Skip to main content Scroll Top
Nieuws of Column?:
NIEUWS
Breaker:
-
2025 - Uitgave 51

Hugo Gietelink: “Wie vijandbeelden blijft zaaien, oogst oorlog”

Hendriёlle de Groot | Datum: 26 december 2025

hugo-gietelink-wie-vijandbeelden-blijft-zaaien-oogst-oorlog

Hugo Gietelink en Reinout Koperdraat | mkfotografie

Vrede betekent niet vast blijven zitten in overtuigingen maar een goed gesprek voeren om tot elkaar te komen

Vereniging Hart voor Vrijheid, dat tijdens corona bekend werd met leuzen als ‘liefde, vrijheid, geen dictatuur’, heeft een vredestak opgericht. Iedere laatste zondag van de maand ondersteunen ze bijeenkomsten op de Dam om aandacht te vragen voor misschien wel het belangrijkste thema van deze tijd: vrede. Samenwerken met andere vredesorganisaties blijkt in de praktijk echter lastig, omdat ze al snel in de ‘pro-Poetin’-hoek worden gezet. De Andere Krant ging in gesprek met Hugo Gietelink en Reinout Koperdraat, beiden politicoloog en actief binnen Hart voor Vrijheid.

Veel mensen herinneren zich nog de vrolijke, gele gestifte paraplu’s en de marsen door Den Haag en Amsterdam, georganiseerd door Hart voor Vrijheid. “Dat was een strijd voor vrijheidsrechten, maar ook voor gemeenschapszin. We kwamen in botsing met Big Pharma, Big Tech en een repressieve staat”, vertelt Hugo Gietelink over hoe de vereniging ontstond tijdens het coronaprotest. Hun leus was — en is nog steeds — ‘Vrijheid, liefde, geen dictatuur’. “Dat was voor ons niet zomaar een slogan. We stonden letterlijk met een rood hart. Dat hart stond voor liefde, voor verbinding, voor geweldloosheid, maar wel met een kritische stem.”

Toen vorig jaar het oorlogssentiment toenam, besloot Hart voor Vrijheid opnieuw op te staan en een vredestak op te richten. Zowel Gietelink als zijn compagnon binnen de vereniging Reinout Koperdraat hebben een activistisch verleden. Ze zijn beiden politicoloog en hebben een communistische en socialistische achtergrond. Thuis was politiek het gesprek van de dag. Koperdraat was jarenlang actief bij de SP. “Daar heb ik iets belangrijks geleerd: je moet in de buurten actief zijn”, zegt hij. “Niet alleen praten over mensen, maar met ze omgaan. De oude CPN had dat ook: die zat stevig in de wijken. Die praktische kant van politiek is mij altijd blijven trekken.”

“Ik herken dat”, reageert Gietelink. “Ik heb ook politicologie gedaan, maar ik heb daarnaast gewerkt als docent economie en jarenlang als toeristisch fietsgids, met internationale gezelschappen. Ik heb ongeveer drieënhalf keer de wereld rond gefietst. Daardoor is mijn kijk op het leven veranderd. Mensen hebben voor 99 procent dezelfde behoeftes, waar ze ook vandaan komen. Ze willen vrede, contact, een rechtvaardig bestaan. Een vredige, rechtvaardige wereld is niet door nationaliteit bepaald.”

Zowel Gietelink als Koperdraat waren actief in de jaren ’90, toen de dreiging van de kruisraketten het nieuws domineerde. “Na de jaren ‘80 is het lang stil geweest in de vredesbeweging. Veel organisaties bleven bestaan, maar als massabeweging hoorde je er weinig van. Vorig jaar kwamen vredesclubs, zoals Pax, Kernwapens Weg, Stop de Wapenhandel en Vrouwen voor Vrede weer bij elkaar”, vertelt Koperdraat. “Er is een website opgetuigd: DeNieuweVredesbeweging.nl.” Maar hij ziet ook de nodige problemen. Veel bewegingen zijn relatief klein, en veel mensen worden ouder. “De vraag is dan: hoe maak je daar weer een brede, krachtige beweging van?”

Koperdraat vertelt hoe ze verwoede pogingen hebben gedaan zich aan te sluiten bij de zeventien vredesorganisaties. “We hebben gesprekken gevoerd met mensen die daar een rol in spelen — ik heb bijvoorbeeld Jacob de Jonge (broer van Hugo de Jonge – red.) gesproken, en ook Marijntje Smits van De Vierde Golf.”

Toch werd hun initiatief niet positief ontvangen. “Er waren ook mensen die tegen ons ageerden, alsof wij extreemrechts zouden zijn”, vertelt Koperdraat. “En dat is precies het punt: je krijgt etiketten opgeplakt. In de jaren ’60 werd de CPN al niet vertrouwd: dan was je meteen een Stalinist. Nu ben je een wappie. Uiteindelijk is er twee keer vergaderd en zijn we op basis van gevoelens afgewezen. Jacob zei op een gegeven moment zelfs: “Er zijn te veel gevoelens”.”

Juist vanwege dat soort verschillen moet je “verbinden op hoofdlijnen”, menen de twee activisten. In de jaren ’80 was de hoofdlijn simpel: kernwapens weg. De dreiging was reëel, voelbaar. “Als je elke onderlinge tegenstelling centraal stelt, kom je nooit tot een massa.”

Onder vrede verstaan de mannen: niet vast blijven zitten in overtuigingen maar een goed gesprek voeren om tot elkaar te komen. En dat is nodig. Want in de geschiedenis komen grote omslagen zelden doordat ‘de top’ ineens wijzer wordt, maar doordat ‘onderaan’ een andere stemming ontstaat, die op een dag niet langer te negeren is. Koperdraat wijst op de jaren ‘80, toen het kernwapendebat in Nederland op scherp stond. “In die tijd was de hoofdlijn helder: kernwapens weg. Dan kun je het op allerlei andere punten oneens zijn, maar je bouwt allianties.”

Gietelink: “Ik ben geboren in 1962, dus ik ben opgegroeid in de Koude Oorlog. Wij zijn echt gebrainwashed met het idee dat de Navo voor vrede en veiligheid staat. En nu zie je dat vijandsbeeld weer terugkomen, in een nieuwe vorm.” De oorlog in Oekraïne wordt volgens hem te vaak voorgesteld als een simpel verhaal met één schuldige. “Er is sprake van een proxyoorlog die door wapens van Navo en Rusland wordt gevochten, met het bloed van Oekraïense en Russische mensen. En iedereen is een mensenkind. Iedere gewonde en dode creëert trauma’s.”

Volgens hem gaat het in oorlogen zelden echt om ‘westerse waarden’. “De inzet is niet de vrijheid van meningsuiting of iets dergelijks, maar grondstoffen en afzetgebieden. De truc is dat we continu bang gemaakt worden. Noodpakketten, dreigingen — allemaal angstproductie.” Koperdraat waarschuwt dat discussies erover snel verzanden in cirkelredeneringen. “Mensen blijven hangen in argumenten: ‘Ja maar Poetin is toch begonnen’. Dan krijg je een soort pingpongeffect. Ik vind het belangrijker te kijken naar de houding: kun je nog luisteren, kun je nieuwsgierig zijn, kun je de ander nog als mens zien?”

Die menselijkheid is voor beiden geen abstract ideaal, maar iets dat ook in het dagelijks leven begint. Koperdraat: “De strijd voor vrede vereist ook een strijd met jezelf. Met je identiteit. Met je neiging om je te identificeren. Als je je ergert aan iemand, projecteer je soms iets wat je in jezelf verafschuwt.” Dat vraagt een vorm van innerlijke discipline. “Je moet bij jezelf durven ‘inbreken’. Niet meteen de veroordeling erop plakken. Kwetsbaar durven zijn.” Dezelfde logica ziet Gietelink in internationale verhoudingen. “Wat speelt tussen twee mensen is vaak de sleutel tot wat er in de grote politiek gebeurt. Als ik naast de tuin van mijn buurman sta met een geladen geweer weet ik dat ik die relatie kapotmaak. Je oogst wat je zaait. Andersom werkt het ook, als je iets positiefs doet voor je buurvrouw, creëer je verbinding.”

Vanuit die gedachte pleiten zij voor een andere strategie richting Rusland — een die haaks staat op het dominante sentiment van afsnijden, boycotten en isoleren. “Terug naar de Rusland-relatie betekent: verbindingen herstellen”, zegt Gietelink. “Laat ze meedoen aan het Eurovisiesongfestival. Klinkt klein, maar het gaat om de symboliek: je houdt kanalen open.” Ook culturele uitwisseling en economische banden ziet hij als essentieel. “Hoe meer we economisch van elkaar afhankelijk zijn, hoe minder kwetsbaar we zijn voor het vijandsbeeld. Dan wordt het lastiger om oorlog te verkopen.”

Vrede is geen kwestie van alleen maar minder wapens, maar ook van een samenleving met minder stress, ongelijkheid en vervreemding. “Veiligheid is voor mij niet de opbouw van een militair apparaat,” zegt Gietelink. “Veiligheid is huisvesting, voedsel, werk, basisbehoeften veiligstellen. Onveiligheid ontstaat wanneer basisvoorzieningen worden afgebroken en mensen in permanente stress moeten leven.”

De vraag is dan: waar begin je, als de wereld zo groot en het sentiment zo hard is? Gietelink ziet in apathie de grootste vijand. “Veel mensen zijn het misschien niet eens met oorlogshitserij, maar ze denken: de kaarten zijn toch al geschud. Ik laat mijn dag niet verpesten, ik ga naar het zwembad. Maar waarom is de Berlijnse muur gevallen? Omdat de bevolking zei: het is genoeg. Waarom zijn sociale verworvenheden gekomen — huisvesting, ziekteverzekering, scholing? Omdat mensen opstonden en zich organiseerden. Dat werkt door in het collectieve bewustzijn.”

Daarom blijven zij op de Dam staan. In herhaling en zichtbaarheid schuilt een stille kracht. “Je hoeft niet meteen met tienduizenden te zijn”, zegt Gietelink. Hij noemt het “een vorm van fakkeldragen”. “Je kunt altijd iets doen. Al is het uitspreken dat je het niet eens bent met oorlogshitserij. Het begint thuis, met je kind, met hoe je leert luisteren, meningsverschillen verdraagt en conflicten niet meteen laat escaleren.”

Deel dit artikel:

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.