De uittocht uit Angstland
Beeld: Pixabay
💨
“Je zult zien, dan begint het leven pas echt”
“Je zult zien, dan begint het leven pas echt”
Datum: 31 december 2022
Samen Leven
Max Staudt - Emeritus predikant
De uittocht uit Egypte is het fundamentele verhaal van de Bijbel: het toont de weg van de controlestaat naar de bevrijding. De kerk moet zich luid en duidelijk uitspreken tegen de krachten die ons onder controle willen brengen. Dat is ze verplicht aan de velen die zich inzetten voor wat ze intuïtief herkennen als het goede. En vóór alles is zij het verplicht aan haar God.
Waarom horen we nauwelijks een christelijk geluid over alles wat de lezers van dit blad zo bezighoudt? Hoe het ook mag aflopen met de opdoemende controlemaatschappij: er is reden genoeg voor de kerk om zich uit te spreken. Beklemmend is alleen al het enthousiasme dat mensen als Justin Trudeau, Klaus Schwab en andere vaccinatie- en QR-fanaten aan de dag leggen voor het Chinese model. Hoe is het mogelijk dat deze geest gedijt binnen onze westerse cultuur? Een cultuur die in historische zin nota bene ‘christelijk’ heet.
Nog een stap verder gaat het transhumanisme, dat onze biologische hardware digitaal wil upgraden. En de gelijkstelling van conservatisme met proto- of regelrecht fascisme, het wantrouwen tegen de vrijheid van meningsuiting, het bang maken van een hele generatie kinderen met klimaatalarmisme, het ontfutselen van de seksuele opvoeding aan de ouders van die kinderen. Niets is er authentiek christelijk aan deze sfeer van angst en controle.
Meldt christelijk Nederland zich aan de interruptiemicrofoon? Integendeel. Neem Pieter-Jaap Aalbersberg, wiens NCTV steeds meer een soort Stasi wordt: voor hem wringt dat kennelijk niet met zijn christelijk-gereformeerd geloof. Nog problematischer in dit opzicht is de publieke rol van koningin Máxima in de digitalisering van het geldverkeer. Bij haar huwelijk mocht de kerk via de televisie in de nationale schijnwerpers treden. Dan is toch een dringende vraag: vertegenwoordigt zij met haar politieke positiekeuze en als verklaarde Schwab-discipel nog steeds het christendom?
Is de christelijke boodschap hier inderdaad irrelevant? De argumenten van kerkleden om het allemaal maar op zijn beloop te laten, klinken helaas vertrouwd. De een wil er niet van horen (‘complottheorieën’), nummer twee ‘heeft niets te verbergen’, een derde voelt wel onbehagen, maar wijkt voor de sociale druk. En een enkeling ziet scherp, maar raakt ontmoedigd. De verbindende factor in dat alles is angst. Angst voor afwijzing, uitsluiting: als ‘wappie’, als ‘extreemrechtse’ ‘complotdenker’. Angstige regressie naar kinderlijke afhankelijkheid: ‘de overheid zal het toch zeker wel weten’. Klassieke levensangst: de weigering to take arms against a sea of troubles/and by opposing end them.
Besef wel: ook de controledwang van machtige miljardairs, industriëlen, regeerders en majesteiten in hun quasi-onschuldige ‘praatclubs’ komt voort uit angst: voor de onverschillige natuur, voor het onvoorspelbare leven, en ja, voor de onberekenbare vrijheid van de anderen.
De boodschap van de kerk wijst in een heel andere richting. In het funderende verhaal (in het boek Exodus) is de uitgangssituatie: de Egyptische farao heeft het gastvolk der Hebreeën opgesloten in dwangarbeid. Nóg is hij bang dat zijn controle tekortschiet en hij gaat over tot systematische uitroeiing. Een vertrouwd patroon: mensen snoeren anderen in, meester en slaaf raken beiden gevangen in hun angst, het leven gaat eruit. Maar er is een stem die de deur van die gevangenis open zet: ‘Trek weg uit die benauwdheid, laat de angst je niet verlammen. Het kán – en Ik blijf bij je. Je zult zien, dan begint het leven pas echt. Vrijheid en leven zijn bij Mij twee woorden voor hetzelfde. Voortaan zul je deze bevrijding dienen, de risico’s aanvaarden, zelf de gevolgen van je keuzes dragen. Je leven zal niet gemakkelijker worden, maar het krijgt de richting van de hoop. Ik, Ik zal erbij zijn, in jullie midden: heel mijn wezen investeer Ik erin. Daarin ben ik radicaal anders dan de goden en heren waar de wereld zo vol van is. Met je klachten kun je bij Mij terecht, maar vooral zullen we in alle crises overleggen hoe nu verder. En dan mag je Mij eerlijk vertellen of Ik gelijk had: dat dit nu eindelijk het léven is.’ Het Nieuwe Testament verkondigt dat ditzelfde woord van bevrijding afdaalde in de Marianentrog van onze rebellie, om ons met zichzelf te verzoenen – en dat de dood het niet kon houden.
Uit deze richting van verlorenheid naar behoud volgt wat het woord ‘God’ hier betekent. Er wordt niet ingezet bij het bekende idee van een ‘hoogste wezen’. Juist andersom: eerst is er die bevrijdende stem en wat hij op gang brengt, en dát verdringt alles wat zich als het hoogste en diepste, als ‘God’ presenteerde. Of we nu leefden bij de antieke vruchtbaarheidsgoden of bij de dynamiek van moderne technologische ontwikkelingen – het wordt allemaal secundair. Voortaan wil deze radicaal ándere God, deze vreemdeling tussen alle goden en heren, garant staan voor al het ware, goede en schone. Het woord ‘God’ zelf gaat hier verwijzen naar de richting ván de bevrijding uit het slavenhuis náár de vrijheid van het volk Israël en van alle volken.
Onze kerken echter sjokken mee de andere kant op, naar een zogenaamd heel nieuwe orde: onvrijheid, ditmaal onder een overmachtige coalitie van overheden, supranationale organisaties, ngo’s en bedrijven. Die euvele neofascistische machtsgreep zal mislukken, zeker. Maar de kerk kan niet braaf zwijgen en wachten tot het opklaart, terwijl anderen strijden en de prijs betalen. Daarom zeg ik wat iedere christen thans zou moeten zeggen:
De weg waarop ook ons land gezet is, met kunstmatige crises als voorwendsel en echte crises als gevolg, is een goddeloze weg. ‘Goddeloos’ betekent niet dat je er geen vroom gezicht bij kunt trekken. Wel dat men ons precies de kant op dirigeert, waar de God Israëls ons vandaan wil hebben. Angst werd het uitgangspunt – voor virussen, klimaatverandering, de grenzen van onze natuur, het vrije woord. Het christelijke van onze ‘christelijke cultuur’ is daarmee gelukkig niet op slag geheel verdwenen. Waar een autoritaire overheid zich beriep op de dreiging van het Wuhanvirus, bleef bijvoorbeeld FVD hameren op het thema ‘vrijheid’. Daarin was iets van Gods Geest te bespeuren. En als journalist Arno Wellens, die velen van ons heeft wakker geschud, zegt: ‘Die hele CBDC-dystopie en dat Chinamodel, het is tot mislukken gedoemd, want het strijdt tegen de menselijke natuur’, dan is dat in seculiere termen precies wat ik hier meer theologisch betoog. We kunnen, en zúllen, de tirannie van de angst achter ons laten. Maar ter wille van de westerse cultuur, moet de kerk dat luid en duidelijk uitspreken. Dat is ze verplicht aan de velen die zich inzetten voor wat ze intuïtief herkennen als het goede. En vóór alles is zij het verplicht aan haar God. Ze kan niet vanuit een kuipstoeltje op de maatschappelijke eretribune blijven toekijken. Ze is geroepen vrolijk mee te strijden.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?