Nieuws Cultuur

Bandiet van Oranje

bandiet van oranje
💨

Misdaden voor de koninklijke familie​
Misdaden voor de koninklijke familie
Datum: 14 februari 2024
Cultuur

Toine Rongen

Toine Rongen

Frans Peeters schetst in ‘Bandiet van Oranje’ een ontluisterend beeld van de Nederlandse Koninklijke familie en haar gevolg. De voormalig onderzoeksjournalist van Vrij Nederland en Het Parool stelt dat François van ’t Sant, in ‘Soldaat van Oranje’ neergezet als verzetsheld, in werkelijkheid meerdere moorden faciliteerde. Ook andere ‘Oranje-helden’ krijgen ervan langs in het nieuwste boek van de schrijver.

In de film en musical Soldaat van Oranje wordt François Van ’t Sant (1883-1966) neergezet als nationale held. Hij wordt geportretteerd als de steun en toeverlaat van de in de Tweede Wereldoorlog halsoverkop naar Londen gevluchte koningin Wilhelmina. In dat geschiedenisverhaal geldt hij als het brein van het Nederlandse verzet. Wilhelmina noemde deze politieman niet zonder reden haar ‘duivelstoejager’. Frans Peeters beschrijft diezelfde man niet als held, maar noemt hem de ‘Bandiet van Oranje’ in zijn in december 2023 uitgebrachte boek. Van ’t Sant schakelde volgens Peeters op allerlei manieren lieden uit die een bedreiging voor hemzelf of voor de Oranjes vormden. Hij liet ze ‘ontoerekenbaar’ verklaren, sloot ze op in een gesticht vanwege hun ‘geestes­gesteldheid’, dirigeerde processen-verbaal, herriep getuigenverklaringen, vervalste handtekeningen, saboteerde politieonderzoek, bezuinigde bekwame politie-inspecteurs weg, ‘cancelde’ journalisten en pleegde fraude om zichzelf te verrijken. Hij dirigeerde een fascistische knokploeg die demonstraties moest breken en, waar het onderzoek van de 75-jarige onderzoeksjournalist zich vooral op richt: hij faciliteerde minimaal drie moorden. Peeters zegt zich te beroepen op honderden bronnen.

Hoe kwam u op dit onderwerp?
“Bij mijn onderzoek naar de moord uit 1849 op Koning Willem II door zijn zoon, de kroonprins, en latere Willem III, ontdekte ik dat het onder het tapijt houden van deze moord in de 20ste eeuw tot nieuwe misdaden en zelfs moord leidde. Zo onderzocht ik de ‘zelfmoord’ van de student Arjan Ebbinge Wubben in 1933 die via zijn familie de waarheid over de koningsmoord wist. Daarmee ging hij koningin Wilhelmina chanteren. Dat liet hij haar in een brief weten. Bij mijn onderzoek kwam ik keer op keer de naam van de Haagse hoofdcommissaris van politie, François van ’t Sant, tegen. Deze man beschermde vanaf 1920 de reputatie van het Huis van Oranje. Het was zijn opdracht om onder meer de schandalen van Wilhelmina’s man, prins Hendrik, en haar vader, koning Willem III in de doofpot te doen belanden. Volgens collega-onderzoeker Hanno de Longh zou die koning maar liefst 132 bastaardkinderen hebben. In Bandiet van Oranje staat in detail beschreven hoe deze student is vermoord en hoe Van ’t Sant de zaak in de doofpot liet belanden.

Wat voor man was Van ’t Sant volgens u?
“Een schurk. Als inspecteur bij de Rotterdamse politie had hij in de Eerste Wereldoorlog uitgaande geallieerde schepen aan de Duitsers verraden. Op grond van rapportage van de contraspionagedienst kreeg hij een ‘promotie elders’. Later ontstond een aanhoudende stroom aan geruchten die zelfs in de kranten stonden vermeld. Toch, of juist vanwege zijn bedenkelijke reputatie, werd hij benoemd tot hoofdcommissaris van politie in Den Haag en stelde Wilhelmina hem aan als haar vertrouwensman. Wie de Oranjes of hemzelf in de weg stond, mocht rekenen op zijn terreur.”

Wilhelmina wilde met steun en instemming van Van ’t Sant en Bernhard in het naoorlogse Nederland een Oranje-dictatuur vestigen.
“Ze meenden dat de democratische regeringen de vooroorlogse crises zoals de massawerkloosheid en de verdeeldheid vanwege de verzuiling niet konden aanpakken. Er diende daarom een eenheidsbewind te komen onder de leiding van één familie, met één krant geschreven door positieve monarchistische journalisten, niet door types zoals die van De Andere Krant. Zeker Wilhelmina wilde de Oranje-­dictatuur van Willem I en II herstellen, zich daarbij geen enkel rekenschap gevend van alle rampzalige gevolgen van dien voor het Nederland van destijds: armoede, analfabetisme, honger, een nagenoeg failliete overheid. Wilhelmina en Bernhard en Van ’t Sant hadden totaal geen idee van de werkelijkheid in Nederland onder de bezetting.”

Hoe reageert het huidige Koninklijk Huis op al die pijnlijke feiten in Bandiet van Oranje?
“Geen idee. Daarover maak ik me ook niet druk. Dat doe ik wel als wie dan ook het zou willen verbieden. Dat zou wat zijn, zeg. Stel dat ze in Duitsland zouden zeggen. ‘Laten we voortaan over de oorlogsmisdaden zwijgen, want dat rijt alleen maar oude wonden open.’ Dan zou de wereld toch te klein zijn. Tegelijkertijd vind ik het stuitend hypocriet dat de onkreukbaarheid van het Huis van Oranje al vele decennia gehandhaafd moet worden. Hoeveel mensen weten nu dat Bernhard onderkoning van Indië wilde worden? Dat hij daarvoor de oorlogsmisdadiger kapitein Raymond Westerling (1919-1987) inhuurde die drie weken na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië op 27 december 1949 een staatsgreep in Jakarta pleegde die gelukkig mislukte? Niet te geloven, maar wel gebeurd.”

U beschrijft ook de Greet Hofmans-affaire. Van ’t Sant faciliteerde volgens u een moordaanslag op de gebedsgenezeres op tweede Kerstdag 1957 in Baarn. Hofmans had in de ogen van Bernhard veel te veel invloed op zijn vrouw, Koningin Juliana.
“Of Van ’t Sant achter die aanslag zat is lang niet zeker. Hofmans overleefde een aanslag met een auto, maar liep een dubbele schedelbasisfactuur op. In een interview in Het Parool vertelde ze over een verhoor met enkele politierechercheurs. Ze vertrouwden haar toe dat het ongeluk was geënsceneerd en dat twee voormalige Engelandvaarders achter de aanslag zaten. “Als je ze opensnijdt, zijn ze van binnen helemaal van oranje”, vertelden ze haar. De aanslag heeft wel kenmerken van een Van ‘t Sant-moord.”

In uw boek komt ‘verzetsheld’, Erik Hazelhoff Roelfzema (1917-2007), bekend van ‘Soldaat van Oranje’, er niet goed van af.
“Oohh....ja, onze Engelandvaarder die in opdracht van Wilhelmina op een snelboot naar het Nederlandse strand voer om verzetsstrijders op te pikken. Bij zo’n actie werd in de nacht van 17 op 18 januari 1942 de socialistische intellectueel Wiardi Beckman (1904-1945) gepakt en daarna door de Duitsers naar het concentratiekamp gestuurd. Hij stierf in Dachau. Zulke acties hebben die Engelandvaarders mede vanwege de slechte navigatie nogal amateuristisch aangepakt. Hazelhoff en zijn makkers hadden bovendien hun plannen open en bloot op de militaire sociëteit in Londen laten liggen. Iedereen kon er inkijken. Lekker. Later werkte hij voor de CIA-radiozender, Radio Free Europe, samen met de nazi Joseph Schreieder, de SS-Sturmbannführer die vanuit de Sicherheitsdienst in Den Haag ik-weet-niet-hoeveel Nederlanders om zeep heeft geholpen. Man, man, Soldaat van Oranje ja, maar niet van de Nederlandse democratie. Oké, hij maakte Joop van de Ende met zijn musical rijk. Toch denk ik dat Wiardi Beckman meer aan Nederland had kunnen bijdragen dan die Soldaat van Oranje. Deze corpsbal was een boezemvriend van de allergrootste oorlogsvierder destijds, het NSDAP-lid en SS’er Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Eenmaal Prins der Nederlanden en kapitein van een regiment huzaren nam hij bij het uitbreken van de oorlog direct de benen. Ook de toenmalige burgemeester van Zwolle, Arnoldus van Walsum vond hem daarom een deserteur. Na de oorlog mocht hij vanwege die uitspraak geen burgemeester meer zijn.”

Wat is uw conclusie na zeventien jaar onderzoek dat heeft geresulteerd in twee historische boekwerken (zie kader).
“Dat types als Van ’t Sant ongestraft hun gang kunnen gaan omdat de handhaving van onze grondwet geen klap voorstelt. Buiten Pieter Omtzigt is er niemand die het een gemis vindt dat Nederland geen grondwettelijk hof heeft dat toeziet op de handhaving. Je kunt van de EU van alles vinden, maar het Europees Hof in Luxemburg kijkt daadwerkelijk toe op handhaving. Die traditie kennen we niet in onze democratie. Neem de wet van vrije meningsuiting. Wij kunnen en mogen zeggen wat we willen, zonder toestemming vooraf, maar hoe vaak hoor je verhalen over ambtenaren en journalisten die onder andere door zo’n goedbetaalde overheidsvoorlichter worden gemuilkorfd vanwege ‘hogere belangen’. Het hoort bij onze calvinistische doctrine, een broeiplaats voor hypocrisie, misplaatste arrogantie en truttigheid. Daarin voelen types als Van ’t Sant zich als een vis in het water.”

Waarom krijgt u geen uitnodiging van de talkshows, zoals Op1?
“De vraag is of ik überhaupt wel in zo’n omgeving zou willen zitten. Het is toch te veel van: ‘Het is heel erg wat er allemaal momenteel in Gaza gebeurt, maar we schakelen nu over naar het laatste nieuws over de depressie van Gordon’. Nee man, Bandiet van Oranje is voor die talkshow-redacties veel te ingewikkeld.”

Wat vindt u eigenlijk van het huidige Koningshuis?
“Niets! Hoe ze in het echt zijn, wordt doorgaans na hun dood pas bekend. Er waren wat relletjes met een Griekenlandreis tijdens de Corona-lockdown en wat belastinggedoe, maar of er echte grote affaires zoals die onder Wilhelmina en Bernhard plaatsvonden, zullen we pas na hun dood vernemen als de archieven geopend worden. Van mij mag de monarchie vandaag nog opgeheven worden. Al missen we dan wel vanwege hun strapatsen een hoop jolijt. Ook krijg ik dan medelijden met al die Koninklijk Huis-fans die hun servies met de protretten van Maxima en Alex erop aanzienlijk in waarde zullen zien dalen.”

“Bevreemdend, maar het klinkt heel plausibel”


De onthullingen in Bandiet van Oranje leidden onder verschillende historici tot de nodige verbazing. Zo laat Dik van der Meulen, schrijver van Bernhards Oorlog, in De Telegraaf weten dat hij nooit eerder bewijs gezien heeft van de drie moorden die Van ’t Sant gefacilieerd zou hebben.

Peeters’ voormalige Het Parool-collega Sytze van der Zee, auteur van Harer Majesteits loyaalste onderdaan, reageert als volgt: “Ik kan me niet voorstellen dat koningin Wilhelmina iemand die van zulke zaken werd verdacht als privé­secretaris zou handhaven.” Wel ontdekte Van der Zee dat Van ’t Sant wist dat het voormalige verzet in 1947 een coup wilde plegen om de afscheiding van Nederlands-Indië te voorkomen. De voormalige NIOD-historicus, historicus, schrijver en publicist Gerard Aalders, auteur van onder meer Wilhelmina. Mythe, fictie en werkelijkheid’ zit met Peeters bij dezelfde uitgeverij (Just Publishers). Bandiet van Oranje las hij nog niet. Peeters’ andere boekKoningsmoord in Het Loo daarentegen wel. Over de vele aanwijzingen dat deze moord daadwerkelijk plaats heeft gevonden zegt hij tegen De Andere Krant: “Hoewel het me allemaal uitermate bevreemdde, klinkt het heel plausibel.”


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.