“Mijn lichaam kunnen ze breken, maar mijn ziel krijgen ze niet klein”
Ido Dijkstra | Datum: 25 april 2025
Beeld: Abe Dijkstra
Voormalig marechaussee Abe Dijkstra verloor zijn been door politiegeweld
Abe Dijkstra, oud-leidinggevende bij de marechaussee en boegbeeld van het corona- en boerenverzet, kreeg op het Malieveld in 2020 harde klappen van een ME’er tijdens een vreedzame demonstratie. Drie jaar later leidde het tot een aneurysma in zijn rechterbeen en moest de chirurg zijn been tot boven de knie amputeren om zijn leven te redden. De 71-jarige Fries heeft velen versteld doen staan door — ondanks deze enorme tegenslag — geestelijk nog sterker voor de dag te komen.
“Ik heb geen respect meer voor de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee”, zegt Abe Dijkstra met pijn in zijn hart. “Waar zij als instituten voor zijn gaan staan, had in mijn tijd nooit gekund. Ze zijn er niet meer om het volk en de staat te dienen, maar om ervoor te zorgen dat een politieke agenda die tegen de burgers is te bewaken.”
De voormalig diender spreekt als hij terugblikt op de periode tussen 1972 en 1993 over een andere tijdsgeest binnen de Koninklijk Marechaussee (KMar), het oudste politiekorps met een militaire status, die tussen politie en het leger instaat. “Voor een groot deel ben ik er zelfs door gevormd. Mijn positieve mindset heb ik deels te danken aan de tijd bij de marechaussee. Daar werd je op uitgekozen en getraind.”
Dijkstra diende in zijn tijd bij de KMar met trots de koninklijke familie — “toen ik nog geloofde dat die iets goeds voor het land deed” — vervulde diverse leidinggevende posities en werkte op de Nederlandse ambassades in Polen en Zuid-Afrika. “In Warschau zag ik in de jaren ’70 wat er kan gebeuren als het overheidsapparaat corrupt is. Politie en leger werden dubbel betaald, terwijl de bevolking in armoede leefde. Zo onderdrukten ze hun landgenoten. De onderbetaalde schoonmakers op de ambassade stalen uit pure armoede elke dag twee sinaasappels uit mijn kist. Ik zag het door de vingers, uiteraard. In die tijd dacht ik al: mocht ik ooit in zo’n regime terechtkomen, dan verzet ik mij daartegen met elke vezel in mijn lichaam. Naïef als ik was, dacht ik dat het nooit zover zou kunnen komen in het vrije Nederland. Corruptie was iets voor landen als Polen of Zuid-Afrika, waar ik ook werkte. Oh, wat had ik het mis.”
In zijn “goede oude tijd” stond bij de dienaars van de wet de mens centraal, vertelt hij. “We waren ambtenaren met het geweldsmonopolie, maar deden ons best niet op te treden. We waarschuwden liever, stapten op de ouders af en zeiden: ‘let op uw zoon of dochter’. We hadden korte lijntjes met de mensen. Op het opleidingscentrum van de KMar leerden we conflictsituaties altijd te de-escaleren en de mens niet uit het oog te verliezen tijdens de dienst.”
Begin jaren ’90 zag Dijkstra een kentering in de organisatie van het politieapparaat. “Er werd een piramidestructuur ingevoerd. Ik ben altijd al rebels en ondernemend geweest, ik kon me niet meer verenigen met al die bureaucratie. Toen al vond ik dat we tot een soort robots werden gemaakt, al was het onvergelijkbaar met hoe het nu is. De ontwikkeling heeft zich alleen maar doorgezet. Midden jaren ’90, na schitterende jaren waarin ik veel heb geleerd, besloot ik zelfstandig ondernemer te worden om mijn vrijheid te behouden.”
Als zelfstandige — hij was onder andere woningmakelaar, bedrijfsmakelaar, chauffeur en taxateur — bleef Dijkstra met een schuin oog zijn oude werkgever volgen. “Ik zag dat de lijntjes tussen commandanten en Den Haag korter werden. Uit de organisatie hoorde ik ook dat er een ander type politieagent werd opgeleid. Een met een laag EQ, minder menselijkheid. Met goede voorwaarden, zoals een auto in ruil voor meer gehoorzaamheid hebben ze de agent gekneed. Hij werd uitgerust met pepperspray en de gummiknuppel werd ingeruild voor de ploertendoder (een knuppel met een zware loden knop — red.). Ik verbaasde me dat de politie steeds vaker op de voorgrond trad bij demonstraties. In mijn tijd deden we ons best zo weinig mogelijk zichtbaar te zijn.”
Dijkstra, boerenzoon, werd in 2019 geconfronteerd met beelden van boerenprotesten die de kop werden ingedrukt. “Toen kwam ik voor het eerst in aanraking met het fenomeen Romeo’s: undercover politieagenten die ruzies uitlokten om de boel te laten escaleren. Het druiste zo in tegen alles wat ik heb geleerd: de-escaleren. Ik raakte steeds verder vervreemd van het instituut waaraan ik zoveel te danken heb.”
Begin maart 2020 hoorde Dijkstra Mark Rutte en De Jonge de coronacrisis afkondigen in Nederland. “Ik wist toen instinctief: dit klopt niet wat ze zeggen”. Een persconferentie later zei De Jonge dat vaccineren de enige uitweg uit de crisis was. “Alle alarmbellen gingen af. Vanaf halverwege vorig decennium was ik namelijk al bezig met gezonde voeding en natuurlijke supplementen. Als fervent wielrenner ging ik ineens als een speer. Mijn teamgenoten dachten dat ik aan de doping was. Ik kwam er toen nog eens extra achter dat je lichaam echt je tempel is die je goed moet onderhouden. Toen schoolmeester De Jonge riep: Alleen de prik — met al die rotzooi erin — gaat ons redden, dacht ik: dit is foute boel, hele foute boel.”
Voor het eerst in zijn leven besloot Dijkstra te gaan demonstreren, op 21 juni 2020 op het Malieveld in Den Haag. “Als marechaussee had ik dat alleen vanaf de andere kant meegemaakt.” Die bewuste dag staat nog op zijn netvlies gegrift. “De demonstratie was eigenlijk hartstikke leuk. Het was een samenkomst van gezellige, vredelievende mensen die muziek maakten en netjes aangaven het niet eens te zijn met het beleid. Er was echt niks aan de hand, ook niet voor de politie. Was het een demonstratie in mijn tijd geweest, dan hadden we op een afstandje, een beetje uit het zicht, lachend toezicht gehouden. Maar zonder enige aankondiging of aanleiding werd er ingegrepen.
Het waterkanon werd ingezet, mensen werden in een fuik gedreven. Ik zag een klein Indisch vrouwtje zo omver gespoten worden door een straal koud water. Ik zag vrouwen en kinderen in zomerjurkjes opgejaagd worden door politie te paard. Het leek wel oorlog. Zelf besloot ik intuïtief achteruit te gaan, maar belandde in een hinderlaag en kreeg enorme klappen, onder andere op mijn bovenbeen. Ik werd letterlijk bont en blauw geslagen.”
De beelden van de aanval op Dijkstra doken op het internet op. Hij maakte zich bekend als oud-politieagent en riep tegen de een ME die dreigend op hem afliep: “Stop met dit geweld tegen vrouwen en kinderen”. De ME’er gaf geen enkele reactie en ging nog harder meppen. “Mijn vermoeden, ook op basis van andere getuigenissen, is dat er toen buitenlandse agenten zijn ingezet. Het maakt het toch makkelijker om iemand die je niet kent neer te meppen. Ik heb vanuit de organisatie meer van dat soort geluiden gehoord, maar dat zullen ze nooit toegeven.”
Hij werd daarna als oud-marechaussee gevraagd te spreken bij een demonstratie in Leeuwarden, waar hij zich met een indrukwekkend moreel appél richtte tot de aanwezige politie. Sindsdien wordt hij vaker gevraagd om te spreken tijdens bijeenkomsten en demonstraties en rekent hij zich tot onderdeel van “het verzet”, vertelt hij. “Dat klinkt zwaar, maar iedereen die een beetje oplet, kan zien dat we in een oorlog zijn beland. Onze rechterlijke macht spreekt geen recht meer, de trias politica is verdwenen, ze voeren versneld wetten — zoals de WTMO (Wet transparantie maatschappelijke organisaties) en de SGBO (Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden) in die de autoriteiten in staat stelt versneld geweld in te zetten en mensen op basis van vermoedens al te kunnen oppakken, onder verdenking van lidmaatschap van terroristische organisaties. Als je het mij vraagt, gaan ze het inzetten om gewone demonstranten monddood te maken, want ze hebben ook wel gezien dat die demonstraties het gezag in grote problemen brengen.”
In oktober 2023 trof het noodlot Dijkstra. In zijn rechterbeen — dat bij de demonstratie op 21 juni 2020 zo hard was geraakt — werd een bloedprop aangetroffen. “Dat was bij een aftakking, waardoor er niets meer aan te doen viel. Ik kan het niet meer bewijzen, maar weet zeker dat ik door die klappen een aneurysma heb gekregen waarin een grote bloedprop is ontstaan, want daarna heb ik in dat been nooit meer hetzelfde gevoel gehad, hoewel ik wel gewoon weer heb gefietst. Zelfs de chirurg had tranen in zijn ogen, omdat mijn been er van boven de knie af moest. Van altijd sportieve, bewust gezonde man die elke dag op de wielrenfiets stapte, naar invalide in een rolstoel. Ongelooflijk”, blikt hij terug. “Ik heb nog aangifte gedaan, maar daarmee hebben de politie en het OM helemaal niks gedaan. Terwijl de politie willens en wetens mensen opzettelijk zwaar mishandeld heeft, toen de demonstratie al lang afgelopen was en zij op weg naar huis waren. Volgens mij om angst te creëren, om in het vervolg weg te blijven van demonstraties.”
Het meest verbazingwekkende aan Dijkstra is, dat hij ondanks de enorme fysieke en mentale tegenslag, zich in 1,5 jaar tijd krachtig heeft herpakt. De rolstoel is nauwelijks nog in beeld, hij loopt meestal zonder ondersteuning van zijn krukken relatief soepel op zijn prothese, hij zit alweer geregeld op de spinningbike — iets wat de dokters niet voor mogelijk hadden gehouden — en is aan het onderzoeken of hij met een aangepaste fiets toch weer zijn “grote passie” wielrennen kan oppakken. Ook laat hij zich horen in ‘het verzet’, bijvoorbeeld tegen de wolf die in zijn omgeving in Friesland een hoop mensen de stuipen op het lijf jaagt. “Ondanks alles ben ik strijdbaarder dan ooit. Ironisch gezien is dat te danken aan mijn tijd bij de marechaussee. Daar heb ik geleerd een positieve mindset te hebben en goed voor lichaam en geest te zorgen. Hoe bizar dat ik nu binnen het politieapparaat niks terugzie van wat mij gevormd heeft.”
De geboren Fries vreest dat de ellende nog niet achter de rug is. “Toch beschouw ik het als een privilege om in deze tijd te leven. Veel vrienden heb ik verloren, de banden in mijn familie zijn verkoeld, door de vereniging waar ik altijd voor heb klaargestaan ben ik aan de kant gezet en ik heb zelfs mijn been verloren. Daar staat tegenover dat ik ook allerlei echte vriendschappen heb opgebouwd, bijvoorbeeld met boeren die echt opstaan tegen de waanzin — zoals Mark Rood (boer die onlangs werd opgepakt — red.) . Zij hebben dezelfde mentaliteit als ik. De gemene deler is dat wij allen niet tegen onrecht kunnen”, aldus Dijkstra. Hij stelt tot besluit: “Ze kunnen mijn lichaam breken, maar mijn ziel krijgen ze niet klein. En ik geloof steeds meer dat het daarom draait: de ziel. Die is voor eeuwig. Die moet je sterk maken en bewaken.”