“Hitler door Amerikanen en Britten aan de macht geholpen”
Karel Beckman | Datum: 7 augustus 2025
Schotse onderzoeker jim macgregor zet geschiedenis op zijn kop met schokkende onthulling
Adolf Hitler is vanaf het begin van zijn carrière in de jaren ’20 heimelijk gesteund door de Amerikaanse en Britse regering. Zij deden dat, omdat ze wisten dat Hitler erop gebrand was Rusland aan te vallen. Ze maakten hem wijs dat zij een Duitse aanval op Rusland zouden steunen. In werkelijkheid wilden zij door een Duitse oorlog tegen Rusland te ontketenen, beide landen verzwakken.
Schotse onderzoeker Jim MacGregor in zijn samen met John O’Dowd geschreven boek, Two World Wars and Hitler, dat eerder dit jaar uitkwam. Hij betoogt aan de hand van uitgebreid bewijsmateriaal dat de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten Hitler al vanaf 1922 in beeld hadden en hem steunden in zijn politieke ambities. Sleutelfiguur in dit complot was Ernst Hanfstaengl, een kunsthandelaar met een Amerikaanse moeder en Duitse vader, die in 1922 neerstreek in München en tot 1937 nauw persoonlijk contact had met Hitler. Volgens MacGregor werkte Hanfstaengl, die afkomstig was uit een uiterst invloedrijke familie en connecties had in de hoogste Amerikaanse kringen — tot de presidenten Theodore Roosevelt en Franklin Delano Roosevelt aan toe — als geheim agent voor de Amerikanen en Britten.
MacGregor gaat als eerste historicus uitgebreid in op de intieme relatie tussen Hanfstaengl en Hitler in de jaren ’20. De Amerikaan, kort daarvoor nog een van de populairste studenten op Harvard, kind aan huis bij de allerrijkste Amerikaanse families, ontfermt zich over Hitler als die nog niet veel meer is dan een marginale politieke activist, die opruiende speeches houdt in bierhallen in München. Hanfstaengl en zijn mondaine echtgenote ontvangen de berooide Hitler, die met zijn Duitse herder Wolf in een haveloze kamer woont, in hun ruime huis in München en introduceren hem in de betere kringen, schrijft MacGregor. In 1923 bevindt Hanfstaengl zich dagelijks in het gezelschap van Hitler, die in die tijd steeds vollere zalen begint te trekken. Hanfstaengl steunt Hitler ook financieel. Hij zorgt er onder meer voor dat de Völkischer Beobachter, de populaire krant van de nazi’s, dagelijks kan gaan verschijnen.
Hanfstaengl was volgens MacGregor nauw betrokken bij de mislukte gewapende opstand die Hitler in 1923 trachtte te ontketenen. Hitlers plan was om op een openbare bijeenkomst in München, op 8 november 1923, met zijn nazi-bende de macht te grijpen. MacGregor beschrijft hoe Hitler en Hanfstaengl die avond een pistool in hun zak stoppen en naar de Bürgerbräukeller togen, waar lokale autoriteiten aanwezig zijn. Er stormt een groep nazi’s naar binnen, Hitler springt op een stoel, vuurt zijn pistool af in het plafond en roept de revolutie uit. Het leger en politie blijven echter trouw aan de autoriteiten. Bij de gevechten, die tot de volgende dag duren, vallen 16 doden onder de opstandelingen en vinden enkele politieagenten de dood. Hitler ontsnapt en vlucht naar het landhuis van Hanfstaengl, waar diens vrouw hem verbergt op zolder. Een dag later wordt hij daar door de politie gevonden en gearresteerd. Hanfstaengl zelf is naar Oostenrijk gevlucht.
Hitler krijgt een gevangenisstraf van vijf jaar, waarvan hij minder dan een jaar uitzit. Hanfstaengl bezoekt hem regelmatig in de gevangenis, schrijft MacGregor, en helpt hem zelfs bij het schrijven van Mein Kampf. Nadat Hitler op 20 december 1924 wordt vrijgelaten, gaat hij als eerste naar Hanfstaengls villa — in een splinternieuwe Mercedes die hij heeft aangeschaft terwijl hij nog in de gevangenis zat. Kerst 1924 brengt hij door bij de Hanfstaengls. In de jaren daarna blijft Hanfstaengl zijn protégé op allerlei manieren steunen. Hij brengt hem Amerikaanse public relations-technieken bij. In 1930, als er nieuwe verkiezingen zijn uitgeschreven, vergezelt Hanfstaengl Hitler op zijn verkiezingscampagne in het hele land. De nazi’s behalen 18,3 procent van de stemmen. Hanfstaengl wordt aangesteld als woordvoerder van Hitler voor alle buitenlandse pers.
Op 28 januari 1933 neemt Rijkspresident Paul von Hindenburg het noodlottige besluit Hitler te benoemen tot bondskanselier. Als Hitler wordt geïnstalleerd, speelt de nazi-band onder meer het nummer Young Heroes, gecomponeerd door de muzikaal begaafde Hanfstaengl. Omdat de nazi’s geen meerderheid hebben in het parlement (ze hadden bij verkiezingen in 1932 30 procent van de stemmen gehaald), schrijft Hitler voor 5 maart alweer nieuwe verkiezingen uit. Dat lijkt riskant, maar Hitler heeft een plan. Op 27 februari 1933 gaat de Rijksdag in vlammen op. Die gebeurtenis wordt door Hitler aangegrepen om de democratie af te schaffen. Hij geeft de communisten de schuld, laat duizenden oppositieleden arresteren en voert een noodwet door die hem de macht geeft kritische kranten en tijdschriften te verbieden en andere grondrechten met voeten te treden. De meeste historici zijn het er inmiddels wel over eens dat de Rijksdag-brand een valse vlag was: het werd door de nazi’s zelf gedaan. Ze zouden daarbij gebruik hebben gemaakt van een tunnel die liep van het Paleis van de President van de Rijksdag — op dat moment de nazi Hermann Goering — naar het parlementsgebouw. Volgens MacGregor is er bewijs dat Hanfstaengl een belangrijke rol speelt in de actie. Hij is aanwezig en zou deels de leiding hebben gehad. De westerse inlichtingendiensten weten maar al te goed wat er speelt. Eind maart 1933 bezoekt de onderdirecteur van de Britse inlichtingendienst MI5, Guy Lidell, Berlijn en verblijft tien dagen bij Hanfstaengl. Hanfstaengl reist in deze periode regelmatig naar Engeland waar hij contacten heeft in de top van de Britse politiek en inlichtingendiensten.
Ondanks dat Hitler zijn terreur in snel tempo opvoert — joden en zigeuners wordt hun staatsburgerschap ontnomen, er wordt vanaf juli 1934 een gedwongen sterilisatieprogramma opgezet voor onder meer geestelijk en lichamelijk gehandicapten en overal in het land verrijzen concentratiekampen — weet hij zich in die tijd volop gesteund door het Westen. MacGregor beschrijft hoe Britse piloten in juni 1933 naar Duitsland vliegen voor een goodwill visit. Piloten van de Luftwaffe brengen een tegenbezoek aan Londen waar ze worden onthaald op een cocktailparty in de RAF Club in Piccadilly. Het zijn maar enkele voorbeelden van de vele innige contacten tussen de Britten en de Duitsers. In het najaar van 1937 maakt Edward, de hertog van Windsor, nog een ‘grand tour’ door Duitsland, waar hij Himmler, Goebbels en Hess bezoekt. Tegelijkertijd ontvangt Hitler omvangrijke steun van Amerikaanse industriëlen en geldmagnaten. Amerikaanse concerns helpen Hitlers oorlogsmachine bouwen en westerse bankiers bieden financiële steun, onder meer via de in 1930 opgerichte Bank for International Settlements (BIS), de bank van de centrale banken. De grote Britse en Amerikaanse mediaconglomeraten dragen een steentje bij door over het algemeen een rooskleurig beeld te schetsen van het Hitler-regime. In 1934 bezoekt mediamagnaat William Randolph Hearst zijn goede vriend Hanfstaengl in Duitsland. Hanfstaengl publiceert daarop een interview met hem in de Völkischer Beobachter, waarin Hearst Hitler lof toezwaait als de leider van ‘all liberty-loving people’.
De westerse steun aan Hitler blijft niet onopgemerkt bij het publiek. Dat blijkt bijvoorbeeld als Hanfstaengl in juni 1934 toestemming krijgt van Hitler om naar de VS te reizen voor een Harvard-reünie. Hij wordt in de haven van New York opgewacht door een paar duizend demonstranten, die borden omhoog houden met teksten als Oust Nazi Hanfstaengl en Ship the Hitler Agent Back. Ook tijdens de reünie in Boston zijn er protesten. Het belet President Roosevelt niet Hanfstaengl een telegram te sturen om hem een prettig verblijf toe te wensen.
Wat de demonstranten niet beseffen, schrijft MacGregor, is dat Hanfstaengl een Amerikaanse geheim agent is, die zich in Duitsland bevindt met een heel specifieke missie. Die missie is weer onderdeel van het grotere, geheime beleid dat het Westen voert ten aanzien van Hitler. Dat beleid is er consequent op gericht Duitsland aan te zetten tot een aanvalsoorlog tegen Rusland. De westerse strategie is volgens MacGregor gebaseerd op het idee, voor het eerst verwoord door de Britse geograaf Halford Mackinder in een lezing in 1904, dat er geen grotere bedreiging is voor de westerse wereldhegemonie dan een samengaan van Rusland en Duitsland. Als die twee landen samen het Euraziatische ‘heartland’ controleren, dan zouden zij, en niet de Britten en Amerikanen, de belangrijkste wereldmacht vormen. Het westerse beleid is er tot op de dag van vandaag op gericht dat te voorkomen, stelt MacGregor.
MacGregors visie zet de gevestigde interpretatie van de geschiedenis op zijn kop. In onze geschiedenisboeken wordt ervan uitgegaan dat het Westen van meet af aan tegenover het nazisme stond, hoewel historici wel altijd kritisch zijn geweest op de vele concessies die het Westen deed aan Hitler in de jaren ’30. Deze appeasement-politiek mondde uit in de beruchte conferentie in München in 1938 waarop de Britse premier Neville Chamberlain de Duitse annexatie van het Sudetenland goedkeurde. Historici gaan ervan uit dat ‘appeasement’ was bedoeld om oorlog te voorkomen, terwijl het in de praktijk Hitler juist aanmoedigde om zijn agressie uit te breiden. Volgens MacGregor is dat een misvatting. Het was volgens hem nooit de bedoeling van ‘appeasement’ om oorlog te voorkomen, maar juist oorlog te veroorzaken. Dat de westerse leiders door hun steun aan Hitler in hoge mate verantwoordelijk waren voor de terreur die hij veroorzaakte, alsmede voor de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, namen zij op de koop toe. Hun doel was niet vrijheid, vrede of rechten, stelt MacGregor, maar wereldhegemonie.
Noot: Dr. Jim MacGregor, dr. John O’Dowd, Two World Wars and Hitler — Who Was Responsible? Anglo-American Money, Foreign Agents and Geopolitics, 2005, uitgeverij Trine Day. Een Nederlandse vertaling van het boek is in voorbereiding.
Jim MacGregors belangstelling voor de twee Wereldoorlogen werd gewekt tijdens zijn jeugd. MacGregor (1947) groeide op tussen de oorlogsveteranen op het terrein van een ziekenhuis en revalidatiecentrum voor gewonde oorlogsveteranen in Glasgow. Zijn vader raakte op 22-jarige leeftijd gewond bij een explosie op een oorlogsschip in 1942 en kampte de rest van zijn leven met zwaar beschadigde longen. MacGregor praatte veel met de veteranen over wat zij hadden doorgemaakt. “I loved these guys”, zegt hij in een video-interview met De Andere Krant. “Het waren helden voor mij.”
Als hij zich tijdens zijn studie medicijnen in Glasgow in de geschiedenis verdiept, slikt hij in eerste instantie het standaard verhaal dat wordt verteld door westerse historici, die de evil Germans de schuld geven van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. Later ontdekt hij de ‘revisionistische’ Amerikaanse historici zoals Harry Elmer Barnes en Sydney B. Fay, die aantonen dat de Britten en Fransen minstens zo schuldig waren aan de Eerste Wereldoorlog. De Britten stuurden volgens deze historici bewust aan op oorlog met Duitsland, dat zij zagen als de grote rivaal voor de wereldheerschappij. “Dat leidde bij mij tot cognitieve dissonantie”, vertelt MacGregor. Dan laat iemand tegen hem de naam Carroll Quigley vallen, de historicus die in zijn postuum gepubliceerde The Anglo-American Establishment (1981) het bestaan onthult van een geheim genootschap van Britse en Amerikaanse imperialisten die achter de schermen het westerse buitenlandse beleid aansturen. Initiator is de legendarische zakenman Cecil Rhodes, naar wie Rhodesië is vernoemd, die in 1891 een genootschap opricht, The Society of the Elect, dat het fundament vormt van het heimelijk verbond van politici en zakenmensen dat tot op de dag van vandaag aan de touwtjes trekt in de westerse wereld.
De diep-racistische Rhodes en zijn companen beschouwen de Angelsaksische cultuur als superieur en zien zichzelf als natuurlijke leiders die bestemd zijn om de wereld te regeren. De Rothschild-bankiers worden direct bij de samenzwering betrokken en via de aan Rothschild gelieerde Amerikaanse bank J.P. Morgan slagen zij erin controle te krijgen over een groot deel van de Amerikaanse industrie en het bankwezen. In 1913 richtten ze de Federal Reserve op in de VS, dat hen ongekende macht geeft over het geldsysteem. Hun doel was volgens Quigley “niets minder dan de creatie van een wereldwijd systeem van financiële controle in particuliere handen, waarmee alle landen op feodale wijze konden worden bestuurd op basis van geheime overeenkomsten”.
Het werk van Quigley maakt grote indruk op MacGregor. “He blew me away.” Quigley, zegt MacGregor, “laat heel precies zien hoe deze mensen de westerse politiek, media en onderwijs (de geschiedschrijving) controleren. Er begonnen voor mij steeds meer puzzelstukjes op hun plaats te vallen.”
Twee andere belangrijke bronnen voor MacGregor zijn de historicus Antony C. Sutton van Stanford, die een baanbrekende serie boeken schreef over hoe Amerikaanse kapitalisten (Wall Street) niet alleen Hitler steunden, maar ook de Bolsjewistische revolutie en de New Deal van Roosevelt, en professor Guido Preparata. Wat MacGregors boek uniek maakt is zijn uitgebreide portret van Ernst ‘Putzi’ Hanfstaengl, die een cruciale rol speelt in de carrière van Hitler. Hanfstaengl kent iedereen in de Angelsaksische high-society. Hij is bevriend met mensen als John D. Rockefeller, J.P. Morgan en Jacob Schiff — allemaal betrokken bij de oprichting van de Federal Reserve — Theodore Roosevelt en diens zoon Theodore jr., Winston Churchill en diens zoon Randolph, en ga zo maar door. Hij bezoekt regelmatig het Witte Huis. Aan zijn moeders kant stamt af hij van de fabelachtig rijke Sedgwick-clan, een van de invloedrijkste families in de VS. Als student is hij uiterst populair op de elite-universiteit Harvard en zelfs persoonlijk bevriend met de invloedrijke President van Harvard, Charles William Eliot, overtuigd eugeneticus. Van zijn vaders kant heeft Hanfstaengl ook een bijzonder netwerk. Zijn peetvader, Hertog Ernst van Saxe-Coburg-Gotha, is de broer van prins Albert, die in 1840 trouwt met koningin Victoria. Deze hertog is ook een oom van de Duitse keizer Wilhelm II.
Dat uitgerekend iemand met zo’n achtergrond in 1922 neerstrijkt in München en vijftien jaar lang aan de zijde van Adolf Hitler verblijft, met Hitler naar Berlijn trekt en wordt aangesteld als perswoordvoerder van de nazi’s, kan alleen worden verklaard als we ervan uitgaan dat hij is aangesteld als spion, stelt MacGregor. Veel Amerikaanse bezoekers in Berlijn verbazen ze zich over de positie van Hanfstaengl. Zo vraagt Edgar Mowrer, de Berlijnse correspondent van de Chicago Daily, zich af wat zijn rijke landgenoot uitvoert in het gezelschap van de nazi’s. “Dat hij zelf een nazi is, kan ik me niet voorstellen”, schrijft Mowrer.
In 1937, toen Hitler wantrouwig begon te worden, ontvluchtte Hanfstaengl Duitsland. Nadat de VS zich in de oorlog mengde in december 1941, werd Hanfstaengl op uitnodiging van president Roosevelt adviseur in het Witte Huis.
Het lijkt misschien onwaarschijnlijk dat westerse regeringen fascisten als Hitler steunen, maar MacGregor wijst erop dat het geval Hitler niet uniek is. Zo onthulde historicus Peter Martland van Cambridge University in 2009 dat Mussolini al in 1917 op de loonlijst stond van de Britse inlichtingendienst. De Britten betaalden hem maar liefst 100 pond per week, in een tijd dat het gemiddelde inkomen rond de 4 pond per week lag in Italië.
Dat het Angelsaksische establishment er altijd op uit is geweest te voorkomen dat Rusland en Duitsland nader tot elkaar komen, daar is ook genoeg bewijs voor, zegt MacGregor. Als in 1922 Duitsland en de Sovjet-Unie het Verdrag van Rapallo sluiten, op initiatief van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Walther Rathenau, starten westerse inlichtingendiensten onmiddellijk een propagandacampagne. Er duiken allerlei verhalen op in de pers dat Rathenau deel uit zou maken van een joods-communistisch complot en twee maanden later, op 24 juni 1922, wordt hij vermoord. Het verdrag wordt ontbonden.
Volgens MacGregor is er vandaag de dag nog weinig veranderd in de machtsverhoudingen in de wereld. Nog altijd is er een kleine groep van westerse bankiers en volgzame politici die aan de touwtjes trekt, met nog steeds hetzelfde doel: wereldheerschappij. MacGregor: “Zie het westerse beleid ten aanzien van Oekraïne, dat er van meet af aan op is gericht Rusland te verzwakken en een wig te drijven tussen Rusland en Duitsland”. Het lijkt onvoorstelbaar dat westerse bestuurders zo meedogenloos zijn in hun machtsstreven dat zij zelfs bereid zijn iemand als Hitler in het zadel te helpen en te steunen, maar het is helaas de realiteit, zegt MacGregor. “Kijk naar wat er gebeurt in Gaza. Kijk naar Epstein. Mensenlevens tellen niet voor deze lieden. Voor hen zijn wij de great unwashed — het plebs, het klootjesvolk, dat ze schaamteloos misbruiken en uitbuiten.”
De grootste slachtoffers van deze losgeslagen bestuurlijke elite, zegt MacGregor, zijn de verminkte oorlogsveteranen uit zijn jeugd. “Zij dachten dat ze voor een nobel doel vochten. In ieder dorp in het Verenigd Koninkrijk staan monumenten ter hunner ere. Zij hadden alle reden om zich verraden te voelen.”