Tweede Kamer wil “oorlogseconomie” om Poetin op afstand te houden
💨
D66, GL-PvdA, CDA, VVD, BBB, NSC: meer geld naar wapens, voorbereiden op oorlog
D66, GL-PvdA, CDA, VVD, BBB, NSC: meer geld naar wapens, voorbereiden op oorlog
Datum: 11 februari 2024
Geo-politiek
Eric van de Beek
Kamerleden van D66, GroenLinks-PvdA, CDA, VVD, BBB en NSC pleitten afgelopen week onomwonden voor een omschakeling naar een ‘oorlogseconomie’. Nederland moet weer meer wapens gaan produceren, banken en pensioenfondsen moeten meer investeren in de wapenindustrie, in elke regio moeten militairen gaan oefenen en we moeten ze weer tegenkomen in de trein. Anders lopen de Russen ons onder de voet.
De Navo-landen geven al jarenlang vele malen meer uit aan hun krijgsmacht dan Rusland. In 2018 was dit 16 keer zoveel, blijkt uit cijfers van het Zweedse Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI). En in 2021 zelfs 18 keer meer. Rusland is sinds het begin van de oorlog in Oekraïne wel meer gaan uitgeven, maar nog steeds kan de Russische krijgsmacht niet in de schaduw staan van de Navo-landen. In 2022 was de verhouding 14 staat tot 1. Toch overheerst bij Nederlandse politici en opiniemakers het beeld dat Europa machteloos staat tegenover ‘de Russen’ als die het in hun hoofd zouden halen om een Navo-lidstaat binnen te vallen.
De afgelopen maand bestookten media overal in Europa het publiek met angstverhalen over Russen die ons onder de voet dreigen te lopen of het internet willen platleggen. Die verhalen misten elke grondslag, maar ze misten hun doel niet. Zo hoefde minister van Defensie Kajsa Ollongren afgelopen dinsdag geen enkele moeite te doen om de Tweede Kamer ervan te overtuigen dat er 21.4 miljard euro naar Defensie moet. In 2023 was dat 15,2 miljard. In de periode 2014-2022 steeg de defensiebegroting al van 7,7 naar 14,8 miljard.
Voorafgaand aan de bespreking in de Tweede Kamer over de defensiebegroting, stelde het D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt in een interview met BNR Nieuwsradio dat er nog miljarden bij moesten. Zij wees op de afspraak die in Navo-verband was gemaakt, namelijk dat lidstaten 2 procent van hun bruto nationaal product (bbp) uitgeven aan defensie. Met 21,4 miljard euro besteedt Nederland 1,95 procent van het bbp. Ook stelde zij dat die miljarden hard nodig waren, “want Poetin gaat niet stoppen bij de grens met Oekraïne”. De reden dat de minister om minder geld had gevraagd dan de Navo voorschreef, was personeelstekort. Extra miljarden voor defensie zouden op de plank blijven liggen, had zij aangegeven. Daar wist Podt wel een mouw aan te passen. “Slechts 18 procent van de mensen die bij Defensie werkt, is vrouw. Dus als je nou zorgt dat wat meer vrouwen geïnteresseerd zijn in Defensie, dan trek je ook meer mensen aan.” Tijdens het begrotingsdebat van afgelopen dinsdag voegde ze hieraan toe dat de oorlog in Oekraïne “ook onze oorlog” was. “Daarom moeten wij Oekraïne blijven steunen. Laat het debat over de defensiebegroting een keerpunt zijn en een krachtig signaal aan de Russische agressor door ons als Kamer uit te spreken voor de Oekraïense strijd en ons committeren aan langdurige wapensteun.”
CDA-Kamerlid Derk Boswijk stelde tijdens het debat dat Rusland Oekraïne was binnengevallen omdat Vladimir Poetin had gezien dat Oekraïne “zwak” was. Wij in Europa moesten ons daarom vooral niet zwak tonen, omdat het een uitnodiging aan de Russische leider zou zijn om ook ons onder de voet te lopen. Hij pleitte daarom onder meer voor “het permanent vestigen van militairen aan het Oostfront”. Op de vraag van SP-Kamerlid Sarah Dobbe wat volgens Boswijk “het pad naar vrede” was, antwoordde hij dan ook dat de beste manier om de vrede te bewaren een voorbereiding op oorlog was. Boswijk maakte verder duidelijk dat het Nederlandse defensiebeleid “Trump-proof” gemaakt moest worden. Want wat als Donald Trump opnieuw tot president verkozen wordt? Dan zouden de Amerikanen ons weleens in de steek kunnen laten wanneer het tot een direct conflict komt met Rusland. Het was “sowieso idioot dat de Amerikanen voor onze veiligheid betalen”, zo zei hij.
Boswijk wil overschakelen op een “oorlogseconomie”. Er zou flink geïnvesteerd moeten worden in de eigen productie van munitie. “Dat hadden we veel eerder moeten doen. Er wordt nauwelijks nog geproduceerd. En alles wat wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd naar landen buiten de Europese Unie en de Navo, omdat die contracten er al waren. Rusland heeft bijvoorbeeld de auto-industrie al omgebouwd naar een defensie-industrie, terwijl onze voorraden steeds kleiner worden.”
VVD-Kamerlid Silvo Erkens was de eerste die zijn steun uitsprak voor het oorlogseconomie-pleidooi van Boswijk. Wat in dertig jaar was afgebroken, moet in rap tempo, in maximaal vijf jaar, weer worden opgebouwd. Het moet Nederlandse wapenfabrikanten makkelijker worden gemaakt om vergunningen te krijgen voor hun productie. Banken en pensioenfondsen moeten worden aangemoedigd te investeren in de wapenindustrie, de vergunningsverlening voor wapenexport naar NAVO-lidstaten moet worden versoepeld, de “industriële restcapaciteit” in Nederland zou moeten worden aangesproken, bijvoorbeeld bij de in economische moeilijkheden verkerende autobouwer VDL Nedcar in Born.
Ook bij GL-PvdA bestaat veel bijval voor meer geld naar de krijgsmacht en de ombouw naar een oorlogsindustrie. Kamerlid Jimme Nordkamp tekende daarbij aan dat er meer ruimte nodig is voor onder meer kazernes, militaire oefenterreinen en munitieopslagplaatsen. Dat plan kan niet rekenen op veel steun van omwonenden. Maar dat is dan maar zo, want “overlast overkomen is niet altijd mogelijk”. Ook moet de minister actie ondernemen tegen het “anti-institutioneel extremisme” van mensen in de politiek en op sociale media die de publieke omroep en de overheid wantrouwen en daardoor een belemmering kunnen gaan vormen voor de opbouw van een oorlogseconomie.
Gijs Tuinman van de BBB gaf zijn visitekaartje al af voordat hij een woord gesproken had als Kamerlid. Hij zei vorig jaar in een interview met BNR Nieuwsradio graag te zien dat “in elke regio militairen gaan oefenen en misschien zelfs wel legering hebben” en dat mensen “in hun eigen woonplaats, of als ze met de trein naar kantoor gaan” vaker militairen tegenkomen. Het was geen verrassing dat ook hij zich opwierp tot een groot voorstander van instelling van een oorlogseconomie. Verder deed hij een oproep aan de samenleving. “Van de mensen thuis moet verwacht worden dat ze zich actief informeren over de dreigingen waar Nederland voor staat, dat ze bijvoorbeeld voor een week voedsel en water in huis hebben, dat ze genoeg hebben om de eerste schok van een crisis te doorstaan. Dat ze zich bewust zijn van beïnvloeding via informatie, maar ook dat ze betrouwbare kanalen weten te vinden.”
Niet alleen CDA, VVD, D66, GL-PvdA en BBB, maar ook NSC uitte krijgshaftige taal. Daarmee leek er in de Tweede Kamer een ruime meerderheid te zijn voor de omvorming van de Nederlandse economie tot een oorlogseconomie en een doorgaande wapensteun aan Oekraïne.
Duitsland, Nederland en Polen creëren militaire corridor
Duitsland, Nederland en Polen willen dat militaire troepen zich makkelijker in elkaars land kunnen verplaatsen. Bewindspersonen van de drie landen hebben op 30 januari een intentieverklaring getekend om een “corridor” te creëren die dit mogelijk maakt. Ze hopen dat andere lidstaten hun voorbeeld volgen. “Nederland is een van de drijvende krachten om grensoverschrijdende militaire transporten in Europa te vereenvoudigen”, stelde demissionair minister van Defensie Ollongren (D66). “Want op die manier zijn personeel en materieel sneller in te zetten. En dat vergoot de slagkracht van de NAVO en de EU. Met de oorlog in Oekraïne is dat belangrijker dan ooit.”
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?