“In winkels is alles al klaar voor de surveillancestaat”
Pim Christiaans | Datum: 14 oktober 2025
Beelden van 29 beveiligingscamera’s die in een supermarkt in Nijmegen hangen | Fotografie: Flip Franssen
“Gezichtsherkenning implementeren is voor veel winkels letterlijk een kwestie van een knop omdraaien”
De surveillancemogelijkheden van winkels gaan veel verder dan de meesten beseffen. Nu al zijn ze uitgerust met systemen die het gedrag en de identiteit van bezoekers tot in detail kunnen volgen. Dit zegt Jaap Kasbergen, directeur van een installatiebedrijf gespecialiseerd in elektronische artikelbeveiliging, in een interview met De Andere Krant. “Het is op dit moment al mogelijk allerlei systemen met elkaar te verbinden tot één actief systeem waarin we allemaal kunnen worden herkend, gevolgd en gecontroleerd. Als dit wordt gecombineerd met de digitale euro en een digitale ID, en de antennes van 5G-systemen in de winkelstraat, is de controle compleet.”
Mensen zijn zich volgens Kasbergen te weinig bewust van de mate waarin zij al kunnen worden gevolgd en gecontroleerd als zij boodschappen doen. Regelgeving verbiedt winkels nu nog gebruik te maken van gezichtsherkenning, beelden die door camera’s in winkels van klanten worden gemaakt zijn anoniem en mogen maximaal 28 dagen worden bewaard. “Maar er kan iets gebeuren waardoor het publiek er zelf om gaat vragen die regels te versoepelen”, zegt Kasbergen. Hij schetst een beeld waarbij aanhoudingen na winkeldiefstal uit de hand lopen en de roep om meer veiligheidsmaatregelen toeneemt. “We vinden het al heel normaal om met het gezicht de telefoon aan te zetten en te betalen, dus waarom zouden we gezichtsherkenning dan niet in supermarkten toestaan?” Kasbergen legt uit dat het uitrollen van gezichtsherkenning in een handomdraai is geregeld: “De nieuwe camera’s en recorders komen uit China en zijn standaard met face-ID uitgerust. Gezichtsherkenning implementeren is voor veel winkels letterlijk een kwestie van een knop omdraaien. Het is daarna een kleine moeite om gezichtsherkenning te koppelen aan bestaande software die je persoonsgegevens op internet erbij zoekt. Dan gaat de persoonsidentificatie automatisch zodra je een winkel binnengaat. Dit maakt winkeldiefstal vrijwel onmogelijk.”
Als dan ook nog de digitale euro wordt ingevoerd — “in feite programmeerbaar geld” — beschikt de overheid samen met de bestaande beveiligingsapparatuur in winkels en winkelcentra over de ideale infrastructuur om ons winkelgedrag te gaan controleren en sturen. “Als de overheid besluit dat het beter voor de planeet is dat je nog maar één keer per week vlees eet, zorgt het systeem ervoor dat je het ook nog maar één keer per week kunt kopen.”
Kasbergen (62) begon in 1990 als accountmanager bij een bedrijf in Zwolle dat winkeldiefstalpoortjes en beveiligingslabels voor kleding produceerde en is nu directeur van Resatec, een installatiebedrijf in Veldhoven met twintig medewerkers dat gespecialiseerd is in elektronische winkeldiefstalbeveiliging. In de afgelopen 35 jaar heeft hij als specialist van dichtbij gezien hoe de elektronische winkelbeveiliging steeds verder is uitgebreid. Naast de poortjes in de ingang die gaan piepen als je erdoorheen loopt met een kledingstuk dat niet is afgerekend, zijn er meer en meer softwaresystemen bijgekomen die je tijdens een middagje winkelen in de gaten kunnen houden met honderden camera’s die ook nog eens gedragingen kunnen analyseren.
Om te illustreren hoe geavanceerd sommige camerasystemen in winkels inmiddels zijn, toont hij een reeks korte filmpjes op zijn telefoon. Op de beelden zijn mensen te zien die zich onbespied wanen in winkelpaden van supermarkten in diverse landen in Europa. “Gespecialiseerde softwarebedrijven maken bestaande camerasystemen intelligent”, vertelt hij. “Deze software herkent geen personen maar wel gedragingen. Als iemand iets uit het schap pakt en in de winkelkar legt, is er niks aan de hand. Maar als hij of zij iets in zijn jaszak of in een tas stopt, wordt dat direct herkend als een verdachte handeling en worden die beelden naar de telefoon van de bedrijfsleider gestuurd. Dat gebeurt allemaal binnen een halve minuut.”
Dit systeem draait ook in een aantal supermarkten in Nederland, maar slaat hier niet zo goed aan als in Frankrijk en Spanje. “Dat komt doordat Nederlandse supermarkten veel vaker met handscanners werken. Dan stoppen klanten ter goedertrouw iets in hun tas en worden bedrijfsleiders continu voor niets gewaarschuwd.”
Dat winkels zich wapenen tegen winkeldiefstal, vindt Kasbergen volkomen terecht. In 2024 bedroeg de totale schade door winkeldiefstal volgens de brancheorganisatie InRetail 2 miljard euro. In januari 2024 trok supermarktketen Jumbo aan de alarmbel met de onthulling dat het bedrijf in 2023 100 miljoen euro, ofwel 1 procent van de jaaromzet, aan winkeldiefstal had verloren.
“Er wordt enorm veel gestolen”, vertelt Kasbergen. “Je ziet het aantal diefstallen meteen toenemen zodra de economie slechter gaat of de armoede toeneemt. Omdat vlees zo duur is geworden, is er nu een trend dat er veel vlees en vleeswaren worden gestolen in winkels. Dat gebeurt zelfs ‘op bestelling’ door bendes voor restaurants.”
Hij legt uit dat de behoefte aan winkeldiefstalbeveiliging een vlucht nam toen vanaf het begin van de jaren ’80 warenhuizen en supermarkten steeds meer van bediening naar zelfbediening overstapten. “Als je een schoenwinkeltje met drie personeelsleden hebt, zijn er geen camera’s nodig. Maar een enorme hal vol met schoenendozen die de klant zelf moet pakken, is iets anders. Winkelbedrijven willen steeds grotere winkeloppervlaktes met steeds minder personeel. Dat kan alleen met steeds meer en betere beveiligingsapparatuur.”
Begin jaren ’80 was het C&A die als eerste warenhuisketen in Nederland begon met het plaatsen van beveiligingspoortjes bij de uitgang en het bevestigen van tags aan kleding, een systeem dat in Amerika al veel werd toegepast. Vanaf halverwege de jaren ’90 rukten de beveiligingscamera’s op. Dat begon bescheiden: “Eentje boven de kassa om fraude bij de kassa te voorkomen en overvallers vast te leggen. En een tweede camera gericht op de ingang, zodat je een beter signalement hebt van de overvallers.”
Sinds ongeveer 2010 wordt de markt overspoeld door goedkopere camera’s uit China. “Nu hangen er in supermarkten al snel ten minste 25 camera’s”, vertelt Kasbergen. “Ze hangen in winkelpaden, boven de kassa’s en bij de ingang.” Daarbij gaat het allang niet meer alleen om het tegengaan van winkeldiefstal, maar ook om het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens over het gedrag van klanten.
“Welke routes lopen ze door de winkel? Wat zijn de drukke tijden? Welke schappen krijgen te weinig aandacht? Hoeveel personen nemen de roltrap? Met dat soort data kun je de inrichting van je winkel perfectioneren, de bevoorrading beter plannen en de winst verhogen. Meer controle betekent ook dat je minder personeel hoeft in te zetten.”
Er worden ook camera’s naar buiten gericht om het aantal mensen te tellen dat langs de winkel loopt. Dezelfde soort camera’s is op de ingang gericht om bij te houden hoeveel klanten binnenkomen. “Gezichtsherkenning is daarbij niet toegestaan, maar de software waar de camera’s op zijn aangesloten, kunnen wel onderscheid maken tussen mannen, vrouwen en leeftijdscategorieën. Dit soort telsystemen hangt ook in drukke winkelstraten en winkelcentra. Vastgoedeigenaren kunnen met die data de waarde van winkelpanden beter bepalen, eigenaren van winkelcentra willen precies weten hoeveel bezoekers er zijn, onder meer om de hoogte van de huren daarop af te stemmen.”
Hij wijst erop dat de data van deze systemen een goudmijn voor overheden vormen, onder meer omdat ze inzicht bieden in verkeersstromen en momenten van drukte. Onlangs ontving hij een uitnodiging voor een webinar voor ‘beleidsmakers, mobiliteitsadviseurs, gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij stedelijke mobiliteit’ van twee samenwerkende softwarebedrijven. De inhoud van de cursus wordt als volgt beschreven: “De druk op stedelijke infrastructuur groeit. Hoe houd je de stad leefbaar en bereikbaar? Ontdek op woensdag 22 oktober in het webinar Smart Mobility hoe je met bestaande camera’s en slimme technologie verkeersstromen inzichtelijk maakt, voorspelt en stuurt.”
Kasbergen vreest dat camera’s in en om winkels gecombineerd kunnen worden met andere systemen, van de antennes voor het G5-netwerk die aan lantaarnpalen verschijnen, tot verkeerscamera’s — wat alles bij elkaar een griezelige hoeveelheid data over ons gedrag zou opleveren. “Als je dan de digitale ID en digitale munt krijgt, is de controle compleet. Dan ga je de kant op van het Chinese social creditsysteem waarbij je strafpunten krijgt als je door een rood stoplicht loopt.”
“Het begon veertig jaar geleden met de ‘poortjes-piep’ in warenhuizen vanwege de toegenomen zelfbediening en sindsdien zijn we als klanten steeds beter traceerbaar geworden. Iedereen lijkt daarbij te winnen. Hoe meer jij herkenbaar bent als persoon, hoe beter alles beveiligd kan worden en des te minder winkelpersoneel er nodig is. Als er straks een digitale ID komt die je moet scannen als je een winkel binnengaat, gekoppeld aan gezichtsherkenning, wordt winkeldiefstal praktisch onmogelijk. Voor de klanten is er het gemak. Met een digitale munt, gezichtsherkenning en de digitale ID kunnen de kassa’s weg. Je krijgt dan systemen die bijhouden welke producten je uit het schap pakt en scant met je telefoon. Als je daarmee naar buiten loopt, worden de kosten automatisch van je rekening afgeschreven. Het vlees ligt dan natuurlijk in een gesloten vitrine. Je houdt je ID bij de scanner en er valt een pond gehakt in je bakje. Behalve als je die week al eerder een keer vlees hebt gekocht. Die kant kan het opgaan.”
Sigaretten kopen bij een tankstation kan per 1 oktober niet meer zonder het tonen van een ID. Niet de overheid besloot tot deze maatregel, maar branchevereniging BOVAG — met als hoofdargument het indammen van de agressie tegen kassamedewerkers. Christianne van der Wal — per 1 september dit jaar benoemd tot voorzitster — is voortvarend. “Tot voor kort moest personeel om legitimatie vragen tot 25 jaar. Dat is hartstikke arbitrair. We trekken nu één lijn”, zegt zij in Goedemorgen Nederland. Bedrijven als Moneytronic spelen handig in op de naleving. Met systemen als MyCheckr leveren zij ‘100 procent sluitende oplossingen’. Met een camera achter de toonbank wordt het gezicht gescand en op basis van gezichtskenmerken wordt iemands leeftijdscategorie bepaald. De beelden worden nu nog vrijwel direct gewist. En personeel moet zelf nog steeds de leeftijd controleren op basis van het ID, ook al is de klant bejaard. Volgens Jaap Kasbergen geeft dit juist meer ophef aan de kassa. “Dan wordt het nog verleidelijker om de leeftijdscontrole maar helemaal over te laten aan MyCheckr. Als dat eenmaal is toegestaan, is het een kleine moeite om gezichtsherkenning in MyCheckr te activeren en te koppelen aan persoonsidentificatie. Zo gaan we steeds een stapje verder in de richting van totale controle.”