Scroll Top
Nieuws of Column?:
NIEUWS
Breaker:
-
2025 - Uitgave 48

“Pensioengerechtigden benadeeld voor 300 miljard euro”

George Woodham | Datum: 2 december 2025

pensioengerechtigden-benadeeld-voor-300-miljard-euro

Pieter Lakeman in 2020 | Fotografie: Marco Okhuizen | ANP

Financieel onderzoeker Pieter Lakeman gaat megaclaim indienen bij pensioenfonds ABP

Miljoenen deelnemers en pensioengerechtigden hebben twaalf jaar lang een veel te laag pensioen toegewezen gekregen, zo stelt financieel onderzoeker Pieter Lakeman. Hij zegt dat hun pensioenen in de periode 2008-2020 onterecht niet zijn verhoogd (geïndexeerd), terwijl dat volgens hem ruimschoots had gekund en gemoeten. De schuld daarvoor legt hij bij zowel de wetgever, toezichthouder De Nederlandsche Bank, als de pensioenfondsen zelf. Voor het einde van het jaar dient hij namens 11.000 gedupeerden een claim in bij het grootste pensioenfonds van Nederland, ambtenarenpensioenfonds ABP, die naar verwachting in de honderden miljoenen euro’s zal lopen.

Het gaat om geld, veel geld. Honderden miljarden in totaal, zo claimt onderzoeker Pieter Lakeman, van wie vorige maand het boek Waar is mijn pensioen gebleven? verscheen. Geld dat deelnemers en pensioengerechtigden toebehoort, maar, zo stelt hij, onterecht niet hebben gekregen. De pensioenfondsen hadden in de periode 2008-2020 de pensioenen ruimschoots kunnen en ook moeten ‘indexeren’, oftewel ophogen om de koopkracht te handhaven. Dat is niet of nauwelijks gebeurd, omdat ze dat in die tijd ook niet mochten van de wet: hun zogenaamde ‘dekkingsgraad’ lag in die tijd te laag.

Dekkingsgraad is de mate waarin een pensioenfonds zijn toekomstige verplichtingen al heeft afgedekt. Met andere woorden de mate waarin ze nu voldoende op de balans hebben staan om hun deelnemers later uit te kunnen keren als ze met pensioen gaan. Bij een dekkingsgraad van 100 procent zijn al die verplichtingen afgedekt. Pensioenfondsen zijn in Nederland bij wet verplicht om in veel gevallen een dekkingsgraad van minimaal 105 procent aan te houden. Pas vanaf een dekkingsgraad van 110 procent zitten ze er volgens de wetgever ruim genoeg bij en mogen ze ook indexeren.

Maar alles is fictief in die berekeningen, want pensioenfondsen berekenen iets dat in de toekomst wordt uitgekeerd. In de tussentijd beleggen ze met het geld dat werkenden inleggen in hun pensioen. Hoeveel daarmee verdiend wordt, verschilt nogal, want soms gaat het heel goed op de beurs en soms heel slecht. Je weet het nooit zeker, dus moeten ­pensioenfondsen schatten hoe goed hun beleggingen van pensioengelden zullen renderen om te kunnen weten wat ze nu moeten aanhouden. Dat doen ze met een fictief rentepercentage, de zogenaamde ‘rekenrente’.

Welke rekenrente je als pensioenfonds gebruikt, maakt nogal wat uit. Als je een te hoge rente hanteert, overschat je wat je beleggingen zullen opbrengen en houd je onderaan de streep te weinig over om je deelnemers uit te kunnen keren zodra ze stoppen met werken. Dan lijkt je dekkingsgraad in je berekening ruim voldoende, maar kom je in werkelijkheid tekort.

Hanteer je een te lage rekenrente, dan onderschat je hoe goed je pensioengelden renderen op de markt. Dat zorgt er weer voor dat je (fictieve) dekkingsgraad te laag lijkt. In werkelijkheid is dat helemaal niet het geval, maar komt dat alleen omdat je met een te laag rentepercentage rekent.

Als pensioenfonds moet je rekenrente dus een beetje representatief zijn voor het rendement dat je daadwerkelijk gaat behalen, met een beetje marge voor als het minder gaat.

Volgens Pieter Lakeman hebben ­pen­sioenfondsen in de periode 2008-2020 een veel te lage rekenrente gehanteerd. Daardoor leken hun dekkingsgraden veel te laag om te indexeren, maar in werkelijkheid hadden ze ruimschoots genoeg op de balans staan om de pensioenen van hun deelnemers en pensioengerechtigden op te hogen.

Hij wijst naar een wetswijziging in 2007 die alles op losse schroeven zette: “Onder de oude wet hadden we een rekenrente van de facto 4 procent. In werkelijkheid behalen de pensioenfondsen vaak een rendement dat gemiddeld veel hoger ligt: zo’n 6,5 à 7 procent. Om een veilige marge aan te houden voor wanneer het economisch bijvoorbeeld slechter gaat, rekenden we in Nederland tientallen jaren lang altijd met 4 procent. Ook mochten de pensioenfondsen in Nederland voor 2007 zelf hun rekenrente bepalen en konden dat doen op basis van beleggingsresultaten. Dat is in de prullenbak gegooid en vervangen door een wet waarin dat niet meer mogelijk was.

Daarna kregen we een variabele rekenrente, maar die was wel enorm veel lager. Die is zelfs negatief geweest.

Door met een lage rekenrente te rekenen, moesten pensioenfondsen dus veel meer aanhouden om aan hun toekomstige verplichtingen te voldoen en leek het dus alsof hun dekkingsgraden veel lager waren en dus werden de pensioenen niet geïndexeerd. Onterecht, stelt Lakeman:

“Kijk, anders gezegd, door die rekenrente hebben de pensioenfondsen zich dus sinds 2008 arm moeten rekenen, terwijl hun gemiddelde langjarig beleggings­rendement aldoor hetzelfde is gebleven: zo’n 6,5 procent. Omdat zij zich arm moesten rekenen, hebben ze die indexatie niet kunnen uitvoeren. Maar goed, die beleggingen zijn er wel en in onze normale jaarrekening zouden die pensioenfondsen ook steenrijk zijn. Die zijn ook steenrijk, maar dat wordt onzichtbaar gemaakt. Die eigen vermogens van al die pensioenfondsen worden vrijwel onzichtbaar gemaakt doordat de rekenrente krankzinnig laag is. Het gaat om zowel voorzieningen getroffen voor de nog werkende deelnemers, als om de uitkering aan pensioengerechtigden. Want die worden dus precies gelijk geïndexeerd. Dus al die mensen bij elkaar zijn honderden miljarden euro’s, ik schat ongeveer 300 miljard euro, tekortgekomen.”

Samen met advocaat Marc Wolters en de Stichting SOBI Pensioenherstel legt Pieter Lakeman namens 11.000 gedupeerde pensioengerechtigden naar verwachting eind dit jaar een schadeclaim van “enkele honderden miljoenen” neer bij onder meer ABP en de Nederlandse Staat. Bedoeling is dat van de zaak precedentwerking uitgaat, zodat ook andere ABP-deelnemers van de uitspraak kunnen profiteren.

Dat het menens is, zal velen meteen duidelijk zijn. Nederland maakte in 2009 kennis met de impact die het handelen van Pieter Lakeman kan hebben. Toen vertegenwoordigde hij met succes gedupeerden van de DSB Bank die daar onder andere ondeugdelijke en te dure hypotheken en woekerpolissen hadden afgenomen. Om hun schade te beperken, riep Lakeman spaarders en rekeninghouders van DSB op hun geld van de bank te halen. De bankrun luidde het uiteindelijke faillissement in van DSB. Het bankroet van de bank behoedde veel DSB-klanten voor een financieel strop, dankzij het depositogarantiestelsel waarbij gedupeerden van een omgevallen bank voor maximaal 100.000 euro door de Staat worden gecompenseerd. Het kostte de schatkist enkele honderden miljoenen, ongeveer 2000 DSB-medewerkers verloren hun baan.

Naast ABP wijst de beschuldigende vinger van Lakeman ook naar toezichthouder DNB. Lakeman noemt president Klaas Knot “de kwade genius” van de gewraakte rekenrente die gebaseerd werd op de ­interbancaire swaprente. Ook de politiek, meer in het bijzonder oud-staatssecretaris van Sociale Zaken en vader van de pensioenwetswijziging van 2007, Aart Jan de Geus (CDA), krijgt ervan langs: “Hij heeft de wetswijziging gepresenteerd aan de Tweede Kamer en ook aan de Eerste Kamer en is dus verantwoordelijk, juridisch verantwoordelijk in mijn ogen, voor die krankzinnige, slechte pensioenwet. En voor het in de prullenbak stoppen van die hele goede pensioenwet.

Er is nooit met de Kamer besproken dat de rekenrente veranderd zou worden. Dus iedereen moet gedacht hebben: dat kan gewoon niet anders, dat het 4 procent zou zijn. Toen die Kamerleden geboren werden, was het 4 procent en toen ze erover stemden was het nog steeds 4 procent. Dat de rekenrente veranderd werd, is dus echt heel bizar. Op het belangrijkste onderdeel van de pensioenwet is de Kamer helemaal niet geïnformeerd dat die drastisch zou worden gewijzigd. Ik vind dat echt een heel groot schandaal.”

ABP heeft voor het sluiten van deze editie niet gereageerd op vragen van De Andere Krant.

Deel dit artikel:

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.