De sabotage van de Roemeense presidentsverkiezingen is nu model voor de EU
Stefano di Lorenzo | Datum: 17 september 2025
De Roemeense minister van Binnenlandse Zaken, Cătălin Predoiu op 9 mei 2025. Destijds in zijn rol als interim-premier. Fotografie: Cristian Cristel | Xinhua
westerse inlichtingendiensten bestuderen aanpak van geannuleerde verkiezingen
In diverse Europese landen bekijken de autoriteiten hoe de Roemeense overheid vorig jaar, met steun van de Europese Commissie, de overwinning van een anti-EU-kandidaat wist te annuleren en of zij dit voorbeeld kunnen volgen. Dit schrijft de Franse journalist Stéphane Luçon, hoofdredacteur van de Roemeense editie van Le Monde Diplomatique, op basis van uitspraken van de Roemeense minister van Binnenlandse Zaken Cătălin Predoiu.
In november vorig jaar vond een sensatie plaats in Roemenië. De eerste ronde van de presidentsverkiezingen werd gewonnen door een onafhankelijke nieuwkomer, Călin Georgescu, kritisch op zowel de EU als de oorlog in Oekraïne. Dat veroorzaakte een grote schok in westerse regeringskringen. Roemenië is een cruciale pion in de militaire strategie van de Navo ten aanzien van Rusland.
Het Roemeense Constitutionele Hof keurde de uitslag goed, maar kwam enkele dagen later terug op dit besluit. Volgens het Hof had Georgescu zijn overwinning te danken aan “Russische inmenging”, met name aan een campagne op Tiktok die door Rusland zou zijn gefinancierd. De Roemeense autoriteiten stelden dat 25.000 Tiktok-accounts in Roemenië verbonden zouden zijn geweest aan “een buitenlandse staat”. Hard bewijs werd niet geleverd. Sterker, volgens Luçon is inmiddels duidelijk dat het niet de Russen waren, maar de regeringspartij NLP (Nationale Liberale Partij), die in het geheim de ‘Russische campagne’ van Georgescu zou hebben gefinancierd om hem in een kwaad daglicht te kunnen stellen.
De sabotage van de Roemeense verkiezingen kreeg de goedkeuring van de Europese Commissie. Hoewel Brussel de afgelopen jaren herhaaldelijk waarschuwde voor “anti-democratische tendenzen” in landen als Polen en Hongarije, keek de Commissie hardnekkig weg in het geval van Roemenië. In een verklaring maanden na de verkiezingen, zei de Europese Commissie slechts dat zij “geen commentaar” had op “de beslissing van het Roemeense Constitutionele Hof op 6 december 2024, de eerste ronde van de presidentsverkiezingen te annuleren. Dit is een besluit van de lidstaat zelf.” De zogeheten Venice Commission, een adviesraad van de Raad van Europa die zich bezighoudt met de democratie en rechtsstaat in Europa, kwam in januari dit jaar met een halfslachtig rapport over de gang van zaken in Roemenië. De Commissie stelde dat de annulering van verkiezingen slechts onder “uitzonderlijke omstandigheden” mag plaatsvinden, maar sprak zich niet uit over de rechtmatigheid van het besluit van het Roemeense Constitutionele Hof.
Nu, negen maanden later, beginnen de implicaties van het Roemeense precedent zichtbaar te worden, schrijft Luçon. Hij wijst erop dat de Roemeense minister van Binnenlandse Zaken, Cătălin Predoiu, in een recent interview openhartig verklaarde dat westerse inlichtingendiensten de Roemeense aanpak ‘bestuderen’. Predoiu, die ten tijde van de verkiezingen al minister was, noemde met name Tsjechië als een land dat de Roemeense zaak nauwlettend heeft bestudeerd. In Tsjechië vinden begin oktober parlementsverkiezingen plaats. Predoiu verklaarde letterlijk: “Ik geloof dat wat er vorig jaar in Roemenië is gebeurd, momenteel door alle inlichtingendiensten in de westerse wereld wordt bestudeerd. Er worden conclusies getrokken en landen nemen defensieve maatregelen, waarbij wordt gekeken naar hoe Roemenië zich heeft verdedigd. En ik kan zeggen dat uiteindelijk de instellingen de staat hebben verdedigd. De Roemeense staat verdedigde zichzelf, beschermde zijn burgers en verdedigde de natie. De wet wordt toegepast en uiteindelijk zal de gerechtigheid haar zegje doen. Dat is niet iets waar wij, als onderdeel van de uitvoerende macht, commentaar op moeten leveren. Maar zelfs onlangs benaderde mijn Tsjechische collega, die een goede vriend van me is, mij en zei: ‘We hebben ook verkiezingen in het najaar en we volgen nauwlettend wat er in jouw land is gebeurd’. En mensen hebben Roemenië met grote aandacht en respect bekeken, nadat de zaken duidelijker werden en iedereen begreep wat er was gebeurd.”
De bekentenis van Predoiu, die duidelijk trots is op de geslaagde ondermijning van de Roemeense democratie, sluit aan op wat toenmalig EU Commissaris Thierry Breton verklaarde in januari, aan de vooravond van de Duitse verkiezingen. “We kunnen in Duitsland doen wat we in Roemenië deden”, dreigde hij, met het oog op een mogelijke overwinning van de AfD.
Luçon wijst erop dat Roemenië voorloopt op andere lidstaten bij de implementatie van de Digital Services Act (DSA) van de EU. In Roemenië was vorig jaar al een ‘coördinator digitale diensten’ aangesteld, de Nationale Audiovisuele Raad had zijn bevoegdheden uitgebreid, er was een ‘Rapid Reponse Team’ samengesteld om te kunnen reageren op ‘desinformatie’ en er waren al trusted flaggers (betrouwbare vlaggers) gecertificeerd. Dit zijn partijen die door de overheid en de EU zijn gemachtigd om ‘illegale content’ te melden, zoals haatzaaiende uitlatingen. Daarnaast heeft de EU via de DSA een bredere infrastructuur gecreëerd, waarin ngo’s, factcheckers en aan de overheid gelieerde instanties invloed uitoefenen op wat burgers online te zien kregen, schrijft Luçon. Zo kreeg in Roemenië tijdens de campagne van 2024 de ngo Expert Forum (EFOR) de tijdelijke status van “super-flagger”, waardoor ze snel toegang kreeg tot beslissingen over wat wel en niet is toegelaten op de internetplatforms. EFOR wordt onder meer gesponsord door het Amerikaanse National Endowment for Democracy (NED), een bekend instrument van Amerikaanse buitenlandse inmenging, alsmede de ambassade van de VS in Roemenië, de Europese Commissie en de Nederlandse ambassade in Boekarest.
De Roemeense inlichtingendiensten speelden en spelen in dit systeem een belangrijke rol, stelt Luçon. “Of het nu via directe kanalen met platforms, indirecte invloed op ngo’s of infiltratie door moderatieteams was, ze hadden met voorrang toegang tot de digitale wereld. Wat werd gepresenteerd als verdediging tegen extremisme, was in de praktijk een mechanisme om politieke dissidentie te filteren.” Luçon denkt dat de Roemeense regering en het gerechtelijke apparaat het initiatief namen om de overwinning van Georgescu te saboteren, zegt hij tegenover De Andere Krant, hoewel er volgens hem ook “serieuze experts” zijn die de VS en de Navo verdenken van betrokkenheid.
Veel Roemeense burgers zijn zich bewust van de wijdverbreide corruptie in het land, stelt Luçon vast. Dat is een van de redenen waarom ze massaal op een anti-establishment kandidaat als Georgescu stemden. De Roemeense rechterlijke macht geniet volgens hem weinig vertrouwen, media zijn afhankelijk van overheidscontracten. De nietigverklaring van de verkiezingen was dan ook geen afwijking van het systeem, maar het logische gevolg ervan. Dat Georgescu vervolgens na de verkiezingen gerechtelijk werd vervolgd vanwege zijn vermeende “aanval op de constitutionele orde” en “bevordering van fascisme”, waardoor hij niet mee kon doen aan de nieuwe verkiezingen, heeft een definitief einde gemaakt aan “het electoraal pluralisme”, oftwewel aan de Roemeense democratie, aldus Luçon. “Wat in Roemenië gebeurde is niet te onderscheiden van een autoritaire staat.” De repercussies strekken uiteindelijk uit ver buiten de grenzen van Roemenië, waarschuwt de Fransman. Het Roemeense schandaal zou zomaar het begin van het einde kunnen zijn van de Europese democratie.
De Europese Commissie probeert via de Digital Services Act (DSA) invloed uit te oefenen op uitlatingen op sociale media, met name rond verkiezingen. In Nederland maakt de Autoriteit Consument & Markt (ACM), verantwoordelijk voor uitvoering van deze Europese wet, zich op om ‘desinformatie’ rond de Kamerverkiezingen in oktober te weren van het internet. De autoriteiten hebben online platforms als X, Tiktok, Instagram, Youtube en Facebook erop gewezen dat zij onder de DSA verplicht zijn ‘desinformatie’, die het verkiezingsproces zou kunnen beïnvloeden, te bestrijden. De ACM belegt medio september een bijeenkomst om de platforms te wijzen op hun “verplichtingen”. Daarbij zijn linkse en pro-Navo ‘factcheckers’ aanwezig, zoals Benedmo en Bellingcat.
Naar aanleiding van de vermeende beïnvloeding van de Roemeense presidentsverkiezingen door uitlatingen op Tiktok, verklaarde EU ‘president’ Ursula von der Leyen: “We moeten onze democratieën beschermen tegen buitenlandse inmenging. Wanneer we dergelijke inmenging vermoeden, vooral tijdens verkiezingen, moeten we snel en kordaat optreden. Naar aanleiding van ernstige aanwijzingen dat buitenlandse actoren zich via Tiktok hebben bemoeid met de Roemeense presidentsverkiezingen, onderzoeken we nu grondig of Tiktok de DSA heeft overtreden door dergelijke risico’s niet aan te pakken. Het moet glashelder zijn dat in de EU alle online platforms, inclusief Tiktok, ter verantwoording moeten worden geroepen.”