“KNMG werkt mee aan propaganda, in plaats van berichtgeving”
Hendriëlle de Groot | Datum: 23 mei 2025
Kritiek op campagne tegen desinformatie van artsenfederatie KNMG
“Medische desinformatie is een veelvoorkomend fenomeen in de spreekkamer”, stelt de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). In samenwerkwerking met het Netwerk Mediawijsheid en de factchecksite isdatechtzo.nl is deze artsenfederatie een campagne begonnen om de desinformatie tegen te gaan. Huisartsen die in coronatijd werden beschuldigd van het verspreiden van desinformatie hebben hun bedenkingen. “Soms blijkt iets wat eerst werd weggezet als onzin, later gewoon waar te zijn.”
Zonnebrandcrèmes zijn kankerverwekkend. IJsbaden zijn goed voor je immuunsysteem. Antibiotica zijn net zo gevaarlijk als roken. Vaccinaties zijn schadelijk en veroorzaken ernstige bijwerkingen en zelfs autisme. Voedingssupplementen kunnen ernstige ziektes genezen. Het zijn allemaal voorbeelden van ‘desinformatie’, volgens artsenfederatie KNMG.
Uit onderzoek van deze artsenkoepel, in samenwerking met de NOS en factchecksite isdatechtzo.nl (zie kader), blijkt dat 85 procent van de bijna 700 ondervraagde artsen te maken krijgt met verkeerd geïnformeerde patiënten in de spreekkamer. “54 procent daarvan geeft aan wekelijks geconfronteerd te worden met patiënten die misleidende medische informatie aandragen, 14 procent van deze artsen ervaart deze problemen zelfs dagelijks. De meest voorkomende onderwerpen van desinformatie zijn volgens deze artsen vaccinaties, medicatie, voedingssupplementen, allergieën en anticonceptie”, aldus KNMG op haar site. “Medische desinformatie vormt een ernstige bedreiging voor de gezondheid”, aldus voorzitter René Héman. Bijvoorbeeld doordat mensen “essentiële vaccinaties weigeren, gevaarlijke zelfmedicatie toepassen of noodzakelijke behandelingen uitstellen”, stelt hij. Via de campagne ‘Gecheckt? Wel zo gezond!’ worden tools patiënten en huisartsen informatie aangereikt om de desinformatie te herkennen. Het gaat om artikelen, tips, video’s, flyers, posters en socialemediaboodschappen.
Huisarts Felix van der Wissel is kritisch op de KNMG-campagne. “Ik denk dat het averechts werkt. Er is een groeiende groep mensen die bewuster wordt en hun zelfhelend vermogen ontdekt. Die gaan minder snel naar een arts als ze zich veroordeeld voelen.” Hij heeft bovendien zijn bedenkingen bij de manier waarop het begrip ‘desinformatie’ wordt ingezet. “Zeker sinds de coronacrisis wordt het begrip te pas en te onpas gebruikt. Wat als desinformatie wordt gezien, hangt vaak af van het standpunt dat je inneemt.”
Hij ziet in zijn praktijk dat patiënten zelfstandiger naar informatie zijn gaan zoeken en daardoor beter geïnformeerd voor de dag komen. “Dat merk ik aan alles. Dat geldt ook voor mijzelf. Ik kijk zelf ook breder naar informatie, doe literatuuronderzoek en volg debatten over onderwerpen zoals zonlicht, vaccinatie en natuurlijke immuniteit. Wat vroeger vanzelfsprekend was, zoals ‘altijd smeren met zonnebrand’, wordt nu genuanceerder bekeken. Zonlicht heeft bijvoorbeeld meer functies dan alleen schade veroorzaken. Mogen we daar kritische vragen over stellen?”, stelt hij retorisch.
Van der Wissel vindt dat KNMG ook best eens aan zelfreflectie mag doen als het om desinformatie gaat. “Wij artsen gaan vaak uit van wat we de ‘gouden standaard’ noemen. Tijdens corona hebben we gezien dat die standaard niet altijd veilig en dus zaligmakend was. Vaccins werden als veilig gelabeld, maar er was nauwelijks ruimte voor voortschrijdend inzicht. Vragen over de wetenschap erachter werden afgedaan als storend.”
Hij vindt het problematisch dat artsen als enige autoriteit worden neergezet. “We hebben een witte jas aan en dat geeft status, maar dat betekent niet dat we alles weten. Soms weet een ervaringsdeskundige meer over bepaalde thema’s dan een arts. Bovendien worden de meeste medische onderzoeken gefinancierd door de farmaceutische industrie. Dat mag best vaker hardop worden gezegd.”
Huisarts in opleiding Niek Rogger gelooft dat de campagne een negatief effect heeft op de patiënt-artsrelatie. “Consulten duren nu 10 minuten. Dan heb je geen tijd meer om te praten over twijfels, angsten, de thuissituatie. Dat is waar vertrouwen ontstaat. Daar helpt een flyer of wachtkamerscherm echt niet bij.” Hij vindt het niet wenselijk dat er in de wachtkamer gewezen wordt op desinformatie, want het kan de basis van het gesprek tussen patiënt en arts bij voorbaat al onderuithalen. “Als je als arts alleen nog maar mag herhalen wat de officiële lijn is, verdwijnt die ruimte.”
Rogger wijst, net als Van der Wissel, op de belangen die op de achtergrond spelen. “Neem cholesterolverlagers. Daarachter zit een hele industrie. Kijk je naar wie de financier is van veel medische informatie — dan is dat vaak de industrie zelf. De KNMG noemt iets ‘desinformatie’, maar hoe onafhankelijk is die beoordeling eigenlijk?”
“Ik hoorde een soort reclamespotje op het journaal”, vertelt huisarts Els van Veen. “Een collega-arts vertelde bezorgd te zijn over desinformatie. Dat klonk als onderdeel van de KNMG-campagne. Toen dacht ik: mengen artsen zich nu ook in het publieke debat zonder ruimte voor kritiek?”
Als voorbeeld noemt ze een blog uit maart 2020 op de website van artsenvakblad Medisch Contact. “De voorzitter van de KNMG schreef dat het belangrijk is dat artsen geen kritiek hebben op het RIVM, de GGD en de minister van Volksgezondheid. Dat zou schadelijk zijn. Ik dacht: mogen we onze mening niet meer geven? Het gaf een erg unheimisch gevoel.”
Ze vermoedt dat de campagne onderdeel is van een bredere Navo-strategie om de bevolking nagenoeg hetzelfde te laten denken. Onderzoeker en publicist Cees van der Bos heeft dit in vele publicaties – gebaseerd op Woo-documenten – aangetoond op bomenenbos.substack.com, vertelt Van Veen. “Hij ontdekte dat sinds 2014 drie informatiestrategieën worden uitgerold. De strijd tegen desinformatie maakt hiervan onderdeel uit. KNMG werkt mee aan propaganda, in plaats van berichtgeving. Ze zijn bezig critici monddood te maken.”
Desinformatie is volgens Van Veen een onduidelijke term. “Wie bepaalt wat dat is? Je hebt tienduizenden artsen in Nederland. Ik vind het eng dat de KNMG bepaalt wat desinformatie is. Dat is helemaal niet de taak van een dokter.” De huisarts kreeg in de coronacrisis brieven van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), omdat ze ‘desinformatie’ zou verspreiden. “Welke desinformatie, vroeg ik aan inspecteurs. Daarop gaven ze geen antwoord.” Ze verwacht dat de campagne weinig effect heeft op patiënten, maar wel op jonge dokters. “Geneeskundestudenten en artsen in opleiding voelen druk. Als je kritisch bent, kun je je opleidingsplek kwijtraken of gedoe krijgen met de inspectie.”
Marije Berkelaar, ooit regulier dokter maar tegenwoordig holistisch arts, heeft begrip voor de intentie om mensen te beschermen tegen gevaarlijke adviezen. “Mijn zorg is dat het woord ‘desinformatie’ soms wordt gebruikt als stopbord voor alles wat buiten de gebaande paden valt. Het gevaar is dat mensen met andere inzichten of kritische vragen worden weggezet als fout.”
Ze vindt het gevaarlijk dat één instantie – in dit geval KNMG – bepaalt wat waar is. “In een ideale wereld zou waarheid gebaseerd zijn op waarheidsvinding, zonder belangen en met ruimte voor complexiteit. In de praktijk spelen ook geld, macht en beïnvloeding een rol. Gezondheid is geen zwart-witdomein.”
Richtlijnen zijn hulpmiddelen, geen heilige wetten, stelt ze. “De kunst is ze te combineren met klinische intuïtie en wat het unieke individu tegenover je nodig heeft. Wat we nodig hebben, is een cultuur waarin we elkaar weer vragen durven te stellen, in plaats van elkaar te bevechten.”
De Limburgse huisarts Rob Elens staat positief tegenover een campagne die mensen alert maakt. “Het is goed dat we het kaf van het koren scheiden. Maar het wordt ingewikkeld als overheden of instanties zelf ook informatie verspreiden waarbij je vraagtekens kunt zetten. Neem bijvoorbeeld de stelling dat vitamine D geen invloed heeft op je immuunsysteem — dat is door het RIVM gezegd. En mondkapjes moesten verplicht worden voor gedragsbeïnvloeding.”
Patiënten komen tegenwoordig met allerlei bronnen de spreekkamer in. “Vroeger moest je naar de universiteitsbibliotheek, nu heeft iedereen alles op z’n mobiel. Met AI kun je tegenwoordig ook van alles vinden, maar dat betekent nog niet dat je de informatie goed kunt interpreteren.”
Volgens Elens speelt ook overtuiging een rol. “Sommige mensen dragen een draadje om hun enkel tegen muggen. Als ze denken dat het werkt, werkt het vaak ook. Het placebo-effect is krachtig. Als mensen zich gehoord voelen, doet dat al veel. Overtuiging is soms net zo sterk als een medicijn. Wie geneest, heeft gelijk, zeg ik wel eens.” Over het label ‘desinformatie’ is hij voorzichtig. “Soms blijkt iets dat eerst werd weggezet als onzin, later gewoon waar te zijn. Het verschil tussen een complottheorie en de waarheid is meestal drie maanden.”
Huisarts Frank Roodenburg vindt dat het niet de taak is van de KNMG om te bepalen wat de waarheid is. “Zeker in de geneeskunst moet discussie kunnen bestaan over wat waar is.” Hij stelt dat de grote instituten, zoals KNMG, de LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging, red.) en de NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) zelf zijn gaan dwalen, als het gaat om coronavaccinaties, bijvoorbeeld.
Volgens Roodenburg zijn daardoor sinds corona steeds meer mensen ook gaan twijfelen aan kindervaccinaties. “Patiënten vertellen mij over kwik, aluminium in de vaccins en dan vragen ze aan mij of dat klopt. Ik leg ze dan voor: wat is je overweging? Of ik vraag: ‘wat vinden jullie ervan dat er kwik in zit’?”
Hij wijst er ook op dat er in veel medicatie titaandioxide zit, oftewel e171, een stofje dat het dna kan beschadigen. “Ook in de griepspuit zit een toxische stofje, Triton X100. Je kunt je afvragen wat die stof daar precies in doet. Het is de vraag of Big Pharma het beste met je voor heeft.” Hij ziet dat het publiek, net als hijzelf, het vertrouwen heeft verloren in de instanties. Wat zou hij doen als een KNMG-afgezant hem flyers geef in de strijd en desinformatie? “Die bewaar ik, voor als ik aangifte ga doen, vanwege de geleden schade. Ze komen in elk geval niet in de wachtkamer.”
Campagne gefinancierd door de overheid
De website isdatechtzo.nl, die centraal staat in de KNMG-campagne Gecheckt? Wel zo gezond!, is ontwikkeld door Netwerk Mediawijsheid in samenwerking met Beeld & Geluid Den Haag en ECP | Platform voor de InformatieSamenleving. De financiering van deze website komt van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) .
Netwerk Mediawijsheid zelf is een samenwerkingsverband van meer dan duizend organisaties die zich inzetten voor het bevorderen van mediawijsheid in Nederland. Het netwerk wordt aangestuurd door vijf kernpartners: Beeld & Geluid, ECP, Omroep Human, Kennisnet en de Koninklijke Bibliotheek. De coördinatie en uitvoering van activiteiten worden grotendeels gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), met een jaarlijks budget van ongeveer 1,5 miljoen euro. Daarnaast ontvangt het netwerk aanvullende financiering voor specifieke projecten, zoals 250.000 euro van het ministerie van BZK voor de programmalijn gericht op volwassenen.
Op de vraag wat zij vindt van de kritiek dat het desinformatielabel wordt misbruikt om debat te onderdrukken reageerde de KNMG met: “Dat is ons onbekend”.