WHO drukt pandemieverdrag razendsnel door
Toine de Graaf | Datum: 22 mei 2025
Beeld: Robin Utrecht | ANP
Hoe gevaarlijk is dit wereldwijde akkoord?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft deze week op de 78e Wereldgezondheidsvergadering (WHA) in Genève onverwacht en razendsnel het omstreden pandemieverdrag erdoor gedrukt. Terwijl het Nederlandse kabinet zich vierkant achter de WHO opstelde, riep de Amerikaanse gezondheidsminister Robert F. Kennedy jr. landen op om, net als de VS, uit de WHO te stappen en samen te streven naar een nieuwe gezondheidsorganisatie.
Alles wijst er op dat men in Genève weinig aan het toeval wilde overlaten, zowel in als rond het WHO-hoofdkwartier. Critici werden buiten de deur gehouden, en er vond razendsnel eenstemming plaats over de tekst van het pandemieverdrag. Tekenend is wat de drie uitbundig bestickerde bussen van actiegroep CitizenGO (“No to the Pandemic Treaty”) op maandag overkwam toen ze vanuit Frankrijk de Zwitserse grens bereikten. Hoewel de papieren en vergunningen van de chauffeurs in orde waren, werden ze urenlang tegengehouden.
“De Zwitserse politie kwam met een muur van bezwaren en weigerde onze bussen door te laten”, meldt Sebastian Lukomski namens het CitizenGO-team in een nieuwsbrief.Uiteindelijk mochten de drie bussen het land in maar de toegang tot Genève werd hen ontzegd, onder dreiging van een boete van 11.000 euro per bus. “Omdat we een gevoelige snaar raken”, aldus Lukomski. Maar vooral: omdat de WHO, de VN en degenen die hen dienen, hun pandemieverdrag kennelijk ongestoord en zonder wanklank wilden vaststellen.
Veelzeggend is ook wat diezelfde dag gebeurde rond de stemming in ‘Committee A’ over de tekst van het pandemieverdrag, waarvoor een tweederde meerderheid vereist was. WHO-baas Tedros wilde er een hamerstuk van maken en wereldwijde ‘consensus’ uitstralen. Maar de Slowaakse delegatie liet weten een officiële stemming te willen over de verdragstekst. Kort daarop kreeg Robert Fico, de premier van Slowakije, in Bratislava een telefoontje van Tedros die hem dringend verzocht deze eis te laten vallen. Fico hield echter voet bij stuk en eiste een stemming, zo meldde hij diezelfde dag op X.
Die stemming vond maandagavond plaats, via hand opsteken. Van de aanwezige lidstaten verleenden er 124 hun steun aan de verdragstekst, en nul landen stemden tegen. Wel waren er elf onthoudingen. Onder de landen die zich onthielden van stemming waren Iran, Israël, de Russische Federatie, Italië, Bulgarije, Polen en Slowakije. De Verenigde Staten nam niet deel. Op dinsdag werd de verdragstekst vervolgens officieel aangenomen. Het jubelende persbericht dat de WHO vervolgens verspreidde, spreekt van een “historische” overeenkomst die de wereld “rechtvaardiger en veiliger” maakt.
Dit betekent niet dat het pandemieverdrag daarmee in werking is getreden. Het is zelfs nog niet volledig goedgekeurd, laat staan ondertekend. Er ontbreekt namelijk nog de belangrijke bijlage over het ‘Pathogen Access and Benefit Sharing’-systeem (PABS). Hiermee kunnen lidstaten sneller biologisch materiaal en digitale sequentie informatie (DSI) van ziekteverwekkende pathogenen met pandemisch potentieel delen. Landen die dit doen, moeten op hun beurt betere toegang tot vaccins, medicijnen en diagnostica krijgen die mede dankzij het pathogene materiaal en DSI worden ontwikkeld. Hierover wordt de komende 12tot 24 maanden verder onderhandeld. Dit betekent dat op zijn vroegst tijdens de 79e WHA in 2026 over deze bijlage kan worden gestemd, maar het kan dus ook 2027 of zelfs later worden.
Pas nadat de WHA de tekst van deze bijlage heeft vastgesteld, kan het pandemieverdrag worden geratificeerd per land. Ook dat traject kan weer twee jaar gaan vergen. Zestig ratificaties, op 194 lidstaten, zijn vereist om het verdrag in werking te laten treden. VWS-minister Agema heeft al in Kamerbrieven laten weten voor de ratificatie in ons land een uitdrukkelijke parlementaire goedkeuringsprocedure te zullen volgen.
Op dezelfde dag waarop Tedros werd gefeliciteerd en omhelsd vanwege het behaalde resultaat, verspreidde de Amerikaanse gezondheidsminister Robert Kennedy eenopmerkelijke videoboodschap waarin hij andere landen opriep om, naar voorbeeld van de VS, ook uit de WHO te stappen. “Ik dring er bij ministers van Volksgezondheid over de hele wereld en bij de WHO op aan om onze terugtrekking uit de organisatie te beschouwen als een wake-up call”, zei Kennedy. Hij stelt dat de VS al contact hebben gelegd met gelijkgestemde landen over een mogelijke nieuwe gezondheidsorganisatie. De regering-Trump heeft formeel aangekondigd om per 1 januari 2026 de WHO te zullen verlaten. Trump verwijt de organisatie onder meer slecht te hebben gereageerd op de coronapandemie.
Kabinet steunt WHO-plannen volledig
De Nederlandse regering schaarde zich in Genève volledig achter de WHO. Van kritiek op deze organisatie, die volgens critici tegenwoordig vooral de belangen dient van de farmaceutische industrie, en die in coronatijd volledig inzette op lockdowns en vaccinaties, is geen sprake, zo blijkt uit een brief van minister van VWS Fleur Agema aan de Tweede Kamer op 16 mei. Hierin beschrijft zij “de inzet van Nederland tijdens de World Health Assembly”.
Agema prijst de WHO de hemel in. “Een bekend succesverhaal is het wereldwijd uitroeien van de pokken, de eerste ziekte in de geschiedenis die volledig is uitgebannen. Inmiddels is de wereld hard op weg om ook polio uit te roeien. Meer recent speelt de WHO een centrale rol in coördinatie van de wereldwijde inzet om pandemische paraatheid en respons van landen te versterken.”
“Voor Nederland is het van belang dat de volksgezondheid wereldwijd zo goed mogelijk is”, stelt Agema. “Dit draagt bij aan (economische) stabiliteit in de wereld en versterkt ook onze eigen weerbaarheid. Daarnaast biedt dit ook kansen voor handel en kennisuitwisseling voor onder meer de Nederlandse Life Sciences and Health sector. De WHO is voor het Nederlandse gezondheidsstelsel een centrale, technische en coördinerende actor binnen de mondiale gezondheidsarchitectuur.”
Nederland zet bij de WHO in op “de verankering van de mondiale gezondheidsstrategie, zoals antimicrobiële resistentie (AMR), pandemische paraatheid, klimaatadaptatie en -mitigatie, universele toegang tot eerstelijns gezondheidszorg en universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor vrouwen, meisjes en kwetsbare groepen”, schrijft Agema. De PVV-minister betreurt het dat de VS hebben besloten de WHO te verlaten. Ze vraagt zich niet af of daar wellicht goede redenen voor zouden kunnen zijn. “Nederland blijft de WHO steunen”, schrijft zij, “zowel financieel- als technisch-inhoudelijk, zodat Nederland samen met de WHO en andere lidstaten gezondheidsuitdagingen, die ook voor de Nederlandse samenleving relevant zijn, kan aanpakken.” Ze voegt er geruststellend aan toe: “Voor de goede orde, er wordt tijdens de WHA géén pandemieverdrag ondertekend.”
https://deanderekrant.nl/nieuws/?grid_nieuws-filter_tax_post_tag=who
Als het aan de WHO had gelegen, zou in mei 2024 een nieuw wereldwijd pandemieverdrag zijn goedgekeurd tijdens de 77e World Health Assembly (Wereldgezondheidsvergadering). Daarin zou de WHO verregaande bevoegdheden hebben gekregen om het nationale gezondheidsbeleid van de 94 lidstaten te bepalen. Die vlieger ging uiteindelijk niet op – mede dankzij verzet vanuit Nederland. In Den Haag had het parlement een maand eerder een motie aangenomen van Mona Keijzer (BBB), die de regering opdracht gaf om uitstel te eisen van de stemming voor het pandemieverdrag. Dat was mede het werk van van advocaat Meike Terhorst die samen met twee kritische organisaties van medici – het Nederlands Teleartsen Genootschap en het Artsen Collectief – een brief schreef voor de parlementariërs, waarin zij hun bezwaren uiteenzetten tegen het pandemieverdrag én tegen voorgestelde wijzigingen van de Internationale Gezondheidsrichtlijnen (IHR, zie kader). De Nederlandse actie kreeg internationaal veel aandacht.
Al het verzet lijkt te hebben geholpen. De inleiding van het nieuwe verdrag bevestigt nu de nationale soevereiniteit en stelt dat de WHO en haar directeur-generaal geen eisen mag opleggen aan staten die partij zijn. De WHO kan ook geen vaccinatieverplichtingen, tests, behandelingen of lockdowns opleggen. De Amerikaanse internist Meryl Nass denkt dat alle lidstaten dit document zullen goedkeuren, aangezien het “vrijwel betekenisloos” is en slechts een skelet vormt. “Als dit de mate van overeenstemming is na 3,5 jaar onderhandelen, kunnen we ervan uitgaan dat ze de komende jaren niet veel verder zullen komen.” Bovendien hebben de VS en Argentinië aangegeven uit de WHO te zullen stappen.
Ook twee prominente buitenlandse WHO-watchers, de Australische arts David Bell, die jarenlang voor de WHO werkte, en jurist en ex-VN-functionaris Thi Thuy Van Dinh, ontwaren een flinterdun conceptverdrag. De formulering van controversiële artikelen is volgens hen “sterk afgezwakt”, om consensus te bereiken. Veel inhoudelijke bepalingen bevatten slechts “abstracte of betekenisloze beweringen over terreinen waar landen, binnen hun mogelijkheden, al mee bezig zijn in het kader van de normale uitvoering van hun gezondheidsstelsels”. Bell en Van Dinh werpen de vraag op of het concept is afgerond om het gezicht van het WHO-leiderschap te redden én een signaal af te geven richting de afvallige VS. De regering-Trump heeft formeel aangekondigd om per 1 januari 2026 de WHO te verlaten.
Toch zitten er volgens Nass nog wel wat addertjes onder het gras. Zo verwijst de inleiding behalve naar de soevereiniteit van de lidstaten ook naar “verplichtingen onder internationaal recht”. Dit biedt volgens Nass de mogelijkheid om in de toekomst te zeggen “dat internationaal recht boven nationaal recht gaat”. In het document wordt veel gepraat over onder meer surveillance, risicobeoordeling en versterkte vaccinatieprogramma’s, zonder specifieke eisen aan de lidstaten te stellen. “Het lijkt erop dat een aantal doelen wordtgenoemd die momenteel vrijwillig zijn, met de hoop dat ze in de toekomst verplicht zullen worden.”
Het verdrag onderstreept daarnaast het belang van “het opbouwen van vertrouwen en het waarborgen van tijdige informatie-uitwisseling om misinformatie, desinformatie en stigmatisering te voorkomen”. Dit biedt overheden volgens Nass de mogelijkheid om censuur uit te oefenen als in de toekomst een nieuwe pandemie wordt uitgeroepen. Zij wijst erop dat een functionaris van de WHO, Andy Pattison, verantwoordelijk voor digitale communicatie, onlangs in een interview een warm pleidooi hield voor een hernieuwd en duurzaam partnerschap tussen de wereldwijde gezondheidsautoriteiten en de techgiganten van Silicon Valley. Pattison zegt te streven naar een “online gezondheidscollectief”, een permanente alliantie van technologiebedrijven en gezondheidsautoriteiten, klaar om te allen tijde een uniforme boodschap te verspreiden, niet alleen in tijden van crisis.
Naast een Pandemieverdrag werkt de WHO ook aan nieuwe Internationale Gezondheidsrichtlijnen (IHR). De IHR, die in 2005 zijn ingevoerd, zijn bindende voorschriften die lidstaten moeten volgen, onder meer bij internationale gezondheidscrises. Critici vrezen dat de nieuwe IHR net als het voorgestelde Pandemieverdrag de WHO verregaande zeggenschap zal geven over het volksgezondheidbeleid van de lidstaten. De IHR zouden de WHO het recht geven om een ‘internationale noodtoestand’ af te kondigen (een zogeheten ‘Public Health Emergency of International Concern’, PHEIC), waarna de WHO vervolgens vaccinatiedwang zou kunnen opleggen aan de lidstaten en censuur zou kunnen inzetten om kritiek te smoren, zo luidt de kritiek.
Deze wijzigingen van de IHR werden een jaar geleden op de valreep in stemming gebracht tijdens de 77e Wereldgezondheidsvergadering. De Nederlandse delegatie sprak hierbij uit, in navolg van de motie Keijzer (BBB), dat het aan het volgende kabinet en het parlement zou zijn om deze wijzigingen wel of niet goed te keuren. Op 19 september 2024 stuurde de WHOaan Nederland de officiële ‘notificatie’ van de door de WHA aangenomen wijzigingen. In 2022 is de termijn waarbinnen lidstaten op zo’n notificatie moeten reageren ingekort van achttien naar tien maanden. Nederland heeft die wijziging van de reactietermijn echter (voorlopig) verworpen, omdat de Tweede Kamer hiervoor een uitdrukkelijk parlementair goedkeuringsproces wil volgen. Het wetsvoorstel daarvoor is nog in behandeling, zodat voor Nederland nog altijd de oorspronkelijke reactietermijn van achttien maanden geldt.
Dit betekent dat ons land vóór 19 maart 2026 moet reageren op de voorgestelde wijzigingen van de IHR uit 2024. Afgelopen december heeft minister Agema (VWS) in een Kamerbrief laten weten te verwachten dat de parlementaire goedkeuringsprocedure niet binnen achttien maanden zal zijn afgerond. Daarom gaat de regering deze wijzigingen – hangende de parlementaire procedure – verwerpen. “Hiermee zal ons land niet gebonden zijn aan enige wijzigingen totdat de parlementaire procedure is doorlopen”, aldus Agema.