Nieuws 2024Q2

De ‘warmste lente ooit’ was niet erg heet

Temperatuurmeting
💨

Urbaniseringseffect, de warmte in bebouwde gebieden, genegeerd bij metingen​
Urbaniseringseffect, de warmte in bebouwde gebieden, genegeerd bij metingen
Datum: 18 juni 2024
2024Q2

De bewering van Europese meteorologen dat Europa “de warmste lente” ooit heeft beleefd, heeft nogal wat stof doen opwaaien. Voor de meeste mensen voelde de lente niet bepaald warm. De Britse onderzoeksjournalist Chris Morrison van de Daily Sceptic ontdekte dat de bevindingen van de Met Office, het Britse KNMI, berusten op de gemeten minimumtemperaturen. De maximumtemperaturen in de middag waren vrij gemiddeld, maar de minimumtemperaturen, ’s nachts, lagen maar liefst 11 procent hoger dan ooit eerder gemeten.

Voor Morrison is dit geen bewijs van klimaatverandering, maar van het urbaniseringseffect. Het is bekend dat door urbanisering – de bouw van wegen en steden – lokale temperaturen stijgen. Dat verschil is vooral ’s nachts merkbaar. Temperaturen in steden kunnen ’s nachts zomaar 10 graden Celsius hoger liggen dan op het platteland. Meteorologen zouden hier rekening mee moeten houden bij het meten van temperaturen, maar dat is nu precies wat het Met Office weigert te doen, schrijft Morrison.

Hij heeft hier al langer ruzie over met het Britse instituut. In maart publiceerde Morrison gegevens waaruit blijkt dat 8 van de 10 meetstations van de Met Office zich bevinden op plekken waar ze niet horen te zijn. Slechts 6 procent van de Britse meetstations voldoet volgens hem aan de hoogste eisen van de World Meteorological Organisation (WMO). 80 procent kan door hun ligging afwijkingen van 2 tot 5 graden Celsius vertonen. Morrison geeft als voorbeeld een meting van een maximumtemperatuur van 27 graden Celsius in een meetstation in Chertsey dat zich pal naast een nieuw gebouwd zonnepark blijkt te bevinden.

Het KNMI meldde op 31 mei eveneens dat de afgelopen lente de warmste was sinds het begin van de metingen. Uit de gepubliceerde gegevens is niet te zien of dit komt door hoge minimum- of hoge maximumtemperaturen. (We hebben dit bij de KNMI nagevraagd maar nog geen antwoord ontvangen.) Het is echter wel af te leiden uit het persbericht. Volgens het KNMI waren er namelijk drie ‘zomerse’ dagen deze lente. ‘Normaal’ gesproken zijn dat er vier. Met andere woorden, we hebben geen bijzondere hitte gehad.

Of het urbaniseringseffect de metingen in Nederland beïnvloedt, is niet bekend. Onafhankelijk klimaatonderzoeker Rob de Vos (klimaatgek.nl) concludeert na analyse van de cijfers dat de gemiddelde lentetemperatuur van 2024 in Nederland inderdaad zo hoog uitkomt doordat de gemiddelde minimumtemperatuur erg hoog lag. Het urbaniseringseffect speelt daarbij volgens hem wel een rol, maar de hoofdoorzaak is dat er “relatief vaker wind vanaf de oceaan” is, stelt hij desgevraagd.

De Amerikaanse onderzoekers Roy Spencer en professor John Christy publiceerden vorig jaar een artikel waarin zij vaststellen dat ongeveer 22 procent van de opwarming die is gemeten in de VS in de periode 1880-2015 toe te schrijven is aan de urbanisering. In de grote steden kan dat oplopen tot 57 procent.



 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.