Remedie tegen vaccinatieschade (deel 2)
💨
ONTGIFTINGSPROTOCOL MET EIWITSPLITSENDE INGREDIËNTEN
ONTGIFTINGSPROTOCOL MET EIWITSPLITSENDE INGREDIËNTEN
Datum: 28 september 2023
Vaccinatieschade
Toine de Graaf
De Amerikaanse cardioloog Peter McCullough
publiceerde onlangs met andere wetenschappers
een basisprotocol voor het ‘detoxen’ van het spike-eiwit van het sars-cov-2-virus. In het
vorige nummer gingen we in op één
van de drie voedingssupplementen uit
dit protocol: nattokinase. In dit tweede
deel aandacht voor bromelaïne en
curcumine. Vooral bromelaïne kan zowel
circulerend spike-eiwit als stolsels afbreken
en bijdragen aan verlichting van klachten bij
vaccinatieschade en long covid.
Veel mensen met vaccinatieschade (of
long covid) ‘danken’ hun symptomen
(mede) aan circulerend spike-eiwit en
bijkomstige stolselvorming. Dit werd
afgelopen mei bijvoorbeeld weer bevestigd in een wetenschappelijk overzichtsartikel. De ‘review’ ging in op
het ziektemechanisme van zowel het
‘post-covid-19-vaccinatiesyndroom’
als long covid, die volgens de auteurs “in
veel gevallen moeilijk te onderscheiden
zijn”. Een belangrijk raakvlak tussen deze
“spike-eiwit gerelateerde pathologieën”
is volgens hen microstolsel-vorming. Als
mogelijke behandeloptie noemden ze onder meer nattokinase.
Bromelaïne werd niet genoemd in de review, maar ook dit supplement is onderdeel van het detox-protocol van McCullough en zijn coauteurs. Bromelaïne behoort tot de zogenaamde ‘eiwitsplitsende’
enzymen. Deze enzymen ondersteunen de
maag bij de eiwitvertering en zitten vooral
in ananas, kiwi, mango en papaja. Bromelaïne is feitelijk een verzamelnaam voor
een groep stoffen met een breed bereik.
Ze zitten vooral in het onderste deel van
de stengel van de ananas en doen méér
dan eiwitten splitsen. Zo gaan ze tevens
trombose- of stolselvorming tegen. Bovendien activeert bromelaïne het plasmine, waardoor reeds gevormde stolsels
worden opgelost.
Al in 1972 verscheen de eerste publicatie
over de gunstige invloed die bromelaïne
heeft op de samenklontering van bloedplaatjes. In een studie werd bromelaïne
gegeven aan 20 proefpersonen die een
beroerte (CVA) of hartaanval hadden
doorgemaakt, of die verhoogde waarden hadden voor bloedplaatjesaggregatie. Bromelaïne zorgde bij 17 deelnemers
voor een afname van de bloedklontering.
Bij 8 van de 9 proefpersonen die een te
hoge waarde hadden voor bloedplaatjesaggregatie bracht bromelaïne deze waarde
terug tot normale niveaus. Als remmer
van bloedklontering kan bromelaïne dus
bijdragen aan het verlagen van de kans
op trombose en longembolie (waarbij het
stolsel in de longen belandt).
De kwaliteiten van bromelaïne zijn niet
volledig over het hoofd gezien gedurende
de ‘coronapandemie’. Zo verscheen begin
2021 een publicatie over bromelaïne en
het sars-cov-2-virus van wetenschappers
uit de VS en Duitsland. Hierin werd de
antitrombotische werking onderkend én
een antivirale werking aangetoond. McCullough en zijn coauteurs benadrukken
in hun detox-protocol vooral drie eigenschappen van bromelaïne. Behalve dat het
eiwitten (zoals het spike-eiwit) kan doen
oplossen, werkt het als antistollingsmiddel én ontstekingsremmer. Ook dat laatste
is belangrijk, omdat circulerend spike-eiwit de ontstekingsniveaus in het lichaam
verhoogt. De auteurs adviseren een dagdosis van 500 mg bromelaïne. Net als bij
nattokinase, dat ook stolling tegengaat,
wijzen ze wel op een verhoogd risico van
bloedingen. Daarnaast schrijven ze dat
bromelaïne maagdarmklachten kan geven en allergische reacties. Ook kan het
de opname (‘absorptie’) van bepaalde
medicijnen verhogen, waaronder antibiotica, chemotherapeutische middelen,
ACE-remmers, benzodiazepinen en antidepressiva. Mensen die medicatie gebruiken, doen er daarom verstandig aan
om gebruik van bromelaïne af te stemmen
met een arts.
Curcumine, het derde supplement in het
detox-protocol, heeft onder andere een
ontstekingsremmende werking bij virale
infecties. Ook stimuleert het de ‘fibrinolyse’. Kortom: het is in staat het eiwitrijke
fibrine te splitsen, waardoor stolselvorming wordt tegengegaan. Curcumine is
afkomstig uit de kurkumaplant, ook bekend als geelwortel en in Indonesië als
koenjit. In Aziatische landen zoals India
wordt de geelwortel al duizenden jaren
medicinaal toegepast. In de keuken kennen we het als specerij en één van de bestanddelen van kerriepoeder. De best onderzochte kurkumaplant is de ‘Curcuma
longa’. Ze behoort tot de gemberfamilie
en de wortelstok is rijk aan curcumine.
Met deze stof is er wel een probleem:
curcumine wordt moeilijk in de darm
opgenomen en weer snel uitgescheiden.
Hierdoor worden slechts lage concentraties in het bloed bereikt. Toevoeging
van bepaalde stoffen, zoals piperine (uit
zwarte peper), verlengt de periode die
curcumine in het lichaam aanwezig is.
Daarnaast zijn innovatieve technologieën ontwikkeld om de opname te bevorderen. In het protocol wordt geadviseerd om
gebruik te maken van curcumine verrijkt
met piperine of van een innovatieve vorm
(nano-curcumine of liposomale curcumine). De aanbevolen dosis is tweemaal
daags 500 mg. De nieuwe vormen van
curcumine zijn niet belastend voor de
lever of het maagdarmkanaal, terwijl dit
wel kan gelden voor hogere doseringen van gewone curcumine. Een aandachtspunt is dat supplementen met curcumine
de werkzaamheid verminderen van hormonale medicatie (schildklierhormoon
en estradiol). Ook hier geldt dus: sluit
gebruik kort met een arts.
De samenstellers van het detox-protocol relativeren hun eigen werkstuk: “De
duur van de therapie en de impact op klinische resultaten zoals levenskwaliteit,
symptoomscores, ziekenhuisopname en
overlijden zijn onbekend.” Klinische studies moeten immers nog plaatsvinden.
Ze adviseren het protocol ten minste drie
maanden vol te houden, en gedurende een
jaar of langer voort te zetten als “basis
detoxificatieregime”. Ze schrijven een
rationele keuze te hebben gemaakt: “We
hebben ervoor gekozen ons te richten op
nattokinase, bromelaïne en curcumine
als een hanteerbare triade met een goed
gekarakteriseerd veiligheidsprofiel en
voldoende informatie over dosering in
de klinische praktijk.”
De auteurs benadrukken dat hun basisprotocol kan worden aangevuld met andere stoffen. Als “hoopvolle producten”
noemen ze: ivermectine, hydroxychloroquine, selenium, Iers zeemos, groene
thee-extract (Camillia sinensis), Nigella
sativa (zwarte komijn), paardenbloemextract (Taraxacum officinale) en glutathion. Een bijzondere vermelding krijgt
het voedingssupplement Augmented
N-acetylcysteïne (NAC), waarvan ze een
dagdosis van 400 tot 1000 mg adviseren.
In 2021 is in labonderzoek aangetoond
dat acetylcysteïne en bromelaïne elkaars
werking versterken ten aanzien van sarscov-2. Beide stoffen kunnen gezamenlijk
bindingen in het spike-eiwit oplossen,
waardoor het schadelijke eiwit uiteenvalt.
De auteurs geven tot slot nog aan dat laboratoriumbepalingen nuttig kunnen zijn
bij evaluatie van de respons op de behandeling. In dit verband noemen ze onder
meer hs-CRP (ontstekingswaarde), D-dimeer (bloedstolseltest) en een bepaling
van de kwantitatieve antilichamen voor
het spike-eiwit. Ook dit is een argument
om dit protocol toe te passen onder medische begeleiding. De vraag is wel wie in
de Nederlandse setting hiervoor de meest
aangewezen persoon is. Huisartsen hebben doorgaans weinig kennis van voedingssupplementen. Een mogelijke optie
is een online consult met een bij het Nederlandse Teleartsen Genootschap (NTG)
aangesloten arts.
Twee andere protocollen
De Amerikaanse Front Line Covid-19 Critical Care Alliance (FLCCC Alliance),
opgericht door de ic-artsen Pierre Kory en Paul Marik, heeft naast een I-Recover
behandelprotocol voor long covid een I-Recover-protocol voor het ‘post-vaccinatiesyndroom’. De beginletter ‘i’ van I-Recover verwijst naar ivermectine,
dat centraal staat in de behandeling omdat dit medicijn het spike-eiwit neutraliseert. Daarnaast is in het uitgebreide ‘Post-Vaccine Treatment Protocol’ van 56
pagina’s (versie juli 2023) plaats voor een groot aantal voedingssupplementen,
waaronder ook nattokinase, bromelaïne, curcumine en NAC.
De Amerikaanse arts Thomas E. Levy gebruikt voor long covid en coronavaccinschade de overkoepelende term ‘persistent spike-eiwit syndroom’ (PSP-syndroom). “Het is niet verrassend dat de kans op het PSP-syndroom rechtstreeks
verband houdt met de totale hoeveelheid spike-eiwit in het lichaam, en elke
injectie levert meer van dit giftige eiwit”, aldus Levy. In zijn PSP-behandelprotocol is een hoofdrol weggelegd voor onder meer ozontherapie, vitamine C
in hoge dosering en waterstofperoxideverneveling.8 Daarnaast vindt Levy dat
stoffen moeten worden toegevoegd die het spike-eiwit afbreken: nattokinase,
bromelaïne en NAC.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?