Scroll Top
Nieuws of Column?:
NIEUWS
Breaker:
-
2025 - Uitgave 29

‘Wuhan’ in de polder: Onderzoekers in Lelystad creëren 100 procent dodelijk virus

Toine de Graaf | Datum: 20 juli 2025

wuhan-in-de-polder-onderzoekers-in-lelystad-creeren-100-procent-dodelijk-virus

Fotografie: JUN LI

“In plaats van een wereldwijd moratorium op deze roekeloze experimenten, voeren laboratoria nog steeds proeven uit”

Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad hebben in hun lab een 100 procent dodelijke, gemuteerde stam van het H5N1-vogelgriepvirus gecreëerd, zo heeft de Amerikaanse onderzoeksjournalist Jon Fleetwood ontdekt. Het experiment werd gefinancierd door het ministerie van Landbouw. “Overheden bereiden zich niet alleen voor op de volgende pandemie”, constateert Fleetwood, “ze zijn actief bezig met het maken van de pathogenen die volgens hen massavaccinatie, lockdowns en noodwetten noodzakelijk maken.”

Hoewel de meeste experts er inmiddels van overtuigd zijn dat het sars-cov-2-virus dat verantwoordelijk was voor de covid-19-pandemie ontsnapt is uit een lab in Wuhan, gaan virologen gewoon door met het creëren van gevaarlijke, nieuwe virussen. Bij dit soort zogeheten gain of function-onderzoek maken zij virussen met opzet gevaarlijker of overdraagbaarder. Zij doen dit, omdat het kennis zou opleveren om met mogelijke nieuwe pandemieën om te gaan of preventief vaccins te ontwikkelen. Critici vinden de experimenten onverantwoord. De Amerikaanse onderzoeksjournalist Jon Fleetwood meldt op zijn Substack regelmatig wat er zoal plaatsvindt in de verschillende biolabs in de wereld, op basis van nieuwe studies die verschijnen. Zo wees hij vorige maand nog op een labexperiment van Zuid-Koreaanse wetenschappers waarbij een vogelgriepvirus 100 procent dodelijk werd in muizen. “De covidpandemie heeft de wereld geleerd wat er gebeurt als zogenaamde zoogdier-adaptieve virussen uit onderzoeksomgevingen lekken”, schrijft Fleetwood. “Maar in plaats van een wereldwijd moratorium op deze roekeloze experimenten, voeren laboratoria nog steeds proeven uit die elk zoogdier dat ze infecteren doden — en erger nog, ze documenteren hoe ze dat opnieuw kunnen doen.”

Ook in ons land is het business as usual, en niet alleen bij de afdeling viroscience van het Rotterdamse Erasmus MC dat in 2011 wereldberoemd werd door een riskant vogelgriepexperiment bij fretten. Ook op andere locaties bevinden zich BSL-3 (Bioveiligheidsniveau 3) laboratoria waar potentieel gevaarlijk onderzoek kan plaatsvinden, zoals in Nijmegen bij het Radboudumc, Utrecht (UMCU), Leiden (LUMC), Bilthoven (RIVM), Wageningen (WUR) en Lelystad. Het biolab in Lelystad is gehuisvest in het plaatselijke onderzoeksinstituut van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), dat onderdeel is van WUR. Het lab is specifiek ingericht voor het werken met pathogene micro-organismen van risicogroep 3 zoals vogelgriep, Q-koorts, hondsdolheid, varkenspest en mond-en-klauwzeer. Het instituut ligt pal aan het IJsselmeer.

Vorige week nam Fleetwood het onderzoekswerk in dit lab op de korrel. Dit naar aanleiding van een recent verschenen peerreviewed studie in de Journal of General Virology. “Een door de overheid gefinancierd laboratorium in Nederland heeft een gemuteerde stam van het H5N1-vogelgriepvirus gecreëerd, die zich tussen zoogdieren kan verspreiden en onder streng gecontroleerde laboratoriumomstandigheden 100 procent sterfte kan veroorzaken”, vatte Fleetwoord de studie samen. De zoogdieren waren fretten. Ze werden blootgesteld aan nieuw ontwikkelde virale constructen afkomstig van de hersenen van een rode vos en vermenigvuldigd in kippeneieren. De fretten kregen de ziekteverwekker direct nasaal toegediend of raakten indirect geïnfecteerd via huisvesting naast besmette soortgenoten. Volgens de onderzoekers was de PB2-E627K-mutatie — die in de virologische literatuur algemeen wordt geassocieerd met adaptatie aan zoogdiercellen — verantwoordelijk voor ernstige hersenschade en meervoudig orgaanfalen bij zowel direct als indirect besmette fretten. De dieren waren er binnen een week na infectie zo slecht aan toe dat ze conform het onderzoeksprotocol werden geëuthanaseerd, waarna autopsie volgde.

Volgens de auteurs is in de studie transmissie (overdracht) tussen zoogdieren aangetoond, wat “het zoönotische potentieel” onderstreept van hoogpathogene vogelgriepvirussen (HPAI) van het serotype H5N1. Het onderzoek werd financieel ondersteund door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Fleetwood wijst er daarnaast op dat WBVR financiering ontvangt van de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI), die wordt gefinancierd door The Gates Foundation en is opgericht door het World Economic Forum (WEF).

Eerste auteur van de studie is Luca Bordes, die afgelopen mei aan de WUR promoveerde op een proefschrift over HPAI H5N1. Daarin benadrukt hij het belang van meer onderzoek “om de risicobeoordeling van opkomende HPAI-virussen bij zowel vogel- als zoogdiersoorten te verbeteren”. Bordes, projectleider bij WBVR, had als promotor zijn collega prof. Wim van der Poel, een van de coauteurs van de nieuwe studie. Van der Poel werd begin 2021 benoemd als lid van de ‘expertgroep zoönosen’, die het kabinet instelde “om de risico’s op toekomstige zoönotische uitbraken te verkleinen”. Destijds ging men nog algemeen uit van een natuurlijke (zoönotische) oorsprong van covid-19 en gold de lablekhypothese wereldwijd als “desinformatie”.

Die expertgroep telde meer bekende namen, zoals die van prof. Ron Fouchier van Erasmus MC. In 2011 deed hij een experiment waarbij hij fretten infecteerde met een aangepast H5N1-vogelgriepvirus. Zijn publicatie in Science, met prof. Ab Osterhaus als een van de coauteurs, leidde tot wereldwijde ophef. The New York Times waarschuwde begin 2012 voor een “gefabriceerde doemdag”: een door mensenhanden gefabriceerde pandemie. Twee onderzoeksgroepen in de wereld hadden, met Amerikaanse financiering, het vogelgriepvirus gevaarlijker gemaakt. De krant was helder: “Het meest angstaanjagende onderzoek werd gedaan door wetenschappers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam”. President Obama legde dit soort experimenten tijdelijk stil, maar Trump draaide dit besluit in zijn eerste presidentiële termijn terug.

Fouchiers naaste collega prof. Marion Koopmans nam geen zitting in de expertgroep zoönosen, maar zij wordt het als de meeste virologen niet moe te benadrukken hoe veilig het onderzoek is dat zij doen. Koopmans deed dit bijvoorbeeld afgelopen maart nog in de Eerste Kamer, tijdens de ‘deskundigenbijeenkomst pandemische paraatheid’ bij de Commissie VWS. Ze ging zelfs zover te verklaren dat een lablek “in theorie” tot een uitbraak of pandemie zou kunnen leiden, maar dat daar in haar optiek “geen voorbeelden” van zijn. Neuroloog Jan Bonte reageerde op X meteen met een lijst van laboratorium-ongelukken waarbij ziekteverwekkers ontsnapten en mensen besmet raakten.

Vorige maand haalde de Brits-Franse microbioloog Simon Wain-Hobson, hoogleraar moleculaire retrovirologie aan het Pasteur Instituut in Parijs, in een interview met de Berliner Zeitung nog een recent voorbeeld aan van een bizar labongeval. Het zou hebben plaatsgevonden in een Amerikaans BSL-4 lab, dat voldoet aan het hoogste bioveiligheidsniveau. Het onderzoek werd er stilgelegd na een incident tussen twee geliefden waarbij de een het drukpak van de ander beschadigde. “Mensen geloven dat alles beheersbaar is met veiligheidsprotocollen”, concludeert Wain-Hobson. “Maar mensen maken fouten.” Hij noemt in het interview, waarvan het Artsen Collectief onlangs een vertaling op haar website publiceerde, nog een ander zwak punt: “Niemand praat over het feit dat gevaarlijk gain of function-onderzoek online wordt gepubliceerd. Deze informatie is gratis beschikbaar voor elke schurkenstaat met een virologielaboratorium, gefinancierd door Amerikaanse en Europese belastingbetalers.”

De Andere Krant publiceerde in 2022 al diverse artikelen waarin wij wezen op de risico’s van het gain of function-onderzoek in Nederland. Op basis van een rapport van het Instituut voor Fysieke Veiligheid in opdracht van de Raad Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV), meldden wij dat de veiligheid van biologische laboratoria in Nederland bijzonder gebrekkig is geregeld. “De verantwoordelijkheid is versnipperd, er is geen nationale wetgeving, de brandweer hoeft niet te worden geïnformeerd over calamiteiten en de vergunningverlening vindt plaats op gemeentelijk niveau”, constateerden wij. Ook interviewden we twee toonaangevende internationale experts — professor Marc Lipsitch, een epidemioloog van de Harvard universiteit, en dr. Lynn Klotz (ex-Harvard) — die stelden dat “de kans op een ontsnapping van een levensgevaarlijk virus uit het Viroscience-lab van Erasmus MC in Rotterdam reëel is en vele malen groter dan door Viroscience wordt beweerd”. Toenmalig Kamerlid Wybren van Haga (BVNL) stelde eind 2022 hierover vragen aan minister Ernst Kuipers van VWS. Kuipers kwam met een nogal vreemd en verontrustend antwoord. “Er is geen centraal overzicht van het aantal hoog-risico laboratoria in Nederland, maar niet in elk hoog-risico laboratorium wordt gain of function-onderzoek uitgevoerd”, schreef hij. “Aangezien lokale overheden vergunningen afgeven voor hoog-risico laboratoria is er op dat niveau wel een overzicht van de aanwezigheid van hoog-risico laboratoria, maar niet of er wel of geen gain of function-onderzoek plaatsvindt.”

dakl.nl/100%-fatal-mutant
dakl.nl/ferrets-H5N1-viruses

Eerdere artikelen in De Andere Krant: dakl.nl/lablek

Vogelgriepvirus afkomstig uit Erasmus MC?

De Amerikaanse epidemioloog Nicolas Hulscher, cardioloog Peter McCullough en auteur John Leake publiceerden afgelopen november een ­opmerkelijke hypothese in het tijdschrift Poultry Fisheries & Wildlife Sciences. Zij betogen dat het H5N1-vogelgriepvirus dat nu door de VS waart, mogelijk het resultaat is van experimenten in het BSL-3 lab van het Erasmus MC en het USDA Southeast Poultry Research Laboratory (SEPRL) in Athens in de Amerikaanse staat Georgia. In hun publicatie dringen de auteurs aan op verder onderzoek naar deze hypothese én op een moratorium op riskant gain of function-onderzoek met H5N1. Niet iedereen hecht geloof aan deze hypothese, die door bijvoorbeeld de Amerikaanse immunoloog Robert Malone is verworpen.

Deel dit artikel:

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.