Is er eigenlijk wel een klimaatcrisis?
💨
Meeste klimaatvoorspellingen zijn te hoog gebleken
Meeste klimaatvoorspellingen zijn te hoog gebleken
Datum: 25 maart 2021
Klimaat
Dr. Ross McKitrick
SAMENVATTING
- De wereldwijde opwarming gedurende de laatste 200 jaar was traag en beheersbaar terwijl intussen wereldwijde welvaart en welzijn spectaculair zijn toegenomen.
- Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) voorspelt dat de economische impact van wereldwijde opwarming de komende eeuw, in vergelijking met andere veranderingen, relatief klein zal blijven.
- De meeste voorspellingen voor de toename van CO2-emissies zijn te hoog gebleken en er zijn bewijzen dat de klimaatmodellen die gebruikt worden standaard een te hoge opwarming geven.
- De meetgegevens over extreme weersomstandigheden ondersteunen geenszins de vaak gehoorde claims over een ‘klimaatcrisis’.
Het woord emergency verwijst, net als het woord crisis, naar een situatie die kan leiden tot onmiddellijke en ernstige schade, tenzij er snel actie wordt ondernomen. Met het woord verandering ligt dat anders.
‘Klimaatverandering’ verwijst naar
langzame variaties in belangrijke
weergrootheden, zoals bijvoorbeeld
30-jarige gemiddelden van temperatuur en neerslag. Zulke veranderingen kunnen alleen maar vastgesteld
worden op tijdschalen van decennia
tot eeuwen. Sommige veranderingen
kunnen gunstig zijn, sommige nadelig.
Dat is afhankelijk van hoe de mens zich
aanpast. De woorden ‘emergency’ en
‘crisis’ zouden dan ook helemaal niet
gebruikt moeten worden in verband
met het klimaat. Dat is ongeacht of die
klimaatveranderingen, voor zover ze
er wel zijn, natuurlijk zijn of door de
mens veroorzaakt worden.
Introductie
Metingen van over de hele wereld
laten zien dat het wereldwijde klimaat
vanaf ongeveer het jaar 1800 licht aan
het opwarmen is. Het begin van de 19e
eeuw markeert het einde van wat de
‘Kleine IJstijd’ genoemd wordt. Deze
veroorzaakte, op veel verschillende
plekken, de koudste periode sinds het
eind van de laatste echte ijstijd van
11.000 jaar geleden. Voorafgaand aan
de Kleine IJstijd zijn er op veel plaatsen lange periodes geweest waarin
het klimaat warmer was dan vandaag
de dag. Zo zijn we eraan gewend dat
het Canadese Noordpoolgebied het
grootste deel van het jaar bedekt is
met zee-ijs, maar er zijn ook periodes
geweest voorafgaand aan de Kleine
IJstijd van ruim 1000 jaar lang, waarbij
de Beaufortzee (zee ten noorden van
Alaska en Canada, red.) vrijwel het
hele jaar ijsvrij was.
De opwarming van het klimaat in
de afgelopen decennia is dan ook
geenszins uitzonderlijk. Veel Amerikanen kennen het verhaal dat de
Glacier Bay in Alaska in de 19e
eeuw
heel snel opwarmde. In 1923 merkte
Professor William S. Cooper op dat
deze schilderachtige baai onder een
dik pak ijs moet hebben gelegen
toen Kapitein Vancouver het gebied
in 1794 voor het eerst bereikte. Het
ijs begon daarna snel te smelten en
rond 1920 (nu meer dan een eeuw
geleden) had het ijs zich zestig mijl
(ongeveer 100 km, red.) landinwaarts
teruggetrokken. Dat was bijna tot aan
de uiteinden van de veraf gelegen
fjorden Torr en Muir, waar bezoekers ook vandaag de dag nog naartoe gaan
om te zien wat er over is van die eens
zo machtige gletsjers.
Naast opwarming is de wereld
sinds 1800 ook veel rijker en gezonder
geworden. Het gemiddelde inkomen
per persoon is gedurende die periode
veertien keer zo hoog geworden. In
1801 bedroeg de gemiddelde levensverwachting overal ter wereld minder
dan veertig jaar, terwijl vandaag de dag
de levensverwachting in veel landen
meer dan tachtig is. Het wereldwijde
jaarlijkse privé-inkomen is sinds 1990
sneller toegenomen dan ooit tevoren,
terwijl het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, gedaald is van 1,9
miljard naar 650 miljoen.
Tijdens de afgelopen 200 jaar is de
wereld iets warmer geworden, maar
er heeft ook een spectaculaire groei
plaatsgevonden in inkomen en levenstandaard. Voor die economische en
sociale voorspoed was de beschikbaarheid van goedkope energie afkomstig
van fossiele brandstoffen essentieel.
De daarmee gepaard gaande emissies
van broeikasgassen hebben weliswaar
iets bijgedragen aan de opwarming,
maar dat heeft ons er niet van weerhouden toch heel wat beter af te zijn. Er
is dan ook geen enkel historisch bewijs
voor het idee dat de opwarming die
we nu meemaken tot een crisis of een
‘noodtoestand’ zal leiden.
Hoe zit het met de toekomst?
In 2013 deed het Intergovernmental
Panel on Climate Change (IPCC)
een uitgebreide studie naar de verwachte gevolgen van de opwarming
van de Aarde binnen de context van
ontwikkeling en economische groei.
De studie concludeerde dat er reële
gevolgen verwacht worden, maar dat
die klein en beheersbaar zullen zijn,
in vergelijking met allerlei andere
veranderingen die in de lijn der verwachting liggen:
“Voor de meeste economische
sectoren zullen de gevolgen van
klimaatverandering relatief klein blijven in vergelijking met andere
invloeden. Veranderingen in bevolking, leeftijd, inkomen, technologie,
prijzen, levensstijl, wet- en regelgeving, bestuur, en andere aspecten
van sociaaleconomische ontwikkelingen zullen een veel grotere invloed
hebben op vraag en aanbod van diensten en goederen dan de gevolgen van
klimaatverandering.” Aldus het IPCC.
Samenvattend: net zoals tijdens
de afgelopen 200 jaar, zal er in de
komende eeuw veel vooruitgang
geboekt worden in de wetenschap,
de technologie, het inkomen, en in
de levensstandaard. De effecten van
klimaatverandering zijn in vergelijking daarmee gering.
Worstcasescenario’s overheersen
Studies over de toekomstige impact
van klimaatverandering baseren zich
op langetermijnverwachtingen van
CO2-emissies. Helaas blijken in recente jaren duizenden studiesgebaseerd
te zijn op een emissiescenario dat
bekend staat als “RCP8.5”, waarvan
inmiddels bekend is dat het een sterk
overdreven toekomstbeeld schetst
van de te verwachten uitstoot. Sommige wetenschappers hebben er al bij
collega’s op aangedrongen daarmee
te stoppen, of als alternatief daarvoor
een waarschuwing aan die studies toe
te voegen die duidelijk aangeeft dat
de conclusies niet meer zijn dan speculaties voor een worstcasescenario.
Toch wordt er nog steeds met de regelmaat van de klok naar die scenario’s
verwezen, suggererend dat deze zich
daadwerkelijk zullen gaan voordoen.
Het enige dat dit nog zou kunnen
tegenhouden, is ons flink, snel en
tegen zeer hoge kosten inspannen
om de emissies terug te dringen. Dat
is pure misleiding. De daadwerkelijke emissies van de afgelopen paar
decennia zitten zelfs helemaal onderaan de emissiescenario’s die door al
die wetenschappers gebruikt blijven
worden in de klimaatmodellen.
De voorspellingen die gebaseerd
zijn op emissiescenario’s die wel
kloppen met de historische veranderingen, wijzen in het geheel niet
op een crisis. In plaats daarvan suggereren ze een gestaag en beheersbaar tempo van veranderingen. Ze
ondersteunen de IPCC-conclusie dat
de gevolgen van klimaatverandering
voor de komende eeuw relatief klein
zullen blijven, in vergelijking met de
snelheid van alle andere ontwikkelingen in de samenleving.
Voorspellen klimaatmodellen een ‘noodtoestand’?
Er zijn veertig grote onderzoekscentra wereldwijd die klimaatsimulaties
kunnen uitvoeren. Hun modellen
voorspellen van alles. Het is relatief eenvoudig een klimaatmodel te
bouwen dat een crisis kan genereren,
zoals uit de hand lopende opwarming
of het afsmelten van de Antarctische
ijskap. Dat betekent nog niet dat
dergelijke voorspellingen ook uit
zullen komen. Voordat we dergelijke
voorspellingen blindelings accepteren, zullen we eerst moeten kijken
welke modellen beter in staat zijn de
trends van de afgelopen veertig jaar
te reproduceren. Deze zouden dan
gebaseerd moeten zijn op de belangrijkste veranderingen die aan het licht
zijn gekomen in de betekenisvolste
klimaatparameters, zoals daar zijn de
intensiteit van de zon, de broeikasgassen, luchtverontreiniging en ook
het landgebruik.
Wetenschappers die dergelijke
studies uitvoerenzijn tot de conclusie gekomen dat vrijwel alle modellen
meer opwarming veronderstellen dan
er is waargenomen. Veel modellen
simuleren op zijn minst twee keer
zoveel opwarming als geconstateerd. De nauwkeurigste modellen
registreren minder veranderingen in
broeikasgassen, en laten daarbij ook
minder toekomstige opwarming zien.
Dit draagt bij aan het onafhankelijke
bewijsdat modellen met resultaten die
het meest overeenkomen met de temperaturen in de 20e
eeuw, het minst
‘gevoelig’ zijn voor broeikasgassen.
De nauwkeurigste modellen
voorspellen dan ook geen klimaatcrisis. In plaats daarvan laten ze
gematigde opwarming zien en een
lichte economische groei, vooral
voor de komende dertig jaar. Zelfs
in het onwaarschijnlijke geval dat
het extreme RCP8.5 scenario uit zou
komen, is de voorspelling dat dit
een netto economische verlies op
zou leveren van niet meer dan 7%
van het wereldwijde BBP, in het jaar
2100. Rekening houdende met een
2% jaarlijkse groei, houdt dat in dat de wereldwijde economie in de periode tussen 2020 en 2100 in plaats van
met 388%, met 354% gegroeid zal zijn.
Zelfs het slechtst denkbare scenario is
dan ook nog steeds geen crisis.
Hoe zit het met droogtes, overstromingen, orkanen en ander extreem weer?
Het is belangrijk op te merken dat het
IPCC in haar meest recente rapport -
daterend uit 2012 - bij de analyse van
de langetermijntrends van extreem
weer, geen duidelijk verband vond
tussen klimaatverandering en de
meeste weerextremen, en dat sommige trends, zoals die van het voorkomen van droogte, aan het afnemen
zijn. Om een voorbeeld te noemen dat
voor veel Amerikanen actueel is, het
aantal bosbranden neemt wereldwijd
af, iets dat regelrecht in tegenspraak
is met wat algemeen verondersteld of
ook gesuggereerd wordt.
Conclusie
De wereldwijde COVID-19 pandemie
heeft laten zien hoe een wereldwijde
crisis eruit ziet. Klimaatverandering
staat daarmee in scherp contrast.
Het is een probleem waar we aandacht aan moeten besteden, dat we
in de gaten moeten blijven houden,
maar er zijn geen aanwijzingen dat
er sprake is van een op hande zijnde
‘crisis’. Beleid dat als reactie op ongefundeerde retoriek over klimaatverandering de mondiale ontwikkeling
en economische groei zou remmen,
zou veel meer kwaad dan goed doen
en dient dan ook resoluut van de hand
gewezen te worden.
◀
Ross McKitrick is Hoogleraar Economie,
University of Guelph maar publiceert
geregeld in de wetenschappelijke
literatuur over klimaatverandering. Zo
onderzocht en bekritiseerde hij samen
met Stephen McIntyre de roemruchte
hockeystickgrafiek. Daarnaast publiceerde McKitrick over ‘vervuiling’ van
de wereldwijde temperatuurdatasets
door verstedelijking en industrialisatie. Op zijn website rossmckitrick.
com zijn al zijn publicaties en opiniestukken te vinden.
Marcel Crok won in 2005 de Glazen
Griffioen voor zijn artikel over de
hockeystickgrafiek waarin het werk
van McIntyre en McKitrick uitgebreid
besproken werd.
Het oorspronkelijke artikel inclusief
referenties kan
gelezen worden
op clintel.org/is-there-a-climate-emergency
Artikel uit De Andere Krant Klimaat (maart 2020).
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?