“Sterven kan een groot geschenk zijn”
Beeld: MKFOTOGRAFIE
💨
Interview Ineke Visser, initiatiefneemster van het Landelijk Expertisecentrum Sterven
Interview Ineke Visser, initiatiefneemster van het Landelijk Expertisecentrum Sterven
Datum: 2 december 2024
Cultuur
Sanne Burger
We zijn bang geworden voor de dood, terwijl sterven een wezenlijke en helende ervaring kan zijn. Ieder mens zou dan ook de mogelijkheid moeten hebben om het stervensproces volledig door te maken. Dat zegt Ineke Visser, initiatiefneemster van het Landelijk Expertisecentrum Sterven. Onlangs verscheen haar boek ‘Licht op sterven’, waarmee ze wil bijdragen aan meer bewustwording rondom het stervensproces.
In onze cultuur ligt de nadruk bij stervensbegeleiding vooral op het onderdrukken van pijn en lijden. De inzet van euthanasie neemt jaarlijks toe, in 2023 met 5,4 procent. De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde voorspelt dat dit de komende jaren met nog eens 5 procent zal stijgen. In 2014 werd aan iets meer dan 5000 mensen euthanasie verleend, vorig jaar gold dat voor 9.068 personen, aldus artsenfederatie KNMG. Over palliatieve sedatie (medicinaal sederen bij het stervensproces) zijn geen exacte cijfers bekend, maar ook daarin zien we een enorme stijging. Het zijn ontwikkelingen die Visser met lede ogen aanziet. Tegelijkertijd verschuift het sterven steeds meer van de huiskamer naar het ziekenhuis, verpleeginstellingen en het hospice. Thuis sterven wordt steeds ongebruikelijker. Het sterven is onbekend geworden en dat vergroot de angst en het ongemak.
“Sederen lijkt het nieuwe normaal te worden, maar daarmee loop je mogelijk de kans mis om bewust te sterven”, zegt ze. “Met bewust sterven bedoel ik dat zowel de stervende als iedereen die bij het stervensproces betrokken is, er met volledige aandacht bij is, zonder iets uit de weg te gaan. Het is het verlangen van de ziel om dit leven te voltooien en hoe beter we dit leven afronden, hoe minder ballast we doorgeven aan de volgende generaties. In onze samenleving zou ik graag een ontwikkeling zien waarbij bewust sterven het nieuwe normaal wordt, in plaats van ingrijpen. Dat kan alleen maar als we een collectieve beweging maken van angst naar vertrouwen.”
Met deze visie voor ogen richtte Visser in 2016 het Landelijk Expertisecentrum Sterven op, waar ze met collega’s de intensive Omgaan met sterven op post-hbo niveau geeft.
Deze opleiding leidt op tot stervensbegeleider in de breedste zin van het woord. Alle aspecten van het sterven komen aan bod, niet alleen de lichamelijke, maar ook de emotionele, mentale, spirituele en sociale. In oktober begonnen drie nieuwe groepen studenten. De interesse is groot, vooral bij hospicemedewerkers, verpleegkundigen, therapeuten geestelijke verzorgers, uitvaartverzorgers en een enkele arts. Daarmee lijkt er grote behoefte te zijn aan een ander geluid rondom de dood.
Tot eind jaren ’90 werkte Visser in het bedrijfsleven als HR-manager bij een groot telecombedrijf. Na een burn-out besefte ze dat ze daar niet langer op haar plek was. “Ik was de voeling met waar het mij om ging in het leven een beetje kwijtgeraakt. Daarom ging ik studeren bij de universiteit van Humanistiek in Utrecht. Dat was enorm verrijkend. Eigenlijk heb ik nooit een bijzondere fascinatie voor de dood gehad. De spontane beslissing om als vrijwilliger in een hospice te gaan werken, kwam echt van binnenuit. Intuïtief voelde ik dat het me iets belangrijks zou brengen, maar ik wist nog niet wat dat was. Tot mijn eigen verrassing was ik in het hospice meteen op mijn plek. Na een aantal jaren werd ik coördinator en in die periode leerde ik veel over het stervensproces. Bijvoorbeeld als iemand stervende is, heeft hij een natuurlijke neiging om de balans op te maken. Vaak zie je het verlangen ontstaan om relaties te herstellen. Soms is er de behoefte om het hart te luchten, iets recht te zetten of herinneringen op te halen. Er kan een enorme verzachting en aanvaarding optreden. Dat komt omdat de stervende al regelmatig in een verruimd bewustzijn verkeert, waar pijn en trauma in een ander licht komen te staan. Het hoort allemaal bij de natuurlijke voorbereiding op de dood. Om deze redenen geloof ik dat het zinvol is het stervensproces zo weinig mogelijk te verstoren. Als te snel overgegaan wordt tot euthanasie, palliatieve sedatie of medicatie, wordt dit proces mogelijk verstoord, terwijl het zo helend kan zijn, zowel voor de stervende als voor de nabestaanden.”
Onlangs verscheen haar boek Licht op sterven, een uitgebreide heruitgave van In het licht van sterven, met een voorwoord van cardioloog Pim van Lommel. Het toegankelijke boek kent ontroerende, soms aangrijpende verhalen van hospicemedewerkers en anderen die het stervensproces van dichtbij meemaakten. Het oorspronkelijke boek ontstond door een onderzoek naar levenseinde-ervaringen dat Visser deed in samenwerking met neuropsychiater Peter Fenwick. “Hij deed destijds in Engeland onderzoek naar levenseinde-ervaringen, ofwel sterfbedvisioenen. Toen ik hem in 2009 ontmoette, leek het bijna vanzelfsprekend dat ik dit onderzoek voor hem ging uitvoeren in Nederland. Aanleiding voor Fenwick om end-of-life experiences te gaan onderzoeken, was het verslag van de dochter van een van zijn stervende patiënten: ‘Mijn moeder keek ineens lang en intens naar een hoek van de kamer. Toen kwam ze weer terug, keek me recht aan en zei: ‘Paulien, wees nooit bang om dood te gaan. Ik heb een prachtig licht gezien waarnaar ik op weg was en het kostte me grote moeite terug te keren.’ Aan het eind van de middag ging de dochter naar huis. Bij het weggaan zei ze: ‘Dag mam, tot morgen’. Haar moeder zei alleen maar: ‘Maak je maar geen zorgen over morgen’. Die avond stierf ze.”
Dit soort ervaringen komt veel voor, zegt Visser, maar wordt vaak niet opgemerkt. “Mensen zijn vaak bang erover te praten omdat ze niet voor gek versleten willen worden. Daarom is het onderzoek naar levenseinde-ervaringen van Fenwick, maar ook het onderzoek naar de nabij-de-doodervaring (NDE) van Pim van Lommel, baanbrekend. Ook het werk van arts-psychiater Elisabeth Kübler-Ross, pionier en autoriteit op het gebied van stervensbegeleiding en verliesverwerking, mag niet onvermeld blijven. Zij hebben de vele bijzondere en transformerende ervaringen rondom het sterven op de kaart gezet en maatschappelijk bespreekbaar gemaakt – een taak die ik nu mag voortzetten. Ik sta op sterke schouders. Het werk om licht te schijnen op het stervensproces is relevanter dan ooit, juist omdat de angst voor de dood zo groot is.”
Haar persoonlijke, meest indringende levenseinde-ervaring was deze: “Ik zat aan het sterfbed van een mevrouw, samen met haar drie kinderen. Ze was heel tenger, bijna transparant en was al dagen buiten bewustzijn. Ineens richtte ze zich op, keek haar kinderen een voor een aan, spreidde vervolgens haar armen, zakte met een gelukzalige glimlach terug in de kussens en stierf. De kamer vulde zich met een immense, diepe vrede. Het was een indringende en overweldigende ervaring voor me. Voor de naasten was deze ervaring heel helend. Sterven doe je niet alleen, het is ook een relationeel iets. Het heeft een diepe impact op iedereen die erbij betrokken is.”
Om het stervensproces inzichtelijker te maken, heeft Visser een zeven-lagen benadering ontwikkeld die is geïnspireerd op de vierkwadrantentheorie van Kübler-Ross, en die uitgaat van een holistische visie, voorbij het materiële. Visser definieert de mens als een multidimensionaal wezen dat bestaat uit zeven lagen of lichamen: het fysieke lichaam, het emotionele, het mentale, het spirituele, het relationele, het goddelijke en uiteindelijk het bewustzijn. Op het moment dat er iets wegvalt, nemen de andere lichamen het over. Bij dementie bijvoorbeeld, krimpt het mentale lichaam: de cognitieve vermogens nemen af, maar je kunt nog steeds heel goed verbinding maken op de emotionele of spirituele laag. Bij het sterven doven langzaam maar zeker alle lagen uit, totdat het ik-bewustzijn samenvalt met het oneindig bewustzijn. Visser pleit ervoor dat al deze zeven lagen aandacht krijgen bij het stervensproces.
“Wat ik dankzij mijn werk in het hospice en het Landelijk Expertisecentrum Sterven geleerd heb, is dat de dood een overgangsfase is, een liminale fase, waarin een grote transformatie plaatsvindt”, legt Visser uit. “Als je je daaraan durft over te geven en het proces bewust doorleeft, dan groei je en word je een bewuster en completer mens. Nu leven we in een tijd waar mensen collectief de regie willen behouden, wat iets heel anders is dan acceptatie en overgave. Er is een hang naar maakbaarheid, controle en beheersing over alle aspecten van het leven, inclusief de dood. Wat betreft het stervensproces maken de wetgeving en gezondheidszorg in Nederland dit natuurlijk ook in hoge mate mogelijk, maar je kunt je dus afvragen wat je daarmee verliest. Ik romantiseer de weg naar de dood niet, maar steeds weer blijken er in het sterven onvermoede krachten en kwaliteiten vrij te komen.
Bij het sterven verliezen we gaandeweg alles wat ons houvast geeft in het leven: bezittingen, relaties, gedachten en gevoelens ... alles wat je een gevoel van identiteit geeft, van ‘dit ben ik’, verdwijnt, tot en met het fysieke lichaam aan toe. Ik ervaar het als mijn missie om bij te dragen aan de verruiming van het collectieve bewustzijn over sterven. Ik ben een wegbereider en dat ben ik eigenlijk altijd geweest. Een week voordat ze van mij moest bevallen, hoorde mijn moeder dat er nog een tweede kindje verscholen zat achter de eerste. Mijn ouders waren ontzettend blij met het nieuws en mijn zusje en ik waren meer dan gewenst. Een week later werd ik als eerste geboren, meteen daarna kwam mijn zus. Mijn moeder vertelde later hoe ik, de wegbereider voor haar zuster, op een eerste lentedag het daglicht zag. En eigenlijk is dat wat ik nog steeds doe, ook bij het Landelijk Expertisecentrum Sterven. Ik bereid in een uitnodigende ruimte de weg voor, opdat mijn studenten hun eigen autonome visie op sterven kunnen ontwikkelen. Wordt de wereld daar een beetje mooier van? Ongetwijfeld wordt de wereld mooier als we gaan leven vanuit het bewustzijn van de ziel. Het is simpelweg de be-doel-ing. Het doel van ons leven is de weg terug te vinden naar onze ware essentie. En dat is wat het proces van sterven ons kan leren.”
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?