Nieuws Cultuur

“We zijn cultureel op een punt aanbeland waar we niet meer verder kunnen”

interview ad verbrugge
Beeld: MKFOTOGRAFIE
💨

Ad Verbrugge: “De spanning in het systeem neemt alleen maar toe”​
Ad Verbrugge: “De spanning in het systeem neemt alleen maar toe”
Datum: 13 augustus 2023
Cultuur

Peter Baeten


Filosoof Ad Verbrugge is met het kanaal De Nieuwe Wereld uitgegroeid tot een belangrijke vertolker van het tegengeluid. In zijn nieuwe boek, De Gezagscrisis, pleit hij voor een herwaardering van de mens als gemeenschapswezen zoekend naar zingeving, als antwoord op de huidige lege en technocratische consumptiecultuur. Als die herwaardering er niet komt, vreest hij voor chaos. “De huidige orde is, in de kern, wankel.”

We spreken Ad Verbrugge (56) in zijn fraaie huis in het centrum van Leiden, waar ook de opnames voor zijn succesvolle Youtube-­kanaal De Nieuwe Wereld plaatsvinden. Verbrugge doceert aan de VU Amsterdam maar mengt zich daarnaast ook al jaren in het publieke debat, bijvoorbeeld over de dalende kwaliteit van het Nederlandse onderwijs. Hij neemt onder meer krachtig stelling tegen de verengelsing aan de Nederlandse universiteiten.
Verbrugge is als filosoof in de conservatieve hoek te plaatsen. Hij pleit voor een herwaardering van traditie, (nationale) gemeenschapszin en vakmanschap, in de reguliere media niet altijd populaire meningen. Mede daarom richtte hij in 2017 De Nieuwe Wereld op, samen met journalist Paul van Liempt (toen nog onder de naam Voor de Ommekeer). Met name het ontbreken van het ‘gevaarlijke’ en het diepgaande gesprek in plaats van gescripte interviews, stak hem.

Inmiddels is De Nieuwe Wereld uitgegroeid tot een platform met ruim 90.000 abonnees waar originele en dwarse wetenschappers, filosofen en bestuurders de tijd krijgen om hun verhaal te vertellen. Dat Verbrugge niet bang is om tegen de stroom in te roeien, werd duidelijk in de coronacrisis, toen outcasts als Mattias Desmet, Ronald Meester, Jona Walk, Dick Bijl, Theo Schetters en Maurice de Hond er uitgebreid aan het woord konden komen.

Verbrugge is dan ook tevreden met de ontwikkeling en het huidige profiel van De Nieuwe Wereld. Hij is van plan op de ingeslagen weg door te gaan. Onlangs verraste hij ook met een nieuw boek bij uitgeverij Boom: De Gezagscrisis, filosofisch essay over een wankele orde. In dit uitgebreide essay van ruim 300 pagina’s pleit Verbrugge voor een herwaardering van de mens als gemeenschapswezen zoekend naar zingeving, als antwoord op de huidige lege en technocratische consumptiecultuur, daarbij voortbouwend op eerdere boeken als Tijd van onbehagen, Staat van verwarring en Het goede leven en de vrije markt. Verbrugge, zelf popmuzikant, duidt de maatschappelijke ontwikkelingen op een zeer toegankelijke manier, onder meer aan de hand van historische trends in de populaire cultuur (zoals de punk-, grunge- en rapmuziek). Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek niet voor niets aan Pieter Omtzigt, iemand die in zijn ogen nog op een ‘ouderwetse’ manier gezag heeft.

In je boek leg je de oorzaak van de huidige maatschappelijke crisis vooral in de revolutie van de jaren ’60.
Ik beschrijf de dynamiek van onze postmoderne cultuur. In de jaren ’60 zagen we het radicale afscheid van de oude structuren. Hoe begrijpelijk en terecht ook, het is voor mij de vraag in hoeverre we die verandering cultureel en maatschappelijk ooit echt te boven zijn gekomen. We zagen toen enerzijds de radicale aanval op traditionele gezagsverhoudingen en het ontstaan van de anti-autoritaire houding die hoort bij de bevrijding van het individu, het eerste kernthema. Daarnaast werd er een maatschappij-analyse gehanteerd die teruggaat op onder meer Marx. Je ziet daardoor een sterke focus ontstaan op economische machtsverhoudingen, die later ook naar voren komt in de neoliberale revolutie: it’s the economy, stupid. Dat is een tweede kernthema.

Waarom gaat het daarna mis?
In de loop van jaren ’70 zie je de oorspronkelijke idealen van de jaren ’60 verdampen: die idealen blijken in feite veel te abstract te zijn. De nieuwe lifestyle die werd gepropageerd loopt eind jaren ’70 op zijn einde. De laatste communes vallen uit elkaar en de economie loopt vast, mede door de oliecrisis en de te ruim opgetuigde verzorgingsstaten. De ontgoocheling daarover is groot, de opkomst van de punk en anarchistische krakersbeweging markeren dit failliet. En dan komt er een eigenlijk verrassende omslag in de jaren ’80. Cultureel gesproken behouden we de nadruk op het eerste kernthema, de individuele vrijheid en autonomie. Die autonomie wordt vanaf dat moment hoofdzakelijk in economisch-financiële termen uitgelegd, burgers als consumenten en producenten op de vrije wereldmarkt: kernthema twee. Daarmee hebben we tevens twee beginselen van de neoliberale revolutie. In de jaren ’80 ontstaat opmerkelijk genoeg het idee om de economische werkelijkheid als een neutraal domein op te vatten, dat op basis van een wetenschappelijke methode optimaal kan worden ingericht. Zo ontstond het geloof dat je het beste rendement voor iedereen behaalt, als je de markt maar zijn werk laat doen en iedereen een beetje ‘ondernemer’ wordt, ook de schoolbestuurder of de ziekenhuisdirecteur. Als je organisaties vooral op basis van financieel-economische modellen inricht en geen uitdrukkelijk praktische moraal meer hanteert, dan wordt het gemeenschappelijk goed uitgehold, met alle perverse bijwerkingen van dien.

In hoeverre is de resulterende gezagscrisis anders dan de voorgaande?
De hele erfenis van de moderniteit zelf is nu in het geding: wetenschap, techniek, economie en rechtsstaat. Voor zover modernisering opgevat kan worden als een ‘proces van bevrijding’, zijn we cultureel op een punt aanbeland waar we niet meer verder kunnen. De tegenstrijdigheden binnen de huidige orde treden steeds sterker aan het licht, waarmee ook haar legitimiteit onder druk komt te staan. Vrijheid slaat om in onvrijheid, waarheid in onwaarheid, tolerantie wordt intolerantie.

Dat wordt inmiddels op allerlei terreinen zichtbaar. Neem de huidige genderdiscussie die niet toevallig in de context van onze virtuele consumptiecultuur is opgekomen. ‘Ik denk, dus ik ben’, heeft hier in feite de vorm aangenomen van ‘Ik ben wat ik denk’. Een dergelijke zelfidentificatie moet vervolgens onvoorwaardelijk erkend worden door anderen. Dit betekent tevens dat het hele idee van ‘waarheid’ op losse schroeven staat, omdat moreel-ideologische denkbeelden in de plaats komen van biologische gegevens.

Tegelijkertijd zien we dat de legitimiteit van het gezag sinds de jaren ’90 in toenemende mate ‘gedepolitiseerd’ is geraakt. Het heeft zich in hoge mate verplaatst naar wat ik in mijn boek de ‘systeembouwers’ en ‘-beheerders’ noem. Die bogen op een bepaalde ‘objectieve’ rationaliteit of deskundigheid om hun gezag te rechtvaardigen: de juristen, bankiers, ingenieurs, programmeurs, politici, economen en fiscalisten, die samen de netwerksamenleving hebben opgetuigd. We zagen het ook gebeuren tijdens de coronacrisis: men verwijst voortdurend naar wetenschap en techniek om maatregelen te rechtvaardigen. In die legitimatie zelf gaat een bepaalde machtsconstellatie schuil die werkzaam is binnen de netwerksamenleving, namelijk partijmacht, bestuursmacht, expertmacht, kapitaalmacht en mediamacht. Deze machtsfactoren zijn met elkaar verbonden en doen zichzelf ook langs informele weg gelden. Deze gehele mondiale orde – die zich bij uitstek beroept op moderne waarden als wetenschap en techniek – is momenteel wankel geworden, en daarmee de moderne rationaliteit als zodanig.

Er is inmiddels een vrij breedgedragen gevoel dat het huidige systeem op zijn einde loopt. Hoe zie je dit verder gaan?
Dat is een gevoel waar ik al een stuk langer mee leef. Niet voor niets heet ons kanaal De Nieuwe Wereld en draagt mijn essaybundel uit 2004 de titel Tijd van onbehagen. In dit boek duid ik de maatschappelijke ontwikkeling steeds ook in termen van veranderende gezagsverhoudingen, waarbij ik verschillende vormen van gezag beschrijf. Een daarvan noem ik het ‘messianistische gezag’. Soms leeft er in tijden van crisis bij een bepaalde groep mensen een bepaald levensgevoel dat wordt beantwoord door één persoon, iemand die de onderstroom aanvoelt en daarmee resoneert. Fortuyn was daar in Nederland een vroeg voorbeeld van. Maar zie ook Trump, of je het nou met hem eens bent of niet. Het grote maatschappelijk ongenoegen zal in veel gevallen naar bepaalde messianistische personen toe trekken. En dan kan het vervolgens beide kanten op, goed of slecht.

In heel Europa en Amerika zie je momenteel dat de gezagsverhoudingen in het geding zijn. We bewegen bovendien in de richting van een algehele systeemcrisis, ook in het financieel-economische domein. Sinds de bankencrisis van 2008 zijn zaken op systeemniveau alleen maar verergerd. Verder is het wantrouwen bij het publiek ten aanzien van instituties alleen maar gegroeid. Daarnaast is het zo dat postmoderne burgers juist ook weer bescherming van de overheid verwachten. Aan de onderkant van onze multiculturele samenleving zijn er ook grote groepen ontstaan die zich niet veel gelegen meer laten liggen aan de rechtsstaat. Als er in zo’n situatie een economische crisis uitbreekt en mensen hun werk verliezen of financieel zware tegenslag lijden, dan is de kans op oproer, denk ik, aanzienlijk. De huidige orde is in de kern wankel.

De systeembouwers zullen wellicht steeds vreemdere trucs moeten uithalen?
Je ziet in ieder geval dat het handhaven van de orde in steeds grotere mate ten koste gaat van recht en vrijheid, en een deel van het publiek gaat daarin mee. We hoeven maar naar de maatregelen in de coronatijd te kijken of naar de geplande invoering van de CBDC. De spanning in het systeem neemt momenteel alleen maar toe, zover dat zelfs elementaire grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, als een bedreiging van de maatschappelijke orde worden ervaren. Alles staat in het teken van controle, tegelijkertijd groeit ook het verzet daartegen en wordt het systeem intern steeds brozer of poreuzer.
Gaan we in het Westen langzaam naar een social credit systeem naar Chinees voorbeeld?
Dat is tot op zekere hoogte al het geval. Ook dat zagen we in feite al tijdens de coronacrisis: een QR-code als voorwaarde voor toegang tot allerlei publieke gelegenheden. Toch hoop ik dat we echt een andere inborst hebben dan mensen in China en dat we ons op tijd zullen keren tegen de aantasting van onze rechten. In Amerika merk ik de opkomst op van iemand als Elon Musk. Wat je ook van hem vindt, het is in ieder geval een tegenstem tegen de dominante politieke en technisch-economische orde. Onze verworvenheden staan onder druk maar zijn nog niet verloren.

Hoe zie je de, volgens velen eenzijdige, rol van de media bij de richting waar het Westen nu opgaat?
Er zijn meerdere oorzaken te noemen, maar in het algemeen kun je zeggen dat de reguliere media integraal onderdeel zijn geworden van onze netwerksamenleving en de genoemde machtsconstellatie. Voor een deel vormen zij zelf een kapitaalmacht. Verder staan zij binnen de genoemde netwerkstructuur in verbinding met andere machtsfactoren zoals de (partij-)politiek. Daarnaast waren ook veel journalisten in de ban van de angst en hebben zij zich mede geprofileerd in afzet tegen de alternatieve media. We kennen natuurlijk de uitspraak van Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Klok aan het begin van de coronacrisis, dat het nu niet de tijd is om kritiek te leveren op de overheid. Hoezo niet?, denk ik dan. Juist in een tijd dat er ingrijpende maatregelen worden genomen die verregaande gevolgen hebben, is het zaak om als media een stevig publiek debat te faciliteren. Maar het verkopen van angst kan commercieel gezien aantrekkelijk zijn, evenals polarisering. In de coronatijd zag je hoe de gevestigde journalistiek zich in toenemende mate als de beschermer opwierp van de bestaande orde en ‘de waarheid’ – dit alles gebeurde veelal uit naam van ‘de wetenschap’. Dat was in veel gevallen volstrekt misplaatst. Bovendien zijn de meeste journalisten niet voldoende wetenschappelijk onderlegd.

Hoe word jij als systeemcriticus benaderd vanuit de mainstream?
Ik voel me niet erg gecanceld, of zo. Maar het valt me wel op dat bijvoorbeeld De ­Gezagscrisis vooralsnog weinig aandacht heeft gekregen in de reguliere media, terwijl dat bij mijn voorgaande boeken wel altijd het geval was. Laat ik er voorlopig gewoon vanuit gaan dat er nog een recensie komt in de Volkskrant of NRC. Het is natuurlijk een boek dat als een spiegel werkt voor de reguliere media. De vraag is wel hoe belangrijk het überhaupt nog is dat mijn boek daar wordt besproken. Tien dagen na de publicatie van mijn boek bleek een tweede druk noodzakelijk. Het vindt kennelijk zijn weg toch wel naar het publiek.

Hoe zie je de toekomst van de alternatieve media?
Een gouden toekomst. Mondiaal tekent zich een ander mediaspeelveld af in vergelijking met vijftien jaar geleden. Dit neemt niet per se een institutionele vorm aan maar concentreert zich sterk rond bepaalde sterke individuele persoonlijkheden, neem Joe Rogan of Tucker Carlson. Die personalisering van het medialandschap past heel erg bij deze tijd.

Het groeipotentieel van de alternatieve media acht ik sowieso enorm. Ik volg zelf de laatste jaren ook hoofdzakelijk alternatieve media, omdat de informatie vaak veel grondiger is dan de gewone journalistiek.

Hoe kijk je naar media als Ongehoord Nederland of De Andere Krant, die vaak feller van toon zijn dan De Nieuwe Wereld?
Ik waardeer het zeer dat binnen die media ruimte is voor originele geluiden over belangrijke aangelegenheden. De keerzijde vind ik wel het gemak waarmee mensen in de alternatieve hoek soms allerlei dingen aannemen en andere opvattingen afwijzen of veroordelen zonder dat men zelf echt kennis van zaken heeft. Men doet dan hetzelfde als de vermeende tegenstander. Ik zie daar evenzeer het gevaar ontstaan van een zekere nonchalance, zelfgenoegzaamheid en blikvernauwing die kunnen doorslaan in de richting van het ‘complotdenken’.

Krijgen die alternatieve media het ‘complotverwijt’ soms niet wat al te gemakkelijk?
Soms wel inderdaad. Het wordt ook wel over ons kanaal gezegd. Je kunt op voorhand geen duidelijke grens trekken tussen een complottheorie en de ware toedracht. Dat hangt van het specifieke geval af. Kijk naar het lab leak-verhaal, dat aanvankelijk als complottheorie werd neergezet door de reguliere media. Wij hebben bij DNW die lablek-hypothese altijd besproken als een serieuze mogelijkheid, mede omdat er toch een aantal onwaarschijnlijkheden kleefden aan het ‘natte markt-verhaal’. Dat laat onverlet dat ik in het algemeen niet de opvatting huldig dat er bij dergelijke calamiteiten sprake is van een groep mensen die ergens aan tafel zit en een kwaadaardig plan smeedt. Ik denk dat het er in de praktijk veel chaotischer aan toe gaat dan de meeste complot­theoretici willen weten.


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.