Onthuld: het Amerikaanse media ‘empire’
Wat naar buiten toe als onafhankelijk nieuws verkocht wordt, is in werkelijkheid gekocht nieuws
Amerikaanse overheidsinstellingen besteden honderden miljoenen dollars om wereldwijd het nieuws te beïnvloeden‚ zo kwam deze week aan het licht. Overheidsorganisatie USAID blijkt miljoenen te hebben gesluisd naar pro-Amerikaanse media‚ onder meer in Oekraïne. Daarnaast spendeerde non-profitorganisatie Internews de afgelopen jaren een half miljard aan Amerikaans belastinggeld om burgers in honderd landen te beschermen tegen ‘desinformatie’. Directrice Jeanne Bourgault van Internews pleitte vorig jaar bij het World Economic Forum (WEF) nog voor het onder druk zetten van adverteerders om hun reclamegelden alleen nog te besteden aan media die “relevante en correcte informatie” verspreiden.
Het is een klap die nog even blijft doordreunen: de inval van Elon Musk en zijn Doge-team in het hoofdkantoor van het U.S. Agency for International Development (USAID) en de daaropvolgende sluiting van de tent door president Donald Trump. Woordvoerster van het Witte Huis Karoline Leavitt noemde diverse voorbeelden van verkwisting van belastingeld door de Amerikaanse hulp- en ontwikkelingsorganisatie, waaronder 32.000 dollar voor een transgender-stripboek in Peru, 1,5 miljoen voor de promotie van inclusie en diversiteit op de Servische werkvloer, 3,2 miljoen voor een zusterorganistie van de Britse staatsomroep BBC en 20 miljoen voor een Irakese versie van het Amerikaanse kinderprogramma Sesamstraat. In Oekraïne en Hongarije financierde USAID diverse nieuwsmedia met vele miljoenen. USAID is ook al jaren betrokken bij censuur en beïnvloeding van sociale media‚ onderstreepte klokkenluider van het ministerie van Buitenlandse Zaken Mike Benz afgelopen week. Dit gaat bijvoorbeeld via Google Redirect dat gebruikers van internet naar pro-Amerikaanse bronnen sluist. USAID financiert daarnaast vele factcheck-groepen en ondersteunt de ontwikkeling van digitale ID’s in Afrika en elders.
Afgelopen week zette klokkenluiderssite Wikileaks de schijnwerper op een andere grote ontvanger van Amerikaans belastinggeld: Internews (voorheen Internews Network). Deze organisatie, die gevestigd is in Arcata in Californië, zegt over zichzelf: “We zijn een non-profitorganisatie die onafhankelijke media in honderd landen ondersteunt, van radiostations in vluchtelingenkampen tot lokale nieuwskanalen, filmmakers en ondersteunend technisch personeel. Internews traint journalisten en activisten voor digitale rechten, pakt desinformatie aan en biedt zakelijke expertise om mediakanalen financieel te laten floreren. Al veertig jaar helpt het partners miljoenen mensen te bereiken met betrouwbare informatie die levens redt, levensomstandigheden verbetert en officiële instanties ter verantwoording roept.”
Wikileaks wees er via X op dat Internews de afgelopen zestien jaar in totaal 472,6 miljoen dollar aan Amerikaans belastinggeld heeft ontvangen, waarvan 415,3 miljoen van USAID en 57,2 miljoen van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dus bij elkaar bijna een half miljard. In 2024, het laatste jaar van Joe Bidens presidentschap, ontving Internews 39,8 miljoen dollar.
Wikileaks baseerde zich op gegevens die het had aangetroffen op usaspending.gov, een website van de Amerikaanse overheid waar al sinds 2008 alle rijks-uitgaven worden gepubliceerd. Internews zegt nauw samen te werken met zusterorganisatie Internews Europe, die in Londen zetelt en dezelfde doelen nastreeft. Volgens het jaarverslag over 2023 ontving Internews Europe in dat jaar 16,5 miljoen pond aan donaties. Het leeuwendeel van dat geld, bijna tien miljoen, kwam van de Europese Commissie en een ontwikkelingsagentschap van de Zweedse overheid. Ook kwamen er enkele honderdduizenden ponden van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Londen. Ook de Open Society Foundation van George Soros was van de partij. Die schonk in 2023 ruim 159.000 pond.
Internews en Internews Europe doen wat ze beloven: ze leiden wereldwijd journalisten op en ondersteunen media. Daarbij valt op dat hun activiteiten op het Euraziatische continent zich sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw concentreren op landen die vroeger deel uitmaakten van de Sovjet-Unie of die via de defensieorganisatie Warschau Pact binnen de invloedssfeer vielen van Moskou. Overal waar beide organisaties hun vleugels uitsloegen, steeds overigens in nauwe samenwerking met ‘goede doelenorganisaties’ van de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros, breidden enige jaren later de EU en de Navo zich uit. In mei 1990 was Internews mede-sponsor van een bijeenkomst om te praten over “de toekomstige architectuur van Europa, inclusief de vraag of een verenigd Duitsland tot de Navo mag toetreden”. Deze bijeenkomst, gehouden in een Duits kasteel, werd georganiseerd met het door Soros gefinancierde Institute for East-West Studies.
In diverse landen, waaronder Oekraïne en Georgië, braken onlusten uit. De door Internews gesteunde media deden hiervan uitgebreid verslag en maakten er geen geheim van waar hun loyaliteit lag. Die lag bij de demonstranten. De ordehandhavers werden weggezet als uitvoerders van dictatoriaal beleid. Over de Rozenrevolutie van 2003 in Georgië zei toenmalig Internews-hoofd Marc Behrendt: “De media waren erg goed in het informeren van het publiek over wat er gaande was en ze speelden een grote rol in mensen de straat op krijgen.” In een jaarverslag uit 2001 citeert Internews met trots de Washington Post: “Internews is een van de meest succesvolle brengers van verandering in de voormalige Sovjet-Unie (…) Het hielp met de creatie van een netwerk van onafhankelijke media, zodat ze ervaringen konden uitwisselen en nieuws delen zonder een Moskouse invalshoek.” Met andere woorden: Internews zorgde ervoor dat journalisten in de landen van de voormalige Sovjet-Unie het nieuws gingen belichten vanuit een meer op Brussel en Washington gerichte benadering.
Na 2016 veranderde de toon van Internews. In dat jaar boekte Trump zijn eerste verkiezingsoverwinning en sprak de meerderheid van de Britten zich uit voor uittreding uit de Europese Unie. Dit zou waarschijnlijk onmogelijk zijn geweest zonder de sociale media, waar de pro-Trump en pro-Brexitgeluiden overheersten. Waar Internews de vrijheid van meningsuiting aanvankelijk leek te beschouwen als iets waar je niet genoeg van kon hebben, begon het nu te pleiten voor maatregelen tegen de verspeiding van onjuiste informatie op sociale media. Journalisten in het oosten van Europa en elders werden aan het werk gezet om misinformatie en desinformatie te bestrijden. (Zie op pagina 4: Niet de Russen maar de Amerikanen beïnvloedden Roemeense verkiezingen) Op een bijeenkomst van het World Economic Forum (WEF) in maart 2024, deed Internews-directeur Jeanne Bourgault een oproep om adverteerders onder druk te gaan zetten. Te veel van hun reclamegeld belandde in de zakken van verspreiders van desinformatie. Er moesten exclusion lists (zwarte lijsten) komen, als stimulans voor adverteerders om alleen nog zaken te doen met media die “relevante en accurate informatie” verspreiden. Prompt trokken adverteerders zich massaal terug van X (voorheen Twitter). In het eerste halfjaar van 2024 vielen advertentie-inkomsten 24 procent lager uit dan in het eerste halfjaar van 2023.
dakl.nl/gekochte-journalisten
dakl.nl/aanval-vrije-mening
Internews en USAID zijn niet de enige organisaties die met Amerikaans belastinggeld wereldwijd de publieke opinie naar hun hand proberen te zetten door journalisten aan te sturen. In december publiceerde De Andere Krant het artikel VS sturen grootste journalistiek onderzoekscollectief ter wereld aan. Dit ging over een medianetwerk met de naam Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP), dat gericht is op het aan het licht brengen van corruptie, belastingontduiking en aanverwante zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. OCCRP werkt hiervoor samen met mediaorganisaties overal in de wereld, waaronder in Nederland met NRC, Trouw, NOS, De Groene, Financieel Dagblad en Follow the Money. OCCRP wordt sinds zijn oprichting in 2008 bekostigd door de Amerikaanse belastingbetaler. Het ontving tot 2024 47 miljoen dollar via USAID en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Amerikaanse overheid was daarmee goed voor 52 procent van de financiering. De Amerikanen oormerken hun donaties. OCCRP is verplicht ze te gebruiken voor onderzoek naar Rusland, Venezuela of andere landen waar Washington mee in de clinch ligt. OCCRP doet geen onderzoek naar louche zaken in de VS of in andere landen waar het geld van ontvangt. De OCCRP moet zich ook houden aan de Foreign Assistance Act. Deze Amerikaanse wet bepaalt dat de ‘assistentie’ die de VS bieden aan organisaties in het buitenland in lijn moet zijn met het Amerikaanse buitenlandbeleid en moet bijdragen aan de economische belangen van de VS.