega’s, geen behoefte aan op de man of vrouw spelen.
In deze editie kunt u lezen hoe volgens ons het medialandschap zo geworden is als het nu is. Graag horen we van u – lezer en journalist – uw inhoudelijke kritiek. Wij blijven ons hoe dan ook inzetten en hardmaken voor een open samenleving.
Bestellen