Nieuws Gezondheid

“Euthanasie zou nooit van behandelaar uit mogen gaan”

0929 euthanasie
💨

Psychiatrische patiënten voelen zich onder druk gezet​
Psychiatrische patiënten voelen zich onder druk gezet
Datum: 29 september 2024
Gezondheid

Hendriëlle de Groot


Euthanasie wordt in de media vaak voorgesteld als een ideale oplossing voor psychiatrische patiënten die niet te behandelen lijken te zijn. Steeds meer psychiaters keren zich tegen deze praktijk. Hoogleraar ethiek Theo Boer en hoogleraar psychiatrie Jim van Os stellen dat behandelaars nooit euthanasie zouden mogen aanbieden. “Euthanasie is geen behandeloptie. De dood is onomkeerbaar.” De Andere Krant sprak met drie patiënten en naasten die werden geconfronteerd met de druk om euthanasie te plegen. “Mijn dochter zei: ‘Mam, het lijkt alsof ze mij dood willen hebben’.”

Toen Anna, de destijds 19-jarige dochter van Wijna Mooij, in 2021 werd opgenomen in het Centrum Intensieve Behandeling (CIB) in Den Haag, ging de betreffende psychiater met haar in gesprek over euthanasie. “Voor de vervolginstelling waar mijn dochter in behandeling zou gaan, was er een wachtlijst van twee jaar. Toen heeft de psychiater een aantal mogelijkheden ter sprake gebracht, waaronder euthanasie”, vertelt Mooij.

Het verbaasde Mooij. “Anna is nooit echt suïcidaal geweest. Zij wilde juist herstellen: ze had van alles in haar hoofd wat ze wilde bereiken, zoals een gezin, werk en een baan. En dan gaat die psychiater haar in een half uur tijd vertellen dat euthanasie een optie is. Dat hoor je niet te doen: je hoort niet te zeggen dat iemand een hopeloos geval is. Dat geeft heel weinig perspectief.” Mooij was erg emotioneel toen ze het hoorde via haar dochter. “Ik schrok mij wezenloos, we hebben samen gehuild. Ze zei tegen mij: ‘Mam, het lijkt alsof ze mij dood willen hebben’.”

Mooij vergelijkt het met een zaadje dat is geplant. Waar euthanasie eerst niet tot de mogelijkheden behoorde, heeft deze oplossing zich inmiddels vastgezet in het hoofd van Anna. Onlangs wilde zij een euthanasietraject ingaan, maar dat is afgewezen, omdat de instelling waar zij nu opgenomen is, nog wel behandelmogelijkheden ziet. “Anna begon gelijk weer over die psychiater. Dus die heeft toch iets in beweging gezet”, vermoedt Mooij. Soms bekruipt haar het gevoel dat euthanasie bewust wordt ingezet om van complexe en dus dure patiënten af te komen. “Er zijn te veel patiënten met psychiatrische problematiek, zo lossen wij dit blijkbaar op”, zegt ze cynisch. Ze is nadrukkelijk geen tegenstander van euthanasie, maar vindt dat de GGZ eerst op orde moet worden gebracht. “Het is echt een chaos, de vele regels zijn onnavolgbaar en mensen worden zieker en zieker. Euthanasie wordt nu ingezet als afvoerputje, dat gaat best ver. Ik vind het doodeng, die ontwikkelingen voelen heel bedreigend.”

Mieke (36) worstelt al jarenlang met complexe psychiatrische problematiek, waaronder PTSS en vroegkinderlijk trauma. Ze volgde daar behandelingen voor, maar zonder duurzaam resultaat. “Ik had best veel crisissituaties, ik ging ziekenhuis in en uit, vanwege overdoseringen die ik nam in dissociatieve toestand”, vertelt ze. “Maar ik werd niet geloofd. Er werd gezegd: jij kunt je spanning niet goed reguleren, je doet het bewust, het is een schreeuw om aandacht. Eigenlijk het klassieke verhaal.”

Ze kreeg psychiatrische thuishulp van een ambulant team. Een gesprek met haar behandelaren nam ineens een onverwachte wending. Via videobellen sprak ze met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, een psychiater en de geneesheer-directeur, toen de optie voor euthanasie werd ­geïntroduceerd in het gesprek, voor Mieke totaal onverwachts. “We waren aan het praten over hoe het nu verder moest. Ik had totaal geen uitzicht meer, de behandeling was vastgelopen. Eigenlijk was iedereen het erover eens: op deze manier kan het niet doorgaan”, vertelt ze. “Mijn leven bestond uit zelfmoordpogingen, meerdere opnames in klinieken, ik kwam veel aan aanraking met politie en liep verward over straat. Dat wilden ze mij afleren, door mij te gaan bekeuren. Ze dachten dat ik het bewust deed, die dissociatie.”

Mieke heeft diverse behandeltrajecten doorlopen zonder het gewenste resultaat. “In dat gesprek opperde de psychiater van de HIC (High Intensive Care – red.) van GGZ Centraal dat euthanasie onder de opties zou vallen. Hij zei: ‘Dan heeft ze misschien houvast, dan hoeft ze zichzelf niet van het leven te beroven en kan ze op een humane manier gaan’. En mijn eigen psychiater ging daar ook in mee.” Het overviel haar dat het thema euthanasie ineens op tafel kwam. “Ik voelde vertwijfeling, ik wil helemaal niet dood, maar ik wist niet hoe ik verder kon met dit leven. Mijn spv (sociaalpsychiatrisch verpleegkundige – red.) zag dat ook, maar ze zei: ‘Wij kunnen je niet verder helpen’. Mijn laatste herinnering is dat ik uit dat gesprek ben gelopen. En weer opnieuw dissocieerde.”

Pas later drong de inhoud van het gesprek tot haar door. “Ik dacht: rot ook maar op, laat mij maar met rust. Ik vond het heel oneerlijk: het was alsof ze met z’n allen tegen mij in gingen, met z’n drieën.” Tijdens het interview geeft ze aandacht aan haar hulphond, die er met zijn aanwezigheid voor zorgt dat ze zichzelf in het dagelijks leven staande kan houden. (“Want ik wil mijn dier geen trauma’s bezorgen.”) “Ze vinden mij te moeilijk en te complex”, vertelt Mieke over haar hulpverleningsgeschiedenis. “Ze denken: die zal eerdaags toch wel dood op straat liggen, we kunnen maar beter euthanasie adviseren. Dat was ook bedoeld om zichzelf juridisch in te dekken”, vermoedt ze.

De euthanasiestrategie werd zelfs opgenomen in haar behandelplan. “Ik schrok ontzettend toen ik mijn behandelplan zag. Daarin stond letterlijk: ‘Wij accepteren het risico dat ze zal overlijden als gevolg van haar eigen handelingen, wij doen daar niets mee, het is haar eigen verantwoordelijkheid’.” Sinds het gesprek over euthanasie plaatsvond, is ze zowel fysiek als mentaal sterk achteruit gegaan.

Dat over euthanasie destijds op haar in werd gepraat, vindt ze zeer kwalijk. “Voor die tijd had ik nooit het idee dat ik dat wilde. Dat kwam niet eens in mijn gedachten op. Ik kan dit leven niet aan, maar ik wil ook niet dood. Want dan kan ik niet meer voor mijn dieren zorgen. Ik heb een fantastische hulphond van net zeven jaar, drie valparkieten en drie katten. Ik wil dieren het leukste leven geven, daar heb ik mij altijd aan vastgehouden. Als ik met mijn hulphond de straat op ga, doe ik mezelf niks aan, omdat ik hem dat trauma wil besparen.”

Mieke heeft desondanks besloten haar euthanasietraject een vervolg te geven. Begin dit jaar meldde ze zichzelf aan, omdat ze haar leven niet langer als draaglijk ervaart. Ze besprak het verzoek met haar huisarts, met wie ze een goede band heeft. “Als ik op zo’n punt sta dat ik niet meer voor mijn dieren kan zorgen, mag ik op een humane manier de rust zoeken. Mijn huisarts begreep mij, maar hij zei ook dat hij het ontzettend verdrietig zou vinden.”

Ze is gefrustreerd over de gang van zaken van een aantal jaar geleden, toen zij niet die doodswens had, maar wel euthanasie als optie werd gepresenteerd. Ruim zeven jaar geleden wist ze niet eens dat euthanasie tot de mogelijkheden behoorde. “In die zin hebben zij wel iets geopperd wat ik niet wist. Daarna ben ik mij erin gaan verdiepen en ben ik meiden gaan volgen op Insta die euthanasietrajecten ingingen.” Dat wakkerde haar wens aan om er niet meer te zijn.

Ook Gerda van der Lende (60) kan erover meepraten. Haar dochter Savannah (28) is inmiddels overleden aan suïcide. Ook bij haar werd euthanasie aangeboden door de hulpverlening, vertelt ze. “Ze was eerst opgenomen in het CIB. Daar is ze slechter uit gekomen. De hulpverleners zeiden dat ze uitbehandeld was en niemand wilde haar meer helpen. In het CIB kreeg ze amper behandeling, maar werd alleen maar in de separeer gegooid.” Daarna werd ze naar een andere instelling verwezen, Antes, die net als het CIB onderdeel van de overkoepelende ggz-organisatie Parnassia is. Maar ook daar liep de behandeling spaak. “Ze hebben haar toen buiten de deur gezet, op een vrijdagavond, februari 2023, om 18:00 uur. Ze is vervolgens in het water van de Oude Maas gelopen in dissociatieve toestand. De politie sprak daar ook schande van, dat zo iemand op straat wordt gezet.” Het ging vervolgens bergafwaarts met Savannah, vertelt haar moeder. Een ambulant team kwam bij haar langs, maar zij konden niet de juiste hulp bieden. Ook het samenwonen met haar vriend ging niet meer, door haar psychische toestand. “We hebben haar toen in huis moeten nemen. Door de crisisopnames ging het niet beter met haar”, blikt haar moeder terug. “De behandelaren van Antes praatten op haar in dat ze naar de Levenseindekliniek (voorloper van Centrum Expertisecentrum Euthanasie – red.) moest gaan. De psycholoog die bij haar thuis kwam, heeft haar zelfs geholpen met de inschrijfformulieren.”

Uiteindelijk werd Savannah toch opnieuw opgenomen bij het CIB, maar dan bij de locatie Eindhoven. Daar leek het de goede kant op te gaan. “Maar tijdens de laatste controleronde heeft het personeel haar gevonden, ze had zelfmoord gepleegd”, vertelt haar moeder. Ze omschrijft de suïcide van haar dochter als wanhoopsdaad. “Savannah is beschadigd door de hulpverlening en die gedwongen opnames bij onder meer het CIB en Antes. Ze was heel verdrietig en bang voor zichzelf.” Ze gelooft dat haar dochter ten diepste niet echt dood wilde. “Ze wilde zo graag hulp, maar wist vaak niet meer wat ze deed door haar dissociatie. Ze zeiden letterlijk dat ze uitbehandeld was en dat heeft haar de das omgedaan.”

Dat psychiaters op eigen initiatief de optie euthanasie aanbieden, herkent de gerenommeerde psychiater en hoogleraar psychiatrie Jim van Os. “Via mijn website, Psychosenet, krijg ik regelmatig berichten van ouders die zich erover verbazen dat een behandelaar over euthanasie begint.” De hoogleraar noemt het euthanasievraagstuk een ‘gelaagde kwestie’. “Er zijn bij dit thema diverse problemen. Volgens de wet moet het gaan om een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Er is ruimte voor barmhartigheid en gewetensnood bij de arts, als er sprake is van een grenssituatie omtrent het lijden, bijvoorbeeld als de patiënt echt niet meer kan.”

Het is een ander verhaal als de arts zelf begint over euthanasie, zegt Van Os. “Als de arts begint over die optie, is dat heel verwarrend, omdat het dan kan lijken op een behandeloptie. Dat is het nadrukkelijk niet: de dood is onomkeerbaar.” Het tweede probleem is de ambiguïteit die speelt bij mensen met een doodswens. “Enerzijds willen ze dat er een einde aan hun lijden komt, anderzijds willen ze niet dood. Juist die ambiguïteit vergt therapeutische inspanning, om mensen te helpen hun doodswens te kanaliseren Als je als psychiater zegt: ‘nu gaan we op euthanasie aansturen’, dan zeg je eigenlijk: er is geen hoop meer. Je gaat weg van die ambiguïteit en de worsteling, en gaat in plaats daarvan richting terminaal. Daardoor verliezen mensen alle hoop. En hoop heb je juist nodig in een behandeling. Het is dus best een gekke situatie, dat een behandelaar dat doet.”

Het derde probleem is dat je als behandelaar waakzaam moet zijn dat het aanbieden van euthanasie niet onbedoeld een manier is om je eigen onmacht te projecteren op de patiënt. “Als je zoiets zegt, is dat misschien een teken dat er te weinig supervisie is over de onmacht die jij als behandelaar voelt bij onverdraaglijk lijden.” De enige juiste interventie is wat Van Os betreft dat het lijden er mag zijn en dat de patiënt in de therapeutische setting de ruimte ervaart om erover te spreken. “Dat kan als gevolg hebben dat iemand de spreekkamer iets lichter verlaat.”

Dan speelt er nog een andere kwestie. Van Os stelt de retorische vraag: “Weet je als behandelaar zeker dat je niet over euthanasie bent begonnen omdat je weet dat de zorgverzekeraar maar twintig sessies vergoedt? De juiste behandeling bij een persisterende doodswens, is een langdurige behandeling. Oftewel: we gaan net zo lang ploeteren en alles in het werk zetten, tot je het gevoel hebt verder te kunnen.” Aan deze ‘onvoorwaardelijke therapeutische relatie’, schort het wat Van Os betreft in de manier waarop ons GGZ-systeem is ingericht.

Ook hoogleraar Ethiek Theo Boer heeft sterke bedenkingen wanneer artsen euthanasie uit eigen beweging naar voren brengen. “Het aanbieden van een behandeling is goed, als het curatief, palliatief, bewezen effectief en ethisch niet controversieel is”, zegt Boer. Als mensen vragen om euthanasie, omdat ze een langgekoesterde doodswens hebben, is het goed om daar als arts het gesprek over aan te gaan, zegt Boer. Hetzelfde geldt voor mensen die suïcidaal zijn: ook dan is het goed om als hulpverlener te vragen of iemand concrete plannen heeft. “Maar wat betreft het aanbieden van euthanasie, daar ben ik honderd procent tegen.” Zijn voornaamste bezwaar is dat je het signaal afgeeft dat je die patiënt hebt opgegeven. “Je geeft eigenlijk aan dat de patiënt is uitbehandeld, dat er geen hoop meer is. Maar een van de belangrijkste taken van een psychiater is het bieden van hoop.”

Als je als psychiater de euthanasieoptie benoemt, kan dat verstrekkende gevolgen hebben, zegt Boer. “Als de psychiater zelf, degene die er verstand van heeft, over de dood begint, wie ben jij dan als patiënt om te zeggen: ik word wel beter?” Hij sluit niet uit dat een hulpverlener euthanasie aanbiedt uit vermoeidheid en frustratie bij een patiënt bij wie niets aanslaat. Een ander probleem dat Boer signaleert, is het gegeven ‘aanbod schept vraag’.

Onlangs laaide de discussie rondom euthanasie in de psychiatrie op, nadat een brief was uitgelekt naar het OM, waarin twaalf psychiaters hun zorgen uitten over de ontsporende euthanasiepraktijk in Nederland. Theo Boer is blij dat het thema is ‘geëxplodeerd’. “Maar hoewel de explosie onlangs plaatsvond, zou je kunnen zeggen dat het dynamiet al een jaar lang werd opgestapeld. Denk aan talloze mediaproducties waarin alleen voorstanders aan het woord kwamen en uitsluitend positief waren over euthanasie. Een ontploffing als deze zat er aan te komen.”

In alle verhalen over euthanasie, heb je twee soorten, legt hij uit. “Van mensen die euthanasie krijgen en die van mensen die opkrabbelen en doorgaan.” Maar tussen deze verhalen zit een grote asymmetrie. “Het is vaak zo’n gepolijst verhaal. Iemand die ernstig lijdt, sterft in een liefdevolle omgeving en krijgt een knuffel van de psychiater, voor een goede dood. Maar wat als de ­patiënt zegt: ik probeer het nog eens? Die mensen hebben per definitie een minder gepolijst verhaal. Zij zitten nog steeds met paniekaanvallen of incidenteel een doodswens. Maar die keuze is veel moeilijker voor de camera te brengen.”

* Om privacyredenen zijn de namen van Wijna Mooij, Anna en Mieke gefingeerd. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend.

In 2023 werd 138 keer euthanasie verleend aan mensen met een psychische stoornis, zo blijkt uit cijfers van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE en artsenfederatie KNMG. In zowel 2022 als 2021 was dit 115 keer, in 2020 88 keer, in 2019 68 keer. De stijging lijkt zich door te zetten: in het eerste half jaar van 2024 werd 105 keer euthanasie verleend wegens psychisch lijden.

GGZ-organisatie Parnassia, waar het CIB en Antes onder vallen, laat weten dat het hen diep raakt dat cliënten de zorg bij hen zo negatief hebben ervaren. Het afgelopen jaar waren er diverse individuele klachten over het CIB. “We nemen deze klachten zeer serieus en onderzoeken welke verbeteringen we kunnen doorvoeren. Gesignaleerde verbeteringen gaan over bejegening van zowel patiënten als ouders, betrokkenheid van ouders en het separeerbeleid.”





 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.