De Vorming van een Medisch Kartel
Dit artikel geeft uitleg hoe het medische kartel in de afgelopen 150 jaar gecreëerd is en in het bijzonder de rol van de familie Rockefeller. In de huidige tijd blijkt hoe het medisch kartel opereert. Dit artikel is speciaal voor De Andere Krant Gezondheid geschreven door Désirée L. Röver.
Westerse patentgeneeskunde (WPG) geldt in onze maatschappij als de standaard medische moda-liteit. Het is een ziektebewustzijn dat met hulp van de overheid en het zorgverzekeringssysteem vrijwel iedere natuurlijke benadering van gezondheid uitsluit. Het WPG-kernwoord is ‘behandelen’, en ook al doet de term ‘behandelen’ vermoeden dat het doel van dat behandelen genezing is, het begrip ‘genezen’ mag daarin niet voorkomen, dat is verboden!
WPG gaat bij dat behandelen vrijwel exclusief uit van het gebruik van farmaceutische middelen, valselijk ‘geneesmiddelen’ genoemd. Deze middelen zijn winstmakende, stevig gepatenteerde, farmaceutisch gesynthetiseerde substanties. Deze kunstmatige stoffen, die in de natuur nooit zijn aangetroffen, worden geacht symptomen te doen verdwijnen. Terwijl symptomen nou juist de waarschuwingssignalen zijn die het lichaam afgeeft, als er iets mis is. Deze chemicaliën zijn dan ook nadrukkelijk niet gericht op het wegnemen van de oorzaak van een kwaal, maar op het doven van de signalen van de onderliggende disbalans(en). Ook roepen ze, elk daarvan, ook weer eigen, nieuwe negatieve verschijnselen op. Dat komt onder meer doordat er roof optreedt van essentiële voedingsstoffen wanneer het lichaam zich van deze gifstoffen probeert te ontdoen. Onder de sus-sende term ‘bijwerkingen’ kennen deze middelen daarnaast hele lijsten van lastige tot zeer ernstige ongewenste effecten. Volgens forensisch arts Selma Eikelenboom (RTL Late Night, 17november 2015) hebben deze ‘bijwerkingen’ in Nederland jaarlijks ca. 20.000 duizend doden tot gevolg. De wachtkamers van huisartsen en ziekenhuizen zie ik vol zitten met mensen die hun gezondheid overdragen aan dit wonderlijke kaartenhuis van de patentgeneeskunde. Ik noem dat het gevolg van door farma zorgvuldig aangeleerde hulpeloosheid. De Pavlov-reactie, die dat teweegbrengt, is om bij ieder pijntje naar een paracetamolletje te grijpen. (God behoede ons voor verkleinwoorden!) De volgende stap is richting huisarts. Daarnaast is het zo dat veel mensen, inclusief artsen, vaak niets dan minachting hebben voor natuurlijke en levensconforme wegen naar gezondheid. De Vereniging tegen de Kwakzalverij is daar een stuitend voorbeeld van. Daar tegenover staat dat de stroom van steeds jongere patiënten met kanker en andere auto-immuunziekten steeds groter aan het worden is. Over genezing daarvan en over het welbevinden van de patiënten tijdens de behandeling zijn in verhouding weinig succesverhalen te melden. Hoe gegrond is dus de hierboven geschetste arrogantie, wanneer we binnen deze WPG-modaliteit al jarenlang hetzelfde te horen krijgen: ‘de ultieme oplossingen voor deze ziekten komen er aan, ze liggen nét om de hoek, nog even geduld’. Een vluchtige verkenning in de geschiedenis van hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan.“Ik geloof stellig dat, als de gehele materia medica op de bodem van de zee zou liggen dit beter zou zijn voor de mensheid en veel ongezonder voor de vissen .” (Oliver Wendell Holmes, M.D. Professor of Medicine at Harvard)
Historie in het kort
In de honderdduizenden jaren dat homo sapiens en diens voorgangers op aarde zijn, is geprobeerd om ziekten te helpen genezen. De homeopathie was een van de gebruikte methoden, totdat in 1847, de American Medical Association een eerste poging deed om homeopathie van de aardbol te vegen. Die poging tekent het begin van het einde van de natuurlijke benaderingen van ziekte en gezondheid. De homeopathie stamt uit het oude Griekenland van Hippocrates, die leefde van 460-370 v.Chr. Hij spreekt over twee verschillende wijzen van ziekte benaderen: genezen met het gelijke, de homeopathie (homeo is gelijk), of juist genezen met het tegenovergestelde, tegenwoordig bekend als de allopathie (allo betekent anders). Paracelsus (1493-1541) is een van de bekende geneesheren die met homeopathie werkte. Grote namen in de 17e en 18e eeuw zijn onder andere, Fleming en Sydenham. De term ‘allopathie’ stamt pas uit 1842 en is afkomstig van Christian Friedrich Samuel Hahnemann (1755-1843), grondlegger van de klassieke homeopathie. Homeopathie werkt met het principe van potentiëren: verdunnen en vóór iedere volgende verdunning eerst steeds heel goed schudden. Sinds mensenheugenis hebben sjamanen en medicijn-mannen gewerkt met planten, kruiden en andere natuurlijke substanties. Om de werkzaamheid daarvan te doen ‘ontwaken’ of te versterken, schudden zij vaak hun middelen.
Georganiseerd protectionisme
In mei 1846 creëert dr. Nathan Smith Davis in New York een kerngroep van honderd artsen ter voorbereiding van de oprichting van een Amerikaanse allopathische artsenvereniging, de American Medical Association (AMA). De AMA concentreert zich op de uit Duitsland afkomstige allopathie: Duitsland is de bakermat van zowel het Pruisisch piramidale machts-model (gebruikt in het educatieve systeem), als van de chemische industrie. Later ontstond binnen dit model het Duitse chemische kartel IG Farben. Dit bedrijf werd vervolgens, nog voor 1940, tot een mondiaal che-miemonopolie omgevormd door samenvoeging met Rockefeller’s Amerikaanse IG Farben. Tijdens de Neurenberg Processen werd IG Farben ontbonden en teruggebracht tot de drie oorspronkelijke partijen van het conglomeraat: Hoechst, Bayer en BASF. Alle drie zijn deze bedrijven vandaag vele malen groter dan het Duitse IG Farben ooit was…
AMA-oprichter Nathan Smith Davis gaat naar Chicago en in 1883 start hij daar de Journal of the American Medical Association (JAMA het eerste medische vaktijdschrift). In 1899 krijgt de AMA er in Nebraska een afdeling bij. Journalist George H.Simmons (1852-1937) is daar zowel oprichter, zelfbenoemde secretaris en algemeen directeur van. Hij doet zich voor als homeopathisch(!) arts, en laat in advertenties weten dat hij gespecialiseerd is in de chirurgische behandeling van vrouwen (lees: abortus). Om van de noodlijdende landelijke AMA een grote zakelijke onderneming te maken, bedenkt Simmons het ‘stempel van goedkeuring’. Farmaceutische bedrijven kunnen dit keurmerk verwerven... door regelmatig grote advertenties te plaatsen in JAMA, waarvan Simmons inmiddels ook de tweede hoofdredacteur is geworden... Met deze tactiek kan Simmons aanbieders van medicijnen maken of breken en bouwt hij de AMA al snel op tot het dictatoriale instituut voor zelfverheerlijking, dat dit vandaag de dag nog altijd is. Morris Bealle meldt in zijn boek The Drug Story (1949, p.40) dat de AMA dé dekmantel is voor de Drug Trust, oftewel Big Pharma. Het Rockefeller Instituut maakt deel uit van deze Drug Trust (Bealle, p.16).Daarnaast realiseert Simmons zich al gauw dat medische opleidingen de ziekenhuizen in hun macht hebben en dat ze worden beheerst door medische examencommissies; dus breidt hij de macht van de AMA uit tot de opleidingen. Archiefmateriaal laat zien dat naarmate de invloed van de AMA toeneemt, de kwaliteit van de medische zorg afneemt, terwijl ook de persoonlijke verantwoordelijkheid van de arts ten aanzien van de patiënt minder wordt... De Ethische Code die de AMA heeft vormgegeven, dient als een stevig vangnet voor artsen die fouten (lees: dode patiënten) maken. De tekst van deze Code is het toppunt van arrogantie: “Medische ethiek en etiquette zijn te hoog gegrepen voor de gewone maatschappij.” Norman Barnesby, een vooraanstaand arts in zowel het Amerikaanse leger als in de gezondheidszorg, zegt daarover: “Chaos en misdaad zijn onvermijdelijk zolang dokters de Ethische Code van de AMA volgen.” Hij noemt het “de code van het stilzwijgen”, ofwel omertá. (Oxford Dictionary, omertà, hardnekkig zwijgen of geheimhoudingsplicht.) In 1900 luidt Simmons als JAMA’s hoofdredacteur de alarmklok: het aantal artsen moet drastisch worden verminderd! De toename in het aantal medische opleidingen – van 90 in 1880, tot 154 in 1903 – bevalt hem geenszins. Volgens James Gordon Burrow vraagt deze ‘weerzinwekkende competitie’ om ‘educatieve hervormingen’, oftewel kartelvorming. Deze kreten voor monopolisering van de beroepsgroep worden vervolgens verhoord door aartsmanipulator John D. Rockefeller. Deze sticht in 1902 de General Education Board, een krachtig instrument voor de overname van het gehele Amerikaanse medische opleidingssysteem. Ondertussen heeft Rockefeller (samen met JP Morgan en Andrew Carnegie) in 1890 de Encyclopedia Brittanica opgekocht. Vanaf dit moment worden alle negatieve berichten over vaccinaties consequent uit de tekst geschrapt... Het censureren, scrubben, van informatie hebben de eigenaren van Google, Facebook, YouTube en Twitter dus bepaald niet zelf bedacht! “Al vele jaren heb ik goed gedocumenteerd beschreven hoe het medisch kartel het medisch bedrog gaande houdt, door medicijnen consequent voor te stellen als veilig en effectief, tewijl je de klok erop gelijk kunt zetten dat die in werkelijkheid enorme aantallen mensen grote schade hebben toegebracht of zelfs gedood.” (Jon Rap-poport, 23 september 2019 in Shocker: Comparing deaths from medical treatment, vitamins and US wars).
Monopolisering van medische opleidingen
In 1904 creëert Simmons binnen de AMA het Council on Medical Education (CME), dat via de invoering van een kwaliteitssysteem het niveau van de medische opleidingen moet ‘verbeteren’. De homeopaten vatten dit op als een goed initiatief, JAMA-enquêtes hebben immers onveranderlijk aangetoond dat studenten van de conventionele medische opleidingen tweemaal zo vaak voor hun medische staatsexamens zakken, als de homeopathisch geschoolden. Het blijkt een koude kermis te zijn: de AMA ontwikkelt richtlijnen waardoor de homeopathische colleges daarna consequent lager beoordeeld worden. In een bundeling van krachten en met de financiële hulp van Rockefeller (Standard Oil), Carnegie (staalin-dustrie) en Harriman (spoorwegen) worden de bestaande medische opleidingen langs een meedogenloze kwaliteitslat gelegd; degenen die deze richtlijnen doorstaan, worden als op een Procrustesbed bijgesneden op aanwijzingen van het in 1903 daartoe gestichte Rockefeller Institute for Medical Research.
In 1910 wordt de strijd voor het mondiaal installeren van allopathie als enige waarheid nog een flinke tand hoger gezet: de Carnegie Foundation, de Rockefeller-Gates General Education Board en de AMA organiseren het Flexner Report. Abraham Flexner (1866-1959) heeft nooit eerder een voet binnen een medische opleiding gezet, maar wordt voor deze taak ingezet vanwege zijn boek The American College uit 1908. Flexner heeft aan de universiteit van Berlijn gestudeerd, zegt alle medische opleidingen in het land te hebben bezocht en beoordeeld – een logistieke onmogelijkheid – en concludeert in zijn rapport dat de medische opleidingen voortaan moeten voldoen aan de volgende eisen:
• langdurig – vier jaar theorie en daarna vier jaar praktijk/specialisatie
• elitair – uitsluitend leden van gegoede families, geen boerenkinkels
• technisch – de opleiding moet beschikken over uitgebreide en ingewikkelde laboratoriumfaciliteiten
• zelfreinigend – artsen moeten collega’s verklikken die zich niet houden aan de allopathische afspraken.
Daarmee worden de gespecialiseerde opleidingen voor vrouwenkwalen, benaderingen voor de African Americans en scholen voor homeopathie weggevaagd. De osteopaten zijn de enige overlevenden van deze strenge voorwaarden: studenten lopen de eerste vier jaar mee in het reguliere curriculum, waarna de wegen zich scheiden. Eustace Mullins beschrijft dit Flexner rapport in zijn boek Murder by Injection (1988) zo: “Hoe creëer je een monster? Door van een arts een persoon te maken van absolute onfeilbaarheid, wiens fouten nooit mogen worden besproken.”
De intieme relatie tussen Rockefeller en Westerse patentgeneeskunde
Bigamist (getrouwd met twee vrouwen), paardendief, verkrachter en pseudo-arts Bill Rockefeller alias dr. William Levingston (1810-1906) zei ooit: “Ik belazer mijn zoons regelmatig, om ze scherp te houden”. Dat is zeker gelukt bij zoon John D. Rockefeller sr. (1839-1937). Deze startte in 1863 samen met een partner een olieraffinaderij en transformeerde deze onderneming in 1870 tot Standard Oil Co. Inc. Dit bedrijf verwierf al heel snel een monopoliepositie (met 80% van de Amerikaanse olie-industrie in 1880) en werd een van de eerste en grootste multinationals. Standard Oil’s stap van petroleum naar farmacie ontstond via een van de handeltjes van vader Bill. Die verkocht toen aan iedere kankerpatiënt en aan iedereen aan wie hij de ziekte kon aanpraten het ‘middel’ Nujol: een flesje met daarin nauwelijks bewerkte ruwe petroleum. Nujol bleek het lichaam te beroven van vet-oplosbare vitaminen en daarmee ernstige gebrekziekten te veroorzaken. Dit is exact hetzelfde als wat ‘moderne’ farmaceutische middelen doen. Dankzij de schandalige winstpercentages duurde het niet lang voordat de gewetenloze Standard Oil gigant serieus de far-maceutische arena betrad: met de hulp van het Flexner Report stichtte hij onder meer de universiteit van Chicago (1890) en opleidingen voor volksgezondheid in het John Hopkins en in Harvard. In 1901 verzekerde hij zich vervolgens met de stichting van het Rockefeller Medical Institute in New York van een stevige grip op alle facetten van de ‘gezondheidszorg’. John D. Rockfeller jr lanceert in 1927 met 21 miljoen dollar de International Educational Board om buitenlandse universiteiten en politici aan zich te binden: zo wordt educatie als simpel machtsmiddel aangewend voor het implanteren van de gewenste ideologieën. Ondertussen spendeert de Rockefeller Foundation kapitalen in China totdat daar het communisme toeslaat. Het doel is het ‘verwestelijken’ (lees corrumperen) van de traditionele Chinese geneeskunde (TCM). De standaard ontbindende voor-waarde voor medische opleidingen waar ook ter wereld, om van de Rockefeller filantropie te mogen genieten, is dat de desbetreffende ontvangers hun patiënten zodanig dienen te instrueren dat zij hun oeroude, veilige remedies inruilen voor de carcinogene en teratogene (een stof is teratogeen als de zwangere ermee in aanraking kwam en de foetus daardoor afwijkingen ontwikkelt) Amerikaanse farmaceutica. Morris Bealle meldt dat de Nederlandse universiteiten van Leiden en Utrecht hun ziel aan deze duivel hebben verkocht voor resp. $29.806 en $34.435!
Het doen verdwijnen van ware wetenschap…
Ondertussen is in Europa de Franse bioloog Pierre Antoine Béchamp (1816-1908) de meest veelzijdige wetenschapper aller tijden. Hij ontdekt onder meer het principe van fermentatie. Het onderwerp wordt door zijn tijdgenoot, de chemicus Louis Pasteur, van hem gestolen en daarna misvormd. In zijn boek Les Microzymas (1883) verklaart Béchamp hoe alle dierlijke en plantaardige cellen, piepkleine moleculaire granulen bevatten (microzymen) die blijven bestaan als het organisme zelf is gestorven: zij zijn onverwoestbaar. Afhankelijk van de staat van het gebied waar deze microzymen zich bevinden, het cellulaire terrein, kunnen zij leven bevorderend, dan wel ziekmakend of dodelijk zijn. Béchamp bouwt hiermee voort op ‘le milieu intérieur’ – het innerlijke milieu – van fysioloog Claude Bernard (1813-1878): het heilzame, dan wel kwaadaardige gedrag van micro-organismen, die uit de microzymen zijn ontstaan, wordt bepaald door de toestand van het terrein in het lichaam (dus van de cellen). Deze toestand is te beïnvloeden met onder meer voeding en leefomstandigheden. Dit c’est le terrain, “het hangt af van de toestand van het terrein” vormt de basis van de huidige functionele geneeskunde, en van alle complementaire- en alternatieve geneeskundige benaderingen, ofwel CAM.
Béchamp vs. Pasteur
Béchamp beschrijft uitvoerig dat bacteriën en andere ziektekiemen vervormen afhankelijk van de toe stand van de omgeving, ‘le terrain’.Zij zijn dan ook niet de oorzaak van een ziekte, maar het gevolg daarvan. Béchamp’s theorie, hoewel herhaaldelijk bevestigd, wordt de rug toegekeerd ten gunste van Pasteur’s microbentheorie. Hoewel Pasteur zijn stellingname daarover rectificeert op zijn sterfbed: Ce n’est pas le microbe, c’est le terrain, “Het is niet de ziekteverwekker, het is het interne milieu van het lichaam,Bernard had gelijk.”De microbentheorie van Pasteur zegt: ‘ziekten worden veroorzaakt door onveranderlijke microben, die het lichaam van buitenaf belagen’. Deze theorie was al gangbaar in de Duitse allopathische geneeskunde. Pasteur was ook daarin dus niet origineel!
De tragiek van Claude Bernard en van Pierre Antoine Béchamp is dat beider – correcte! – wetenschappelijke ontdekkingen met kracht de vergetelheid in zijn geveegd... ten gunste van fi- nancieel opportune kwakzalverstheorieën die nooit zullen kunnen worden bewezen, simpelweg omdat ze niet in overeenstemming zijn met de natuur... Louis Pasteur en Edward Jenner (de valse vaccinatie-profeet) hebben hun theorieën nooit kunnen bewijzen, noch hun opvolgers.
Tot slot
De medische stand en de politiek hebben ondertussen zowel de incorrecte wetenschap van Edward Jenner’s koepokvaccinatie, als de incorrecte wetenschap van Pasteur tot wetenschappelijke waarheid verheven. Daarmee zijn deze foute uitgangsposities tot in de fundamenten van het kaartenhuis, dat westerse patentgeneeskunde heet, doorgedrongen en doen daar nog steeds hun vernietigende werk. Als overheid en politiek zeggenschap krijgen over het menselijk lichaam, waar zij op uit lijken te zijn, wordt het ernstig oppassen geblazen: met Pia Dijkstra’s nieuwe wet op de orgaandonatie is de eerste stap naar de ondermijning van de onaantastbaarheid van het lichaam, zoals vermeld in artikel 11 van de Nederlandse Grondwet, inmiddels gezet. Met verplichte vaccinaties mogelijk in het vooruitzicht, wordt het recht op zeggenschap over het eigen lichaam nog veel ernstiger bedreigd. ◀