Romeo’s steken lont in kruitvat
Hendriëlle de Groot | Datum: 4 oktober 2025
Romeo’s met wapenstok | mkfotografie
“De politie is er voor de-escalatie, maar ze escaleren de boel”
Verslaggeefster Hendriëlle de Groot was afgelopen dinsdag bij een demonstratie in Amersfoort tegen de komst van twee asielzoekerscentra. Ze was van plan voor- en tegenstanders aan het woord te laten over de komst van het azc, maar belandde tot haar schrik tussen de ME-linies in. Een ooggetuigenverslag.
Een vrouw spuit met een verfbus ‘AZC? NEE!’ op een spandoek. Willy en Carla hebben een vlag meegenomen met het opschrift ‘waar recht onrecht wordt, wordt verzet een plicht’. Ze komen uit Schothorst, de Amersfoortse wijk waar een azc voor zo’n 750 asielzoekers zou moeten worden gerealiseerd. Carla woont zo’n driehonderd meter van de geplande locatie af. “Als ze zich misdragen, moeten ze vier uur de wijk in om af te koelen, heeft het COA gezegd”, weet Carla. “Dus als ze met stoelen gaan gooien, worden ze buiten uitgezet in de wijk. We hebben een mooi winkelcentrum en station om de hoek. Nu kunnen we onze kinderen niet meer buiten laten spelen”, vult Willy aan.
Deze avond zijn er acht sprekers ingepland die dit soort zorgen aan een menigte verwoorden. Bianca Wagt, de organisator van de demo, opent het programma met een speech. “We demonstreren niet tegen mensen, we demonstreren niet tegen ras of kleur, maar wij demonstreren tegen de komst van azc’s en het asielbeleid. Wij zijn geen racisten, wij zijn realisten”, benadrukt ze. Daarna is het de beurt aan Eldor van Feggelen, de medeorganisator, die stevig van toon is. “We hebben geen huizentekort van een miljoen, maar we hebben drie miljoen mensen te veel binnen gelaten”, zegt hij onder andere. “Zeven procent van de bewoners van het COA vertoont onberekenbaar gedrag, zoals steekpartijen en verkrachtingen. Als een asielzoeker in de COA-locatie moeilijk doet, worden ze naar buiten gezet, in de wijk. Dus je zet zwaar gefrustreerde, getraumatiseerde mensen in de wijk.” Oud-PVV’er, René Dercksen, tegenwoordig bij BVNL, is de derde spreker. “De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare veiligheid. En wat zegt hij? U moet uw kinderen weerbaarder maken. Dan weet deze man niet wat zijn rol is.”
Aan de overkant van de straat staan zo’n honderd tegendemonstranten, die voor de komst van de azc’s zijn. Onder hen buurtbewoners, maar ook in het zwart geklede Antifa, van wie menigeen schuilgaat achter zwarte sjaals, mondmaskers en bivakmutsen. Francien (65) verschuilt zich niet. Zij houdt een zelfgemaakte bord omhoog met het opschrift ‘medemenselijkheid’. “Ik vind het heel belangrijk dat we ons realiseren dat dit mensen zijn die in de knel komen. Het beeld dat nu geschetst wordt dat ze ons belasten, klopt van geen kant. Dat is de verkeerde framing”, stelt ze. “Sterker nog, het wordt politiek uitgebuit.” Ze vertelt dat ze zelf Nederlandse les geeft aan twee Irakese jongens. “Ze zijn zo ambitieus, daar word je gewoon blij van.” Thijs (54) houdt een bord met de tekst ‘vertrouwen’ omhoog. “Ik woon op zeshonderd meter afstand van het azc. Ik kom daar regelmatig langs en zou niet weten wat de overlast zou moeten zijn. Mijn dochter is vanaf haar 8e tot haar 18e naar de sportvelden gefietst en is nog nooit lastiggevallen.” Het tweetal geeft na doorvragen toe van XR Amersfoort te zijn. “We zijn met een stuk of dertig mensen.” Ze willen niet met achternaam genoemd worden, omdat ze bang zijn voor hun veiligheid.
Een strakke ME-linie heeft zich tussen de voor- en tegenstanders geplaatst. Als ik het verhaal van Natascha (67) en Coby (67), die tegen de komst van het azc zijn, aanhoor, slaat de sfeer plotseling om. Mannen in zwarte hoodies en petten doemen uit het niets op in de menigte: het zijn romeo’s, undercoveragenten van de politie. Ze trekken iemand weg, hard en onverwacht, en halen stokken tevoorschijn. Terwijl ze de demonstrant meesleuren, worden ze beschermd door de politie. De paniek slaat toe. Er wordt gejoeld: “Romeo’s, we weten wie je bent!” Van Feggelen roept: “Laat je niet provoceren door de politie!” Organisator Bianca Wagt is aangeslagen: “De politie is er voor de-escalatie, maar ze escaleren de boel”.
De lucht vult zich met rook en kruit. Twee politieagenten te paard manoeuvreren zich door de menigte. Demonstranten worden heen en weer verplaatst, door linies van ME’ers. De menigte, zwaaiend met Nederlandse vlaggen en prinsenvlaggen, deint heen en weer. Het inhoudelijke programma van de organisatie is ineens komen te vervallen. Het protest is ontaard in een kat-en-muisspel tussen demonstranten en politie. De ME komt steeds dichter bij de demonstranten.
Ook ikzelf ben speelbal in een veld van ME-linies geworden. Ik laat mijn perskaart zien. Meestal word ik door de linie gelaten, maar een keer kijkt een ME’er me wantrouwend aan, omdat ik een reguliere in plaats van een politieperskaart heb. “Vooruit dan maar”, zegt hij. Later, als ik in het tumult niet weet welke kant ik op moet, bitst een politieagent me toe dat ik “wel een keuze moet maken”. Voor mijn eigen veiligheid ga ik maar bij de camerajournalisten en fotografen staan.
Ik zie ME’ers slaande bewegingen maken naar demonstranten die te dichtbij komen. Soms kan ik ternauwernood opzij stappen om niet opnieuw klem te komen zitten tussen de linies. Hoewel ik als journalist veilig mijn werk zou moeten kunnen doen, voel ik me onveilig. Ik constateer vanaf mijn relatief veilige plek dat Antifa, na een overleg met de politie, de kans krijgt weg te lopen richting het station van Amersfoort. Ook zie ik dat een man in zwarte hoodie en capuchon, iets in zijn oor gefluisterd krijgt door een ME’er. Kort daarna stormen de romeo’s opnieuw de menigte in. Daarna ebt de spanning langzaam weg. Mensen rapen hun spullen bij elkaar. Spandoeken worden opgerold, kartonnen borden verdwijnen in tassen. Politiebusjes rijden één voor één weg.
“Het was een enerverende demo”, zegt Wagt, terwijl ze zichtbaar teleurgesteld haar spullen inpakt en de politie nog kort te woord staat. “We zijn maar gestopt, het had geen zin meer.” Als ik naar het station terugloop, passeer ik het politiebureau van Amersfoort, waar het merendeel van de ME-busjes is geparkeerd. Ik hoor het geblaf van de politiehonden, die in een aparte ME-bus zitten, vanuit de verte. Het onheilspellende gegrom en angstaanjagende geblaf schalt over het parkeerterrein. Gelukkig zijn ze niet ingezet, denk ik terwijl ik de trein instap, op weg naar mijn veilige thuis.