Hoe VWS ‘nepnieuws’ bestreed en slecht nieuws onderdrukte
Fotografie: Guus Schoonewille | ANP
💨
Hugo de Jonge speelde de vermoorde onschuld
Hugo de Jonge speelde de vermoorde onschuld
Datum: 15 oktober 2024
Politiek
Toine de Graaf
Een interne VWS-memo die is opgedoken na een Woo-procedure geeft een ontluisterend beeld van het ‘nepnieuws’-beleid binnen het ministerie, kort na de uitrol van de coronavaccins begin 2021. Minister Hugo de Jonge werd in de memo geadviseerd om het debunken van nepnieuws over de vaccins “vooral over te laten aan de mensen die daar achter de schermen mee bezig zijn”. De propagandacampagne werd opgevoerd, terwijl op datzelfde moment het aantal meldingen van ernstige bijwerkingen gierend uit de hand liep.
Verhaallijn en beleid nepnieuws, luidt de titel van de onthullende memo waarop Wob/Woo-onderzoeker Cees van den Bos op 4 oktober op X de aandacht vestigde. De memo was direct gericht aan de minister (“Hallo Hugo”) en afkomstig van de ‘Directie Communicatie Media en optredens’ van de Secretaris Generaal van VWS. Aanleiding voor het schrijven, dat gedateerd is op 3 maart 2021, was de fikse aanvaring die op 24 februari had plaatsgevonden tussen minister De Jonge en Kamerlid Wybren van Haga (toen nog FVD) tijdens een coronadebat. De clash tussen beiden kreeg de nodige aandacht. Zo meldde de Telegraaf diezelfde dag: “De Jonge woedend op Van Haga: ‘Dit is gevaarlijk!’” Van Haga stelde de minister vragen over de coronavaccins, waarna De Jonge hem fel wees op het gevaar van “het verspreiden van nepnieuws middenin een pandemie”.
De bewuste memo belandde een week later op het bureau van Hugo de Jonge, na een verzoek hiertoe van zijn kant (“in navolging van jouw vraag over nepnieuws en desinformatie”). In de eerste alinea werd de context geschetst: “Nepnieuws is op de korte termijn schadelijk voor het vaccinatieprogramma en op de lange termijn ondermijnend voor het vertrouwen in de zorg en daarmee volksgezondheid, maar ook voor het vertrouwen in de overheid. Het verspreiden hiervan is moreel verwerpelijk. Helemaal als volksvertegenwoordigers actief bijdragen aan de verspreiding van nepnieuws.”
Op de eerste pagina van de memo, die zeven pagina’s telt, wordt de vraag van De Jonge nader omschreven: “Jij wilde kijken of er een mogelijkheid was om ‘jouw worsteling’ met nepnieuws in de media te brengen”. De memo-schrijver adviseert “hier terughoudend in te zijn vanuit je positie als minister”. Met deze onderbouwing: “Als je actief zelf nepnieuws gaat debunken verlaag je daarmee jezelf en boet je in aan autoriteit. Bovendien ben je als minister met een duidelijke agenda een onbetrouwbare bron voor de doelgroep. Ook omdat je daarmee aandacht geeft aan de nepnieuwsverspreiders die jouw reactie als koren op hun molen zien.”
Maar dit betekende volgens de memo niet dat De Jonge niks zou kunnen doen: “Wat wel kan is het groeiende probleem van nepnieuws onder de aandacht te brengen, te laten zien dat dit wel uit de hoek van de aluhoedjes steeds meer in de mainstream ook voet aan de grond krijgt en zelfs inmiddels in het parlement is doorgedrongen en daar ook actief gepropageerd wordt”. Ook kon de minister onder de aandacht brengen “wat mensen zelf kunnen doen om nepnieuws te onderscheiden en hoe ze de verspreiding daarvan tegen kunnen gaan”. De auteur van de memo stelde vervolgens voor “te kijken of we hierover een interview in een krant kunnen pluggen (De Volkskrant heeft hier al meerdere malen over geschreven)”.
De minister kreeg het advies “het debunken vooral over te laten aan de mensen die daar achter de schermen mee bezig zijn”. De bijlage bij de memo biedt hierover aanvullende info: “Op de achtergrond staat het desinformatie-team in contact met allemaal stakeholders bij grote internet/techbedrijven. Als zij individuele gevallen van desinfo en nepnieuws spotten, geven ze dat door aan deze spelers die zonder het ‘overheids-logo’ via de achterkant deze info ontkrachten. Er wordt dus bewust geprobeerd de overheid buiten deze individuele gevechten te houden.”
Het desinformatie-team van VWS onderscheidde hierbij drie hoofdgroepen: “trouwe volgers, kritische twijfelaars en hardnekkige wantrouwers”. Over de laatste groep meldt de bijlage dat deze “door ons niet of nauwelijks” meer te bereiken is. “Het opzoeken van deze groep door jou of VWS om de informatie die ze verspreiden te weerleggen heeft een grote kans op het tegenovergestelde effect. Deze groep aandacht geven is het voeden van een vlammetje dat we zo klein mogelijk willen houden.” De kritische twijfelaars zweefden tussen de twee andere groepen in: “Het schuurt misschien tegen de ‘wappies’ aan, maar deze groep heeft vooral behoefte aan meer informatie”.
De memo geeft een intrigerend inkijkje in de ‘VWS-keuken’ op hetzelfde moment dat de prikcampagne gierend uit de hand liep qua bijwerkingenmeldingen. Maar daarvan is in de memo niets te bespeuren. Wel in andere vrijgegeven Wob/Woo-documenten uit diezelfde periode. “RIVM, bijwerkingencentrum Lareb en het ministerie van VWS werden in februari 2021 overspoeld met meldingen van ernstige bijwerkingen van de covid-vaccins, waarvan vele dodelijk, maar hielden deze informatie geheim voor het publiek”, meldde deze krant vorig jaar op basis van eerder speurwerk van Cees van den Bos. “Ze besloten zelfs de propagandacampagne voor de vaccins op te voeren.” De opgedoken memo is hiervan het zoveelste bewijs.
Toen Van Haga op 24 februari in de clinch raakte met De Jonge over de veiligheid van de coronavaccins, raakte hij bij de minister een gevoelige snaar. Die wist op dat moment namelijk wel degelijk van de hoed en de rand, maar speelde de vermoorde onschuld met een verwijzing naar gemelde “huis-tuin-en-keuken-klachtjes” zoals spierpijn, hoofdpijn en vermoeidheid. Volgens De Jonge was er “niks geks” aan de hand. “En als dat wel zo is, is het Larebs taak om dat aan ons te melden, en dát is het moment waarop ik de Kamer informeer”, zei hij tegen Van Haga. Maar dat laatste liet hij na, want op diezelfde 24 februari stond in een interne mail van VWS: “Lareb heeft aangegeven dat er op sommige dagen zo’n duizend meldingen binnenkomen en dat ze daarom snel moeten opschalen”. Het bijwerkingencentrum kreeg zeven keer zoveel meldingen te verwerken als verwacht.
Op 10 februari 2021 bleken al honderd sterfgevallen te zijn gemeld na vaccinatie. Maar Lareb meldde niets aan het publiek en De Jonge deed dit evenmin in zijn persconferentie van 23 februari. Het RIVM had enkele dagen daarvoor in een interne mail gesteld dat het “belangrijk is dat er geen onrust ontstaat”. De overheidsinstanties waren er enkel op gericht de vaccinatiebereidheid te vergroten, en niet op het eerlijk en open informeren van het publiek. Het is daarom navrant dat de memo van 3 maart 2021 stelt dat “veel mensen verwachten dat de overheid objectieve, duidelijke en transparante informatie biedt over de coronavaccinatie en misleidende berichten daarover”. Maar het was juist de overheid die burgers misleidde over de veiligheid van de coronavaccins en feitelijk doet ze dat anno 2024 nog steeds.
De memo van begin maart 2021 is één document (nr. 878616) uit een Woo-openbaarmaking van in totaal 891 documenten met informatie over “scenario’s en maatregelen” die de covid-19 campagnes betreffen. Op 22 mei van dit jaar besloot de minister van VWS tot gedeeltelijke openbaarmaking, en afgelopen zomer volgde de publicatie van de documenten op Open.minvws.nl. De bewuste memo is de zoveelste reality-check voor wie nog blindelings gelooft in een betrouwbare overheid en niemand weet wat er nog allemaal in het vat zit.
Het is niet ondenkbaar dat bewindspersonen en beleidsmakers die verantwoordelijk waren tijdens de coronacrisis het inmiddels betreuren dat de parlementaire enquête over deze periode nog niet achter de rug is. Aanvankelijk leken zij het uitstel hiervan toe te juichen – want van uitstel komt regelmatig afstel – maar de panelen zijn intussen aan het schuiven: door steeds meer onthullingen uit binnen- én buitenland krijgt de coronacrisis stilaan de contouren van een immens schandaal. Vroeger of later zullen de verantwoordelijken hierover de confrontatie moeten aangaan met het Nederlandse volk en hun parlementaire vertegenwoordigers. En hoe langer dat moment op zich laat wachten, hoe pijnlijker het zal zijn.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?