De vergeten slachtoffers van het Toeslagenschandaal
Gedupeerde ouders op de publieke tribune in de Tweede Kamer tijdens een debat in 2022 over de uit huis geplaatste kinderen wier ouders slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal. | Fotografie: Lex van Lieshout
💨
“De kinderen zijn zwaar getraumatiseerd, mede door de gemeente waarbij ze nu voor compensatie moeten aankloppen”
“De kinderen zijn zwaar getraumatiseerd, mede door de gemeente waarbij ze nu voor compensatie moeten aankloppen”
Datum: 14 januari 2025
Mens en macht
Hendriëlle de Groot
Ze zijn de vergeten slachtoffers van de toeslagenaffaire: de kinderen van gedupeerde ouders. Terwijl zij worstelen met trauma’s, onderwijsachterstanden en een onzekere toekomst, loopt het ook nog spaak met de diverse compensatieregelingen die ervoor zouden moeten zorgen dat zij hun leven weer kunnen oppakken. Gedupeerde Moza van Waas (25): “Ik heb de indruk dat de overheid vooral in eigen belang handelt en dit zo snel mogelijk wil afhandelen”.
Moza van Waas (25) is 8 jaar oud als twee medewerkers van Team Innen van de Belastingdienst plotseling voor de deur staan. Zijn moeder is dan net klaar met haar stage en begonnen als zelfstandig makelaar en taxateur. De belastingdienstmedewerkers eisen direct inzage in alle documentatie. De moeder van Van Waas wordt als toeslagenfraudeur aangemerkt en moet alle ontvangen kinderopvangtoeslag terugbetalen. Als kind van 9 wordt Van Waas uit huis geplaatst, zijn moeder zou niet meer in staat zijn voor hem te zorgen. Hij wordt in verschillende instellingen en zelfs in een jeugdgevangenis geplaatst, omdat er geen plek is in de crisisopvang.
Het is allemaal onterecht, maar dat blijkt pas veel later. Van Waas is dan al getraumatiseerd door deze ervaring. Zijn volledige verhaal wil hij naar buiten brengen als de juridische procedures, waarin hij nog altijd is verwikkeld, voorbij zijn.
Precieze aantallen zijn er niet, maar duidelijk is dat Van Waas slechts een van de duizenden gedupeerde kinderen van de toeslagenaffaire is. Tussen 2005 en 2019 is bij een groot aantal ouders de kinderopvangtoeslag onterecht stopgezet door de Belastingdienst. Sinds 2020 werkt de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) namens de Belastingdienst aan het financieel compenseren van de gevolgen hiervan. De Wet hersteloperatie toeslagen biedt sinds 2 november 2022 de grondslag voor de hersteloperatie op het gebied van financiën, wonen, zorg, gezin en werk.
De uitvoering daarvan ligt bij de gemeente, maar daar gaat veel fout, stelt Van Waas, die inmiddels veel contacten heeft binnen de Commissie Toeslagen en Uithuisplaatsingen (CTU) en de wet- en regelgeving inmiddels op zijn duimpje kent. Hij is daarom samen met anderen bezig de Kindcommissie op te richten, een organisatie die de belangen en rechten van de kinderen die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire behartigt. “Ouders hebben jarenlang gestreden om erkenning en gehoor te vinden, laat ik daar een voorbeeld aan nemen en er alles aan doen om dat ook voor de kinderen voor elkaar te krijgen met de Kindcommissie.” Dat is hard nodig, vertelt hij, omdat de compensatieregelingen voor de kinderen spaak lopen bij de gemeentes. “Van het ene op het andere moment werden gemeenten verantwoordelijk voor het herstel, terwijl zij daar niet op waren ingesteld. Zij hebben ambtenaren vanuit de Participatiewet op dit dossier gezet, maar die zijn daarvoor niet geschikt. Ambtenaren, die gespecialiseerd zijn in geschillen tussen gemeenten en burgers, willen vooral aan damage control doen. Zij treden op namens de overheid en hebben dus geheel tegenstrijdige belangen. Deze kinderen hebben extreem ingrijpende ervaringen achter de rug en kampen vaak met trauma’s, waarvan vaak een groot deel mede veroorzaakt is door het verkeerd handelen van de gemeenten. Deze kinderen zitten dan ook niet te wachten op een benadering die gebaseerd is op wantrouwen of constante controle.” Van Waas stelt dat de jongeren met veel verschillende ambtenaren te maken hebben. “Soms wel twintig tot dertig.”
Vaak moeten zij hun eigen zaak bepleiten, want het is erg moeilijk advocaten te vinden die hun handen durven te branden aan het dossier. “Het gebrek aan subsidie of vergoeding voor advocaten die gedupeerde kinderen willen bijstaan, zorgt ervoor dat deze kinderen op dit moment vaak geen juridische vertegenwoordiging kunnen krijgen. Bovendien werk je als advocaat aan een dossier waarin je vaak al bij voorbaat aan het kortste eind trekt. De Belastingdienst laat advocaten en hun cliënten weten dat zij minimaal drie jaar moeten wachten voordat zij hun eigen dossier kunnen ontvangen. En als dat er uiteindelijk komt, is het grotendeels zwartgelakt”, stelt hij.
Bij veel gemeenten is het bovendien een puinhoop, zegt Van Waas. “Bij gemeenten worden nog steeds beslissingen genomen op basis van foutieve informatie die is ontstaan als gevolg van de toeslagenaffaire. Dit betreft bijvoorbeeld dossiers van Jeugdzorg, Veilig Thuis of Bureau Halt, die ondanks hun onterechte oorsprong nog steeds niet zijn vernietigd. Deze foutieve dossiers leiden niet alleen tot blijvende schade, maar belemmeren ook het herstelproces van de gedupeerden”, legt hij uit. “Zo kan bijvoorbeeld het verkrijgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) worden geweigerd op basis van deze onjuiste gegevens, waardoor jongeren worden beperkt in hun mogelijkheden om werk te vinden of hun leven opnieuw op te bouwen.”
Deze documenten worden volgens hem in het nadeel van de kinderen gebruikt: doordat ze bijvoorbeeld kampen met psychische problematiek, wordt hun verhaal en bezwaar tegen deze informatie niet serieus genomen en dus geen gepaste hulpverlening geboden. “Kinderen hebben bijna geen stem, bij overleggen met VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten — red.) ben ik een van de weinige kinderen die zijn mond open durft te trekken. Ik heb de indruk gekregen dat het Rijk vooral in eigen belang handelt en dit zo snel mogelijk wil afhandelen. Door de jaren heen hebben talrijke wetswijzigingen in de Wet herstel toeslagen juist geleid tot stagnatie, extra problemen en meer geschillen tussen gemeenten en gedupeerden”, aldus Van Waas.
Rohan Mahtabsing (21) is ook afkomstig uit een door de toeslagenaffaire gedupeerd gezin en is het eerste kind in Nederland dat een bezwaarprocedure is gestart tegen de gemeente, in zijn geval Den Haag. Hij wil naast een financiële tegemoetkoming vooral erkenning. Met succes: Mahtabsing is in het gelijk gesteld.
Hij was 10 jaar toen ze met hun gezin terugkwamen van drie weken vakantie in Amerika en een stapel brieven van de Belastingdienst op de mat vonden. “Het begin van alle ellende”, zegt Mahtabsing. Zijn ouders moeten een groot deel van de ontvangen kinderopvangtoeslag van hem en zijn broertje terugbetalen, naast die van twee neefjes die ze tijdelijk in huis nemen. Ze zien zich genoodzaakt hun sierraden te verkopen en een krediet af te sluiten om de belastingaanslagen te betalen. “Mijn moeder was zo gestrest door de situatie, dat zij ’s avonds heel impulsief alcohol begon te drinken”, vertelt Mahtabsing. School zorgt voor nog meer zorgen. Docenten doen melding bij Veilig Thuis. “Ze hadden in de gaten dat het slecht ging thuis, mijn moeder heeft de auto total loss gereden toen ze dronken was. Meermaals heeft zij onder invloed schade gereden, ik denk dat de bedragen opliepen tot tienduizenden euro’s.” De schulden en de zorgmeldingen stapelen zich op. Veilig Thuis, het Centrum Jeugd en Gezin en de Raad voor de Kinderbescherming: diverse instanties bemoeien zich met het gezin.
Mahtabsing en zijn zes jaar jongere broertje krijgen een jeugdbeschermer toegewezen. “Ik kreeg een OTS (ondertoezichtstelling — red.) en moest veel veiligheidsafspraken maken. Mijn hele dag werd uitgestippeld, mijn netwerk werd in kaart gebracht en wekelijks kwam iemand langs van de jeugdbescherming.” Door alle spanningen loopt het huwelijk van zijn ouders op de klippen. Mahtabsing moet bij zijn vader wonen. Dat gaat niet goed: hij wordt mishandeld, wat hij bij zijn jeugdbeschermer aan probeert te tonen. “Ik werd absoluut niet serieus genomen. De jeugdbeschermer, die net als mijn vader Surinaamse roots had, praatte het gedrag van mijn vader goed.”
Na tweeënhalf jaar is er een gesprek met de leidinggevende om de OTS te verlengen, dan wel stop te zetten. “Hij vroeg: ‘Rohan, voel je je veilig thuis?’ Ik zei ‘nee’, maar toen werd gezegd dat men het dossier zou sluiten.” Mahtabsing heeft de indruk dat hij minder serieus wordt genomen door zijn diagnose posttraumatische stressstoornis (PTSS), een gevolg van de stressvolle situatie waaraan hij als kind is blootgesteld. “Ik had het idee dat die diagnose een gemakkelijke manier was om problemen op mij af te schuiven. Zo van: het ligt niet aan ons, maar aan Rohan.”
Op zijn 18e komt een medewerker langs namens het Ondersteuningsteam Uithuisplaatsing. Mahtabsing heeft recht op de ‘kindregeling’, wat inhoudt dat hij een leeftijdsafhankelijk geldbedrag krijgt om zijn leven op te bouwen, tot maximaal 10.000 euro. Het bedrag ervaart hij als te weinig voor een herstart. Er zit volgens hem ook weinig logica in de toekenningsprocedure. “Waar het misgaat, is dat gemeenten hun eigen beleid mogen maken. Een van mijn hulpvragen was woonurgentie, maar die is afgewezen na zeven maanden. Uiteindelijk ben ik begeleid gaan wonen via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning — red.), maar ik pas niet in de woongroep. Ook betaal ik een veel te hoog bedrag aan huur. Vanwege mijn leeftijd heb ik geen recht op huursubsidie.” Over het empathisch vermogen van de casemanagers is hij ook niet te spreken. “Zij hebben een andere mindset en maken opmerkingen als ‘de gemeente is geen Bol.com’.”
Nu Mahtabsing in het gelijk is gesteld, heeft hij onder meer geld gekregen voor woninginrichtingskosten. “Maar het grootste deel is afgewezen, ik ben veel misgelopen.” Hij is in beroep gegaan bij de bestuursrechter, maar heeft uiteindelijk de procedure gestaakt, omdat de gemeente toch wilde bemiddelen. “Ze hebben wel het een en ander toegezegd, maar ik wacht nog steeds op het geld, dat ik uit zou mogen geven aan het kopen van een fiets en het bekostigen van mijn opleiding.” Dagelijks kampt hij met de mentale gevolgen van de toeslagenaffaire: hij heeft PTSS, een eetstoornis en is depressief. “Ik heb ook euthanasie aangevraagd, maar dat is afgewezen, omdat men nog behandelopties zag.”
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?