4 mei 1950
💨
“Wat stelt onze vrijheid nog voor?”
“Wat stelt onze vrijheid nog voor?”
Datum: 4 mei 2023
Opinie
Arjen Pasma
Ik ben 4 jaar, bijna 5. Een jaar daarvoor zijn we verhuisd vanuit Aarlanderveen, een klein dorp in het groene hart. Mijn vaders vader was daar Hoofd der School, een strenge man met vaak een zuur gezicht. Mijn vaders moeder kletste over mensen. Mijn moeders moeder, boerin, smeerde de lekkerste boterhammen met zelfgemaakte chocoladeboter: ‘bruin’ noemden wij dat. Mijn moeders vader een rechtschapen boer. Mijn moeder, in die tijd een zuinige, hardwerkende huisvrouw, droeg de schaamte van de liefde voordat mijn vader haar, in het zwart en zonder bruidsboeket, trouwde.
Mijn vader was impliciet gereformeerd en ik hoorde nooit één woord van enig belang uit zijn mond. Ik herinner me de tikkende ring op het raam als we binnen moesten komen. Ik bad voor het slapen gaan geknield vóór zijn knieën mijn avondgebedje: “Ik ga slapen, ik ben moe…..”
We verhuisden naar Woerden en het adres is cruciaal: Meeuwenlaan 23.
Pal voor dat huis staat de ‘Vrijheidsboom’: 10 stappen van ons hekje af. De Meeuwenlaan is een brede laan met langgerekte grasstroken in het midden. Het is vijf jaar na de oorlog. Ik kende dat woord. Net als het woord ‘moffen’, want ook dat woord gebruikten mijn ouders. Ik, geboren op 10 juli 1945, ‘haatte’ onze oosterburen. Het is – voor zover ik weet – de eerste herdenking van de oorlogsdoden in Woerden en het speelt zich af in onze straat, vlak voor ons huis. In latere jaren wordt de herdenking gehouden aan het begin van de Meeuwenlaan: daar staat dan een ‘obelisk’ waar een vuur ontstoken wordt.
Op die 4e mei 1950 staan wij voor het raam en kijken naar buiten. Het voelt vreemd dat wij daar staan. Een stoet van mensen loopt langzaam door onze straat. Wie zijn zij en waarom lopen zij daar? Waarom zijn wij niet buiten? Ik begrijp niet veel. Een muziekkorps speelt langzame muziek. Iedereen heeft een bloem bij zich. Later leer ik dat het rode en witte tulpen zijn en ook blauwe hyacinten. Meisjes verzamelen de bloemen en een man in een zwart pak legt kleur bij kleur en de volgende dagen ligt daar, bij die boom op het gras, de vlag van Nederland. We zijn ook stil. Buiten wordt gezongen. Wij kijken.
In latere jaren liep de gehele mulo (en ik dus ook) naar de Meeuwenlaan. Het hoorde erbij en wij herdachten. Als lid van de gym werd ik gevraagd mee te doen met de ‘dodenwacht’ en natuurlijk deed ik dat. Voor mij voelde het alsof ik daar bij moest zijn. Mijn vader bleef thuis. Ik hoorde niets van hem. Hij keek wel naar de tv. Natuurlijk vroeg ik mijn vader wat hij in de oorlog……. Hij werkte in de zuivel en was vrijgesteld om naar Duitsland te gaan. Wat hij dacht, geloofde, vond, voelde…..? Alle vaders van jongens en meisjes in de kerk werden bij toerbeurt diaken of ouderling. Mijn vader niet. Langzaam begon het mij te dagen. Mijn vader wilde er buiten blijven, toeschouwer zijn, kijken. Niet meedoen. Nog veel later begreep ik waarom dat was. Ik vond die gedachte niet fijn.
We zijn 73 jaar verder dan op de 4e mei 1950. Ik ben bij vele herdenkingen deelgenoot geweest. Ook heel kleine, zoals die op de Zeedijk bij Schoterzijl, bij het monument van Harmen Visser of in Nijeholtwolde waar een paar Joden….. Langzamerhand ben ik een oude man geworden en zie bewaarheid dat l’histoire se répète en dat het nu niet anders is dan toen. Dat er duivelse machthebbers zijn die een vreselijk plan over de wereld uitrollen en dat op onmenselijke wijze de waardigheid van mensen vertrapt wordt, ter meerdere glorie van de elite, de elite die vazallen aanstuurt die ons op 4 mei naar de Dam, naar de Meeuwenlaan, naar de Waalsdorpervlakte, naar de Zeedijk en naar Nijeholtwolde nodigen om de doden te herdenken.
Wat stelt onze vrijheid nog voor wanneer onze grondwet door onze overheid met voeten getreden wordt en onze volksvertegenwoordiging zich als makke schapen buitenspel laat zetten? Niets! Dan stelt onze vrijheid niets voor. Wat wij kunnen doen is: niet zwijgen en niet ondergronds gaan en ons blijven uitspreken, elke dag weer. Steeds weer en weer in herinnering roepend:
“Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen: dan dooft het licht.” Daarom zullen wij niet zwichten.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?