Essay: Immuun voor klimaatverandering
Marcel Crok | Datum: 22 juni 2025
Wie naar de feiten kijkt, ziet dat niets erop wijst dat klimaat-verandering een gevaar is of gaat worden voor de mensheid
Wie nuchter naar de feiten kijkt, ziet dat niets erop wijst dat klimaatverandering een gevaar is of gaat worden voor de mensheid. Het klimaat is niet extremer geworden en dankzij welvaart en technologie kunnen we ons veel beter wapenen tegen extreem weer. Maar van de VN en het KNMI zul je dit verhaal niet horen.
Onlangs vond landelijk het klimaatexamen plaats, mede mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van de provincies Zeeland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, en diverse partners. Op meer dan honderd locaties kon je examen doen, maar ook online. Ook ik ging terug de schoolbanken in bij, nota bene, een autoverkoper in Lisserbroek. De beste man vertelde mij dat hij jaarlijks flink investeert in ‘duurzaamheid’ en dat hij daarover rechtstreeks rapporteert aan de VN in Genève. Na wat doorvragen bleek het geld voornamelijk te gaan naar een externe consultant, die de jaarlijkse rapportage mocht opstellen.
Het papieren examen bestond uit lappen tekst waarover maar liefst 35 vragen werden gesteld. De deelnemers kregen voor de beantwoording slechts een uur de tijd. Het voelde weer even als vroeger, toen je een paniekaanval voelde opkomen als je zag dat je nog maar een half uur te gaan had, maar nog zoveel vragen. Veel vragen waren veel te moeilijk voor geïnteresseerde leken en ongetwijfeld was dat de bedoeling. U, beste deelnemer, weet veel te weinig van het klimaat, maar gelukkig zijn wij er, de experts. Luister naar ons en het komt allemaal goed, leek de onderliggende boodschap.
Het examen bood een aardig inkijkje in waarmee de experts je op dit moment bang denken te kunnen maken. Achter de vragen schuilde het volgende verhaal: het broeikaseffect is al twee eeuwen bekend en wij als mensen versterken dit met onze uitstoot van CO2. De extra warmte die de aarde daardoor vasthoudt, komt neer op acht Hiroshima-bommen per seconde (geen grap, het stond echt zo geformuleerd in het examen). De gevolgen zijn aanzienlijk, denk met name aan extremen als de overstromingen in Valencia waarbij 232 mensen om het leven kwamen, smeltende gletsjers waardoor de wereldwijde drinkwatervoorziening in gevaar komt, en er gaan kantelpunten overschreden worden (de deelnemers moesten er enkele uitleggen) waardoor sommige veranderingen (denk aan het smelten van de permafrost, waarbij dan weer methaan vrijkomt) onomkeerbaar zullen zijn. Als we niks doen bedraagt de schade aan de economie in 2050 maar liefst 20 procent van het mondiale bnp. Maar gelukkig is er iets aan te doen! Zon en wind worden steeds goedkoper, kolen- en kerncentrales steeds duurder. Je pakt wat vaker de fiets, eet minder vlees, laat dat vliegtuig staan. Het examen eindigde met een bingokaart waarop je moest aangeven wat jij zoal doet voor een ‘beter’ klimaat. Het was de bedoeling dat je voldoende vakjes aankruiste zodat je bingo zou halen. Zucht.
Het klimaatexamen is gemaakt met behulp van experts van het KNMI en Universiteit Utrecht. En geloof me, ik loop al twintig jaar mee in dit debat, het weerspiegelt hoe de doorsnee klimaatwetenschapper ook daadwerkelijk denkt over klimaatverandering. Het gaat ongekend snel! Het is volledig veroorzaakt door ons! Het wordt steeds extremer met rampzalige gevolgen! Maar we kunnen er gelukkig nog iets aan doen! Luister goed naar ons!
Het zou een goed idee zijn als we vanuit Stichting Clintel zelf ook een klimaatexamen opstellen en landelijk online uitrollen. Want er is een ander verhaal over klimaatverandering, dat veel dichter bij de werkelijkheid ligt en dat totaal onderbelicht blijft in de media. Dat luidt als volgt: de veranderingen zijn klein en historisch verre van uitzonderlijk. CO2 leidt (inderdaad) tot enige opwarming, maar ook tot wereldwijde vergroening en hogere landbouwopbrengsten. Het klimaat is niet of nauwelijks extremer geworden. Klimaatverandering is geen gevaar voor de mensheid. Je goed voorbereiden op rampen is altijd slim. Klimaatverandering proberen te voorkomen door middel van CO2-reductie is kostbaar en onzinnig. Laten we deze punten stuk voor stuk eens doorlopen.
Hockeystick
Het Intergouvernementele klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, probeert ons sinds jaar en dag aan te praten dat de opwarming sinds 1850 ‘ongeëvenaard’ is in historisch perspectief. Ter ondersteuning wordt vaak een van de vele varianten van de hockeystickgrafiek getoond. Die grafiek laat dan een vrij stabiel klimaat zien in het verleden gevolgd door een spectaculaire temperatuurstijging sinds de start van de industriële revolutie. Dergelijke grafieken zijn gebaseerd op indirecte indicatoren van de temperatuur, zoals boomringen, ijskernen, koralen. Het probleem is alleen dat zowel historische bronnen als bewijzen in het landschap een compleet ander verhaal vertellen. Historisch weten we dat de Vikingen rond het jaar 1000 naar Groenland togen, zich daar konden settelen, er landbouw konden bedrijven (iets wat tegenwoordig niet mogelijk is) en besloten het letterlijk “groen”-land te noemen. Er was wijnbouw in Schotland.
In lezingen toon ik graag plaatjes van de Süstenpas in Zwitserland. Nu zien we daar een gletsjer die zich terugtrekt sinds 1850. Oei, klimaatverandering! Zeker, maar uitzonderlijk? Zwitserse onderzoekers die veldwerk deden in het gebied ontdekten dat er 2000 jaar geleden helemaal geen gletsjer was (Hannibal trok met zijn olifanten over de Alpen, leerden we op school) en dat de boomgrens (de hoogte tot waarop bomen kunnen groeien) aanzienlijk hoger was dan tegenwoordig. Ergo, het was destijds warmer! Weg hockeystick dus. Want dergelijke bewijzen vinden we overal in de wereld, met name dat gletsjers aanzienlijk kleiner waren en de boomgrens aanzienlijk hoger. Dit effect is het sterkst op het noordelijk halfrond, maar onlangs verscheen er een paper in Nature dat melding maakte van aanzienlijke smelt en zelfs de groei van mos duizend jaar geleden bij een gletsjer op Antarctica, in een gebied dat tegenwoordig volledig bedekt is met sneeuw en ijs.
De lessen die we kunnen trekken zijn dat het IPCC op Orwelliaanse wijze de geschiedenis probeert te herschrijven (who controls the past, controls the future). De huidige opwarming is niet uniek en in het verleden was het waarschijnlijk niet alleen warmer, maar dat was ook nog eens in een tijd dat de CO2-concentratie nog helemaal niet door de mens verhoogd was. Dat geeft te denken.
Orkanen en overstromingen
Sinds orkaan Katrina in 2005 New Orleans verwoestte waarbij ruim 1800 slachtoffers vielen, gebruiken klimaatactivisten en in hun kielzog de VN extreem weer om burgers schrik aan te jagen over klimaatverandering. Dat is vanuit hun perspectief begrijpelijk. Jaarlijks vinden er verspreid over de wereld rampen plaats die met extreem weer te maken hebben: orkanen, overstromingen, droogte, bosbranden. Hierbij vallen slachtoffers en er is schade. Door dit soort rampen te koppelen aan klimaatverandering en dus aan de uitstoot van CO2 kun je continu blijven hameren op de noodzaak van klimaatbeleid.
Maar wie gaat kijken wat de metingen en het IPCC-rapport te zeggen hebben over extreem weer, krijgt een heel ander beeld. De meeste vormen van extreem weer zijn helemaal niet toegenomen, erkent het IPCC, zij het wat schoorvoetend. Dat geldt voor alle vormen van harde wind (orkanen, tornado’s, stormen), voor overstromingen, droogte en bosbranden. Alleen bij hittegolven ziet het IPCC wel een toename, waarbij aangetekend dient te worden dat die trend niet overal zichtbaar is. In de VS bijvoorbeeld domineren de beruchte jaren ’30 van de Dust Bowl nog altijd de recordboeken.
Dit staat dus haaks op wat overheden en de media steeds verkondigen: namelijk dat het klimaat steeds extremer wordt. Dit ‘goede’ nieuws brengen maakt je niet populair. Ik was dit jaar als expert te gast bij het Nationaal Burgerberaad Klimaat. Orkanen en overstromingen zien we nog niet toenemen, hield ik de burgers voor. Weken later besloot de wetenschappelijke werkgroep van het Burgerberaad opeens mij te gaan factchecken en wat schetst mijn verbazing, volgens hen klopt mijn uitspraak niet. Inmiddels heb ik een klacht ingediend tegen deze factcheck. Ook in de VS krijgen wetenschappers het soms zwaar te verduren als ze dit goede nieuws een beetje prominent in de media brengen. De bekende klimaatonderzoeker Roger Pielke jr., nota bene expert op het gebied van extreem weer, kwam zo erg onder vuur te liggen dat hij zijn positie aan de universiteit heeft opgegeven.
Van alle vormen van extreem weer veroorzaken orkanen en overstromingen verreweg de meeste schade. Logischerwijs zien we de schade door extreem weer dus ook niet toenemen. Dat is inderdaad wat het werk van de bovengenoemde Pielke jr. laat zien. Schade neemt in absolute zin wel toe, maar dat komt doordat we met meer mensen en ook nog eens welvarender zijn. Als percentage van het wereldwijde bnp neemt de schade zelfs licht af.
Wij toonden vanuit Clintel met een internationale groep onderzoekers in een boek getiteld De Starre Klimaatvisie van het IPCC aan dat het IPCC hier echt vals spel speelde. Het negeerde het werk van Pielke en tientallen andere studies om vervolgens te claimen dat er wel degelijk een toename is van schade. Dat is in strijd met het gros van de literatuur, een schaamteloze vorm van cherry picking aan de kant van het IPCC. Helaas slaat de media hier totaal niet op aan. Persbureau ANP wilde voor 3000 euro ons persbericht internationaal verspreiden maar weigerde alsnog nadat ze de kop van het persbericht zagen: “Ernstige fouten ontdekt in het IPCC-rapport”.
Sterfte
“People are dying”, zei klimaatactiviste Greta Thunberg. En zoals gezegd, er gebeuren rampen zoals in Valencia en er komen mensen om. Dus heeft Greta gelijk? Sterven er steeds meer mensen als gevolg van klimaatverandering? Totaal niet.
De afgelopen eeuw is de sterfte door weersextremen zelfs met 98 procent (!) afgenomen, terwijl de wereldbevolking steeg van twee naar acht miljard. Jaarlijks komen er gemiddeld 10.000-12.000 mensen om door extreem weer, maar een eeuw geleden was dat een half miljoen! Die afname heeft weinig te maken met klimaatverandering en alles met toegenomen welvaart. Dankzij welvaart zijn huizen beter bestand tegen orkanen. Dankzij technologie en betere weersvoorspellingen worden mensen meestal tijdig gewaarschuwd en geëvacueerd. Dit geldt ook al voor ontwikkelingslanden als India, Bangladesh en de Filippijnen, waar orkanen (daar tyfoons genoemd) geregeld voorkomen.
Vergelijk het aantal weersgerelateerde doden eens met de 1,3 miljoen mensen die jaarlijks omkomen in het verkeer, de 760.000 die sterven door zelfdoding of de 415.000 mensen die vermoord worden. Toch noemt de VN klimaatverandering steevast de grootste crisis die de mensheid ooit heeft meegemaakt. Dit strookt totaal niet met de feiten. Feiten die noch de VN, noch het IPCC, noch het KNMI in Nederland duidelijk communiceren. Dat is op zijn zachtst gezegd misleidend. Ik noem de daling van sterfte door extreem weer altijd de belangrijkste grafiek in de klimaatdiscussie. Want het maakt in één klap duidelijk dat de mensheid anno 2025 vrijwel immuun is voor de grillen van het weer.
Als schade niet toeneemt en sterfte spectaculair gedaald is, wat blijft er dan nog over van de klimaatpaniek?
Zeespiegel
De zeespiegel stijgt weliswaar, maar dit gaat zeer geleidelijk met zo’n twee millimeter per jaar en begon bovendien al in de 19e eeuw, ruim voordat we massaal broeikasgassen gingen uitstoten. Het Delftse zeespiegelinstituut Deltares flirt de laatste jaren met het idee dat er wel degelijk een versnelling van de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust optreedt sinds 1993. Dit werd echter weersproken in een publicatie door de Nederlandse ingenieur Hessel Voortman. In onderstaande afbeelding uit die publicatie is mooi te zien dat de zeespiegel een cyclus doorloopt van zo’n 18 jaar, wat te maken heeft met de stand van de maan. In 1993 zaten we in een dal, nu verkeren we op de piek van de cyclus. Trek je daartussen een rechte lijn, dan lijkt het inderdaad harder te gaan, zoals Deltares claimt. Maar niet te vroeg juichen dus, normaal gesproken buigt de zeespiegel de komende jaren weer naar beneden af. En waar hebben we het over, 2 mm per jaar of 3 mm per jaar. Het zijn stijgingen waar waterbeschermers in Nederland geen seconde van wakker liggen.
Noordpool
Vanaf 2007 begonnen Al Gore, wiens film An Inconvenient Truth in 2006 uitkwam, en diverse klimaatwetenschappers te voorspellen dat de Noordpool weldra in de zomers ijsvrij zou zijn. Die voorspellingen kwamen niet uit. Bedenk dat de Noordpool een oceaan is waarin slechts een vrij dunne laag (1 tot 4 meter) ijs drijft. In de zomer vallen er open plekken in het ijs en eind van de zomer ligt er het minste ijs. Na 2007 stagneerde de afname van zeeijs in de zomer. Er ligt wel minder zeeijs dan dertig jaar geleden, maar de vraag is hoe relevant dit is voor planeet Aarde. Zeeijs ligt al in zee en draagt bij smelt niet bij aan zeespiegelstijging. Jarenland werd gesuggereerd dat de ijsbeer kon gaan uitsterven bij verdere afname van zeeijs, omdat ijsberen jagen vanaf het ijs. Maar uit allerlei tellingen blijkt de populatie juist sterk gegroeid te zijn de afgelopen decennia, vooral nadat de jacht op de ijsbeer internationaal aan banden was gelegd.
Alarmisten waarschuwen voor een zelfversterkend effect door verdwijnend zeeijs. IJs weerkaatst zonlicht zeer goed, water veel minder. Dus minder ijs betekent meer absorptie van zonlicht en dus nog meer opwarming. Wat daar meestal niet bij verteld wordt, is dat meer water ook meer verdamping en dus meer wolken kan opleveren. Wolken kunnen juist weer zonlicht weerkaatsen. Wat zal de doorslag geven?
Voor de zeespiegel zijn vooral de ijskappen op Groenland en Antarctica van belang. Op Groenland ligt een ijshoeveelheid die bij smelt 7 meter wereldwijde zeespiegelstijging zou veroorzaken. Op Antarctica ligt zelfs 65 meter aan zeespiegel. Er zijn steeds meer mogelijkheden om die ijskappen te monitoren met satellieten (zo meet de satelliet Grace de massa van de ijskappen) en die metingen laten inderdaad een afname zien. Maar heel spectaculair is het allemaal niet (want anders zou de zeespiegel wel harder stijgen!) en de laatste jaren is de afname ook kleiner aan het worden op Groenland. Onlangs verscheen er een studie die wees op herstel van de ijskap van Antarctica sinds 2021. Dat is nog kort geleden natuurlijk, maar het is opvallend nieuws, dat de mainstreammedia uiteraard nauwelijks heeft gehaald.
Vergroening
In de klimaatdiscussie gaat het uiteraard altijd over CO2 als broeikasgas dat de potentie zou hebben het aardse klimaat volledig te ontwrichten. Onderzoekers, politici en de media spreken om die reden van ‘vervuilende’ kolencentrales. In het Engels klinkt het nog enger: carbon pollution, alsof om het om puur koolstof gaat. Dat is ronduit framing en taalvervuiling, want CO2 is een kleurloos en reukloos gas dat van nature voorkomt. In het verre verleden zelfs in veel grotere hoeveelheden dan tegenwoordig.
Vrijwel nooit gaat het over die andere eigenschap van CO2 waarover je vroeger bij biologie leerde. CO2 staat via fotosynthese aan de basis van vrijwel al het leven op aarde. Planten en bomen zetten met behulp van zonlicht en water CO2 om in koolhydraten en zuurstof. Doordat de CO2-concentratie sinds 1850 gestegen is van 0,028 naar 0,042 procent is er meer CO2 beschikbaar voor planten, bomen en landbouwgewassen. En dat merken we. De aarde wordt er letterlijk groener door, iets wat vanuit satellieten waargenomen wordt. En het wordt nog beter. Planten en bomen halen CO2 uit de lucht via huidmondjes. Maar planten zijn slim, als er meer CO2 in de lucht zit gaan ze minder huidmondjes gebruiken. Via die huidmondjes vindt ook verdamping plaats en dus verliezen planten bij hogere CO2-concentraties minder water en zijn ze beter bestand tegen droogte. Maar sssst, hierover mag je niet openlijk praten, want men zou maar eens kunnen gaan denken dat meer CO2 een goede zaak is.
Ook alle landbouwgewassen profiteren van meer CO2 in de lucht. Niet voor niets verhogen tuinders de CO2-concentratie in hun kassen zodat de paprika’s en tomaten sneller groeien. Sinds het midden van de twintigste eeuw is de opbrengst van alle belangrijke voedselgewassen flink gestegen. Nu komt dat uiteraard vooral door technologische vooruitgang en de introductie van kunstmest. Maar de gestegen CO2-concentratie zal ook zeker hebben bijgedragen. Wie het laatste IPCC-rapport leest moet echter goed zoeken naar deze positieve ontwikkelingen. Dit tot frustratie van de Amerikaanse onderzoeker Patrick Brown, tot voor kort werkzaam bij het Breakthrough Institute, en veel publicerend over de impact van klimaatverandering op landbouw. Hij legt in een artikel op de website van het Breakthrough Institute uit hoe het IPCC op zijn Nederlands gezegd ‘de kluit belazert’. In plaats van de spectaculaire stijging van voedselopbrengsten te benoemen spreekt het IPCC uitsluitend van een ‘afname’ van opbrengst. Dit is echter ten opzichte van een hypothetische situatie dat er geen klimaatverandering als gevolg van broeikasgassen zou zijn.
Enkele maanden later kwam Brown in het nieuws nadat hij publiekelijk had toegegeven dat hij in een paper over bosbranden met opzet de nadruk had gelegd op de rol van klimaatverandering om de studie zo gepubliceerd te krijgen in Nature, wat inderdaad gelukt was. Inmiddels is Brown weg bij het Breakthrough Institute en werkt hij als hoofd Climate Analytics bij Interactive Brokers, een partij waar je geld kunt inzetten op onder andere klimaattrends. Brown wil daar onderzoeken of mensen in staat zijn betere voorspellingen te doen over klimaat en weer als er geld mee gemoeid is.
Een voorspelling die vrijwel zeker niet zal uitkomen is dat in 2050 klimaatverandering 20 procent aan schade aan de wereldwijde economie zal toebrengen. Toch beschouwen de makers van het online klimaatexamen dat percentage als het goede antwoord, verwijzend naar een publicatie van vorig jaar van het Duitse Potsdam Instituut voor Klimaat, een bekend alarmistisch instituut dat niet alleen Merkel maar ook de paus informeerde over klimaatverandering.
Klimaateconoom Richard Tol, een expert op dit terrein, verzucht in een e-mail dat hij en collega’s er alles aan gedaan hebben om de auteurs van die paper aan hun verstand te brengen dat hun resultaat onzin is. “Ze weten dat het fout is. Ze zijn daarop gewezen door Nobelprijswinnaar William Nordhaus, door mijzelf en andere collega’s, zowel publiekelijk als in persoonlijke correspondentie. De politieke steun voor dit soort werk is echter te groot: ze trekken zich er daarom niets van aan.”
Zoals eerder te zien in dit artikel bedraagt de wereldwijde schade door extreem weer op dit moment zo’n 0,2 procent van het mondiale bnp, een factor 100 minder dus dan de onderzoekers van het Potsdam Instituut voor Klimaat inschatten voor 2050. Merk op, die 0,2 procent kun je niet zomaar toeschrijven aan klimaatverandering, want extreem weer is er altijd al geweest en zoals we hebben gezien zijn de schadelijkste vormen van extreem weer, orkanen en overstromingen, helemaal niet toegenomen.
Tol zelf benadrukt in verschillende studies dat de effecten van klimaatverandering tot 2 graden wereldwijde opwarming (we zitten nu op ongeveer 1,3 graden opwarming sinds 1850) zelfs positief kunnen zijn, met name vanwege het positieve effect van zowel opwarming (langer groeiseizoen) als meer CO2 op de voedselproductie. Op een gegeven moment gaan de nadelen van de opwarming zwaarder wegen dan de voordelen in de economische modellen die Tol en zijn collega’s gebruiken. Maar de mogelijke schade blijft beperkt tot 1 à 2 procent van de wereldwijde economie in 2100, schatten ze. Bedenk dan dat het wereldwijde bnp in 2100 gegroeid zal zijn met 300 tot 1000 procent. Klimaatverandering betekent dan hooguit iets minder groei dan anders het geval zou zijn geweest.
Mocht je in de toekomst deelnemen aan het Clintel-klimaatexamen en er zit een vraag bij over de geschatte kosten van klimaatverandering in 2050, dan weet je alvast het goede antwoord: vrijwel niks.
Marcel Crok studeerde scheikunde en werd daarna wetenschapsjournalist. In 2005 won hij de Glazen Griffioen met een groot, kritisch verhaal over de beruchte hockeystickgrafiek. Hij besloot fulltime te gaan schrijven over het klimaatdebat. Hij publiceerde het boek De staat van het Klimaat en schreef diverse rapporten, onder andere over temperatuurcorrecties van het KNMI, waardoor diverse hittegolven uit de boeken verdwenen.
In 2019 richtte Crok samen met emeritus professor van de TU Delft Guus Berkhout Stichting Climate Intelligence (CLINTEL) op. Die stichting opereert als controleur van het IPCC en schrijft kritische rapporten over het klimaatbeleid, waarbij zaken als haalbaar en betaalbaar voorop staan. In 2023 publiceerde Clintel als enige groep in de wereld een kritische analyse van het laatste IPCC-rapport onder de titel De Starre Klimaatvisie van het IPCC (The Frozen Climate Views of the IPCC). In 2024 volgde een lijvig rapport over windmolens (Het Windmolendrama), geschreven door Elze van Hamelen.
Clintel heeft de World Climate Declaration opgesteld dat als boodschap heeft: er is geen klimaatcrisis. Deze declaratie is inmiddels door bijna 2000 wetenschappers en experts in de wereld ondertekend, onder wie twee Nobelprijswinnaars.