Tunnelvisie OM maakt Bram en Marieke tot terrorismeverdachten
Ido Dijkstra | Datum: 13 september 2025
Marieke en Bram met de gewraakte ingevroren kokosmelk | mkfotografie
“we leven in een rechtsstaat waar niks meer recht staat”
Bram en Marieke uit Ommen kregen op 11 juni in de vroege ochtend onverwacht bezoek van een zwaarbewapende antiterrorisme-eenheid. Het OM verdenkt het koppel ervan onderdeel te zijn van een terroristische organisatie met plannen voor een aanslag tijdens de Navo-top in Den Haag. Een vage link met andere verdachten — onder wie advocaat Arno van Kessel —, wat portofoons, twee busjes pepperspray en een zak met ingevroren kokosmelk was voor het OM genoeg reden om Bram zes dagen in volledige beperking op te sluiten. Marieke is zelfs zestien dagen van haar vrijheid beroofd en belandde op de terroristenafdeling in Zwolle.
Het is woensdagochtend 11 juni, omstreeks half 5 in de ochtend. Bram ligt in bed te woelen. De vorige dag heeft hij, samen met zijn vriendin Marieke, de hele dag aan de boot geklust. Zijn handen zitten nog onder de tweecomponentenverf. Ze zijn zich aan het voorbereiden om op vakantie te gaan. Marieke is wakker geworden door het gewoel van haar geliefde. Zij stelt voor een sigaretje te gaan roken in de tuin en daarna nog een uurtje te slapen, voordat ze weer verder gaan met klussen.
Terwijl Bram op het toilet zit, waant Marieke zich in een slechte droom. Ze staat in de tuin van haar woning ineens oog in oog met zeker acht “helmpjes”, een eufemisme voor met mitrailleurs en een stormram uitgeruste agenten van de Dienst Speciale Interventie (DSI). De eenheid loopt zomaar door de tuindeur en richt de geweren op Marieke. De commandant gebiedt haar de handen op de dakpannen van het laag aflopende dak van de woonboerderij te leggen. “Wat komen jullie doen?”, vraagt Marieke.
Bram steekt zijn hoofd door de deur, ziet het DSI-team en zegt: “Goedemorgen, wat is hier aan de hand?”. De speciale agenten gebieden Bram naar buiten te komen en op een stoel te gaan zitten. In de tijd die volgt, is het een komen en gaan van agenten, een deel heeft een wit pak aan. “Alsof ze kwamen voor asbestverwijdering”, aldus Bram. Op het hoogtepunt zijn het er zo’n 25. Opmerkelijk: ze raken allen Bram en Marieke met geen vinger aan. Marieke proeft de verwarring en vraagt de commandant om uitleg. Er was wel een arrestatieteam, maar geen documentatie. Daardoor werd zij argwanend over de werkwijze van het team. “Wij zijn niet gearresteerd, niet gefouilleerd en kregen geen handboeien om. Dat vond ik vreemd, omdat het een arrestatieteam is van de zwaarste categorie. De DSI-commandant meldde dat we snel uitleg zouden krijgen en dat ze ons huis zouden doorzoeken. Ik heb toen om het huiszoekingsbevel gevraagd. Dat was onderweg, zei hij. Niet veel later kwam de rechter-commissaris (die de rechtmatigheid van een strafonderzoek controleert — red.) in burgerkleding. Hij zei: ‘We zijn op zoek naar gif’. ‘Welk gif?’, vroeg ik. Ik vroeg om een huiszoekingsbevel. De rechter-commissaris zei: ‘Ik ben het bevel’.” Bram: “Ik dacht toen: wanneer komen ze met de Bananasplit-camera binnen?”
Bram en Marieke blijven rustig en stemmen in. “‘Laat het graag wel netjes achter’, vroeg ik. Dat hebben ze niet gedaan. Door de heftigheid en intimidatie hebben wij het toegestaan, want we wisten dat we het toch niet zouden tegenhouden en niks te verbergen hadden”, vertelt Marieke. Bram is alert en geeft agenten “een rondleiding”. Hij wijst op twee lege blauwe vaten, van reinigingsmiddel. “Afkomstig van de boer die op 50 meter van het huis woont.” Hij vertelt dat het stel zelf chloordioxide (CDS) maakt. “Het is onze medicatie tegen van alles en nog wat. Ik heb ook de grondstoffen, zoals natriumchloride en zoutzuur, in de kast aangewezen en de flessen met de substantie in de koelkast laten zien. Ook wees ik ze op de oude handboog — een relikwie — naast de wasmachine. En ik heb ze een doosje overgebleven consumentenvuurwerk laten zien”, vertelt hij.
Opmerkelijk genoeg druipt het DSI-arrestatieteam binnen een uur af, zonder Bram en Marieke in te rekenen. Het koppel blijft achter met ‘gewone’ politiemensen. Een politieagent nodigt Marieke uit voor “een kop koffie op het bureau”, vertelt ze. Ze stemt er vrijwillig mee in. Bram was vrij om te gaan en wilde met de auto naar het bureau in Ommen rijden om daar Marieke op te pikken. Een agent vertelt dat de auto nog moet worden onderzocht en dus gaat ook Bram — vrijwillig — in een andere politieauto, een kwartier later, mee naar het bureau in Ommen.
Daar spreekt hij in een grote kamer met Marieke en wat agenten. De sfeer is gemoedelijk en Bram maakt een praatje met een diender. Marieke vraagt na een uur wachten of ze even een sigaretje mogen roken. Even later staan de ‘terrorismeverdachten’ met elkaar voor het politiebureau te roken, zonder enige bewaking. “‘Wat is dit nou weer’, zeiden we tegen elkaar. We waren toen in de veronderstelling dat we snel weer thuis zouden zijn”, vertelt Marieke.
Ze gaan weer het bureau in en moeten lang wachten. Om ongeveer half 9 komt een vrouwelijke agente binnen. “Zij zei: ‘Ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat het onderzoek is afgerond, het slechte nieuws is dat jullie op staande voet gearresteerd worden op verdenking van wapenbezit en deelname aan een criminele organisatie’”, blikt Marieke terug.
De sfeer slaat om. Bram en Marieke worden plotsklaps gescheiden, niet wetende dat ze elkaar pas ruim twee weken later weer zullen zien. Ze worden beiden afgevoerd naar de politiegevangenis in Borne en in een kleine cel gezet, met een stalen wc-pot, een tafeltje, een klein raampje en een betonnen verhoging waar een hard matras op ligt. In Borne krijgen Bram — ooit door de rechter op de vingers getikt voor te hard rijden en bezit van illegaal siervuurwerk uit Duitsland — en Marieke — een vrouw met een blanco strafblad — te horen dat ze verdacht worden van deelname aan een terroristische organisatie. “Ze hadden in de tussentijd de aanklacht verzwaard, want het begon met crimineel netwerk”, aldus Bram.
Het koppel krijgt te horen dat ze in volledige beperking worden gezet, wat inhoudt dat ze 23 uur per dag in hun cel moeten verblijven zonder contact met de buitenwereld. Slechts twee keer per dag mogen ze een halfuur luchten. “Toen hadden we nog steeds allebei het idee: dit gaat niet lang duren.”
In de loop der dagen ontvouwt het script van de “slechte film” waarin ze zijn beland zich verder. In het eerste inhoudelijke verhoor krijgt Marieke direct de vraag: ‘Kent u Arno van Kessel?’. Zij antwoordt dat ze een keer bij een lezing van Stichting Recht Oprecht is geweest en weet wat hij doet, maar dat ze verder geen contact met de Leeuwarder advocaat heeft gehad. Bram krijgt dezelfde vraag, maar hij heeft Van Kessel nooit ontmoet. Dezelfde vraag krijgt het koppel over de andere zes verdachten, van wie Marieke alleen Ritske Blom een paar keer heeft gesproken — ergens vorig jaar bij een zitting van Recht Oprecht. Van de overige verdachten hebben ze nog nooit gehoord.
De rechercheurs delen dat de namen Bram en Marieke zijn gevallen in een afgeluisterd gesprek tijdens een autorit. Volgens het politiedossier zou het gesprek plaats hebben gevonden tussen drie mannen. Vermoedelijk gaat het om Arno van Kessel, chauffeur Ritske Blom en nog een verdachte. Het OM heeft dat gesprek geïnterpreteerd als vergadering van een terroristische organisatie die van plan is een aanslag te plegen tijdens de Navo-top. “Ik kreeg het transcript in handen. Een warrig stuk, waarin veel informatie ontbrak. Er stond vaak: er valt niet goed op te maken wat er wordt gezegd. De opname mocht ik niet horen, maar ik moest er wel iets over verklaren, terwijl ik er zelf helemaal niet bij aanwezig ben geweest. Ik moet dus maar geloven dat het waar is, dat stuk tekst waar ik geen touw aan vast kon knopen”, vertelt Marieke.
Op dag drie horen de twee dat hun hechtenis wordt verlengd, onder andere vanwege verboden wapenbezit. Marieke verklaart tijdens haar voorgeleiding op dag zes aan de vrouwelijke rechter-commissaris dat de twee busjes pepperspray van haar zijn. Op vijftien minuten van Ommen, net over de Duitse grens waar ze op vele toonbanken te koop staan, zijn de busjes aangeschaft, meldt ze. “De rechter achtte het blijkbaar aannemelijk dat ik ze zou kunnen gebruiken bij de Navo-top”, zegt Marieke. Het OM vindt ook de portofoons verdacht. Bram en Marieke vertellen dat ze die hebben aangeschaft voor een in maart 2024 georganiseerd evenement: the Future is Ours met onder anderen Europarlementariër Christine Anderson als spreker.
Het tweetal krijgt verder te horen dat die ‘twee zakken met witte bevroren bollen’ verdacht zijn. Bram weet aanvankelijk niet eens wat wordt bedoeld, maar dan valt het kwartje. “Wij houden van rendang (een Indonesisch gerecht — red.). Het belangrijkste ingrediënt is kokosmelk. Ik vind het zonde de restanten weg te gooien, dus vries ik die in speciale ijszakken in. Ik heb gezegd: ‘de slowcooker staat ernaast op een plank, ik maak graag een maaltijd klaar en neem dan zelf gerust de eerste hap om aan te tonen dat het geen gif is.’ Een rechercheur reageert: ‘Dat kunt u wel beweren, maar dat moet onderzoek in het laboratorium nog uitwijzen’”, aldus Bram.
Marieke krijgt van de toegewezen advocaat Kennedy — “een geschenk uit de hemel, die elke dag voor me klaarstond” — te horen dat het OM ondertussen verzuimd heeft de witte bollen in het lab te laten onderzoeken. “Het is exemplarisch voor hoe dit OM werkt. Ze beweren iets, jij moet het ontkrachten. Je levert bewijs, ze weigeren ernaar te kijken. Ze zien een verband dat er niet is, jij moet het zien te ontkrachten. Het is een tactiek van omgekeerde bewijslast. Wat ze aandragen is amateuristisch en lachwekkend te noemen”, zegt ze. “Plus tunnelvisie. Als zij overtuigd zijn van een link, dan gaan ze op zoek naar bewijs voor die link”, stelt Bram.
Na zes taaie dagen in beperking, krijgt Bram eindelijk goed nieuws. Hij hoort van de rechter-commissaris op een politiebureau in Groningen dat hij weer op vrije voeten wordt gesteld. “Tijdens de voorgeleiding vroeg ik hem wat hij vindt van de manier waarop de overheid omgaat met ons belastinggeld. ‘Nou, daar vind ik wel wat van’, zei hij. Ik heb toen gezegd: ‘Meneer, het enige verschil tussen u en mij is dat ik hardop uitspreek wat ik denk. Bij u blijft het een gedachte. Voor de rest ben ik net als u.’ Ik denk dat ik hem daar op zijn geweten heb aangesproken”. Bram staat “enigszins gedesillusioneerd” op 17 juni weer buiten het politiebureau in Groningen, op twintig minuten lopen van het centrum. “Want ze zetten je gewoon op straat en zeggen: succes. Gelukkig kreeg ik mijn portemonnee terug. De pinpas was niet geblokkeerd.” Hij weet Kennedy — die inmiddels ook Brams advocaat is geworden — te bereiken, die hem verder helpt.
Het goede nieuws bereikt Marieke en ook zij heeft hoop snel op vrije voeten te komen na zes verschrikkelijke dagen. Maar dan volgt een “mokerslag” bij de rechtbank in Leeuwarden, waar een andere rechter-commissaris Marieke nog steeds beschouwt als potentieel gevaar voor de samenleving. Haar hechtenis wordt met veertien dagen verlengd. Ze wordt overgebracht naar de gevangenis Zwolle en herpakt zich wonderwel. “Ik wist, ik moet de controle houden over mijn emoties en gedachten. Boos worden werkt tegen je. Je oogst altijd wat je zaait. En dat zien de bewakers. Ik kreeg een andere cel met uitzicht. Ik kon weer mensen buiten zien. Ik zei gekscherend tegen mezelf: ik ga van een eensterrenverblijf naar een tweesterrenkamer. Ik had een comfortabeler kussen en bed dan de voorgaande dagen.”
Hoewel Marieke er aanvankelijk op vooruit gaat, krijgt ze een paar dagen later te horen dat ze in verband met mogelijk radicaliseringsgevaar voor andere gevangenen toch moet worden overgebracht naar de terroristenvleugel in Zwolle. “Op dat moment werd ik, iemand die volledig onschuldig is, blijkbaar beschouwd als een van de gevaarlijkste vrouwen van Nederland.” Ze verblijft weer in een celletje met een klein raampje, een “kneiterhard” bed en slechte luchttoevoer, in een vleugel waar ze moederziel alleen is. Achter het ijzeren toilet hangt een camera die haar in de gaten houdt. “Ze hebben gezegd dat-ie uit stond. Ik kreeg dat pas de laatste dag dat ik daar was bevestigd. Het idee is gruwelijk, dat je begluurd kunt worden terwijl je heel kwetsbaar bent. Je hebt geeneens privacy als je op het toilet zit.”
Marieke moet zich troosten met kleine dingen, bijvoorbeeld dat ze haar relatief goede kussen uit haar vorige cel heeft mee weten te slepen. En met het contact met de sympathieke advocaat Kennedy. Later krijgt ze te horen dat haar vader tevergeefs heeft geprobeerd de Bijbel in Gewone Taal naar haar cel te brengen. Zelfs het afgeven van het boek wordt tegenhouden.
Ondertussen zit Bram zich thuis te verbijten. Hij ervaart dat de arrestatie grote impact heeft. Hij leest in de (regionale) media dat hij en zijn vriendin door het slijk worden gehaald. Hij merkt dat de relatie met zijn dochters een flinke deuk heeft opgelopen, onder meer omdat hij niet bij de verjaardag van zijn jongste dochter aanwezig kon zijn. De andere dochter kreeg haar eindexamenuitslag, terwijl hij in de cel zat. “Mensen gaan toch denken: je wordt niet zomaar opgepakt. En we begrijpen die gedachte wel, want zo zou het ook moeten zijn”, vertelt Bram.
Marieke doodt in haar cel de tijd met het lezen van boeken, mediteren, wat lichamelijke oefeningen op een paar vierkante meters en veel slapen. Op 24 juni, de dag dat de Navo-top begint, krijgt ze eindelijk goed nieuws van Kennedy. Er is een ‘opheffing bevel gevangenhouding’ vastgesteld, oftewel: de rechter-commissaris heeft vastgesteld dat ze naar buiten mag. “Maar niet direct, pas op 26 juni, kreeg ik te horen. Voor mij waren die laatste dagen het allerzwaarst. Je weet dat ze niks hebben, maar toch houden ze je vast. Zo onmenselijk”, aldus Marieke.
Nog altijd zijn Bram en Marieke volgens het OM verdachten in de ‘Strafzaak Barracuda’. “Het zwaard van Damocles hangt nog steeds boven ons hoofd”, stelt Bram. “We hebben ervaren dat ze je zonder bewijs op kunnen pakken, waarom zou dat niet weer kunnen? En wie is de volgende? We leven in een rechtsstaat waarin niks meer recht staat.” De twee roepen desondanks iedereen die hun verhaal hoort of leest op zich “uit te spreken en niet te laten leiden door angst”. Ze hebben ook ervaren dat er veel mensen binnen politie en gevangeniswezen weten dat het systeem niet deugt. “Alleen te veel mensen zeggen nog: we voeren slechts uit. Ook binnen de instituties ervaren mensen angst om zich uit te spreken. Als iedereen zich wel uit zou spreken, dan was dit niet mogelijk. Ga daarom in je kracht staan”, aldus Marieke, die eveneens aangeeft niets met het soevereine gedachtegoed te hebben. “We zijn slechts burgers die zich zorgen maken en zich daarover uitspreken.” Bram besluit met een zinnetje dat hij op meerdere plekken in de gevangenis tegenkwam. “Buigen zullen we, maar breken nooit.”