Nieuws Samen Leven

Cito is ‘oneer­lijke sorteermachine’

cito toets
Marjolein Jansen
💨

“Cito-toets kan de toekomst van een kind niet voorspellen”​
“Cito-toets kan de toekomst van een kind niet voorspellen”
Datum: 15 juni 2022
Samen Leven

Simone Beer


De Cito-toets in groep 8 bepaalt veel over de richting die kinderen na de basisschool ingaan. Te veel, vindt toetsexpert Karen Heij. “Met toetsen kunnen we de toekomst van kinderen niet voorspellen en met de Cito-toets al helemaal niet”, aldus Heij.
Heij deelde in februari 2022 de uitkomsten van haar promotieonderzoek over de eindtoets. “Tot 2018 was het nog gewoon een commercieel product van de B.V. Cito, maar werd daarna overgenomen door de overheid en als verplicht selectie-instrument ingezet. Ik was diep geschokt.”

Heij vindt het belangrijk dat iedereen ‘die iets met het onderwijs te maken heeft’ zich bewust is van hoe de Cito-scores en daaraan verbonden niveaubepalingen werken. “Het vergelijken met andere leerlingen staat centraal, een normgerelateerde toets, op basis van taal- en rekenopdrachten. Taal is dan nog een te breed begrip, want het gaat alleen om begrijpend lezen en niet eens om luisteren, spreken en schrijven.” De afwisseling tussen gemakkelijke en moeilijke vragen, moet ervoor zorgen dat er een brede spreiding is in de score, variërend tussen 501 en 550, die gelinkt wordt aan een bepaald niveau.

De toets is niet gemaakt om ‘gehaald’ te worden. “Je kunt geen voldoende of onvoldoende krijgen, maar er moet een verschil zichtbaar worden zodat bepaald kan worden wie er naar het vmbo kan en wie naar het vwo. Hierbij wordt altijd een deelsleutel van 20 procent vwo, 30 procent havo en 50 procent vmbo aangehouden, ongeacht het ‘echte’ niveau van de leerling. Dan komt het dus voor dat een leerling die prima vwo aan zou kunnen, daar uiteindelijk toch te laag voor scoort, omdat andere leerlingen de toets ook goed hebben gemaakt - en andersom. En het grootste probleem is dat er niet gekeken wordt naar waar een kind wél goed in is.”

Hoge druk
Volgens Heij zitten er nog meer nadelen aan de Cito. “Er wordt alleen naar taal en rekenen gekeken, maar bijvoorbeeld niet naar andere eisen om goed te kunnen functioneren op een bepaald niveau. Daarnaast neemt de druk toe, vanuit school, ouders of de leerling zelf, om in het ‘goede’ vakje te komen.” En aan die nadelen gaat er voorlopig niks veranderen ondanks het feit dat per 1 januari 2023 de nieuwe wet Doorstroomtoetsen in werking treedt. Het nieuwe aan deze wet is dat de toets eerder in het jaar plaatsvindt en dat het advies naar boven kan worden bijgesteld als de leerling hoger scoort dan het voorlopige schooladvies. De toetsresultaten zijn dus, naar ‘boven’ toe, doorslaggevend.


Prestaties
Nelleke Botermans begeleidt leerlingen en ouders rondom onderwijs en opvoeding. In het basisonderwijs werkt zij met leerlingen die hoogbegaafd zijn, autisme hebben of een taalachterstand hebben. Botermans constateert: “De druk op de eindtoets is enorm. Ouders en school maken het te belangrijk en veel kids blokkeren dan van de spanning”.

Daarnaast bevestigt Botermans dat met de Cito beperkt wordt gemeten. “De creatieve en emotionele kant wordt niet meegenomen.” Botermans vindt dat verder meer gekeken moet worden naar wat een leerling kan en zelf wil. “Waarom moeten kinderen allemaal minimaal havo halen? Waarom geen mbo-opleiding voor een leerling met vwo-advies als hij dat zelf wil omdat het beter past bij zijn talenten? Alles draait om prestaties en het kind in zijn geheel wordt niet gezien. En wij als volwassenen staan erbij en kijken ernaar.”

Botermans ziet ook een gevaar in het trainen. “Er zijn veel bureautjes die dik verdienen aan het geven van Cito-training met oude C ito-opgaven. De kinderen wiens ouders dat kunnen veroorloven, presteren dan ineens ruim boven verwachting.” Deze druk komt soms ook van de school zelf. “Ik heb bij een basisschool voor hoogbegaafde kinderen gezien dat ze volop aan het oefenen waren. Stel je voor dat leerlingen van zo’n school ‘slechts’ havo halen…”

Goed bedoeld
Naast de eindtoets, speelt het Leerlingvolgsysteem (LVS) ook een grote rol, waarmee van groep 1 tot groep 8 de ontwikkelingen van leerlingen worden bijgehouden. “Het betrekken van het LVS bij de Cito was goed bedoeld om de zware weging van de toets als één momentopname te stabiliseren”, legt Heij uit. “Het nadeel is dat ze het gemiddelde van groep 6, 7 en 8 nemen, waardoor het selectiemoment als het ware is vervroegd.”
Kinderen krijgen dus al heel jong een etiket gekoppeld aan hun niveau-advies. “Het hoogste is groen en het laagste is rood, dus de associatie dat een hoge score ‘slim’ en ‘goed’ is wordt snel gemaakt. Een grote groep kinderen gaat zichzelf dan ook als niet slim zien en zich zo gedragen, waardoor de toets zichzelf gaat bewijzen. Die kinderen zijn de verliezers van deze selectiewedstrijd.”

Heij pleit dan ook voor een breder beeld. “Nu zijn de toetsadviezen en de onderlinge competitie leidend. In mijn promotieonderzoek heb ik dan ook voorstellen gedaan voor hoe het beter zou kunnen:
Toetsen moeten de leerling motiveren om te leren, niet demotiveren door iemand weg te zetten als dom of laagopgeleid. Er moet ook een betere balans komen tussen toetsresultaten en de observaties van de docent en andere professionals. Met deze toetsen krijgen we geen eerlijk en representatief beeld, dus een alternatief is hard nodig!”



 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.