Jongeren dreigen op te groeien met tekort aan vitamine A
💨
‘Eiwit-transitie’ maakt het lichaam bevattelijker voor luchtweginfecties
‘Eiwit-transitie’ maakt het lichaam bevattelijker voor luchtweginfecties
Datum: 4 januari 2024
Gezondheid
Toine de Graaf
De Gezondheidsraad wil dat wij meer plantaardige eiwitten consumeren en minder dierlijke. Dat zou beter zijn voor het milieu. Deze ‘eiwit-transitie’, die op 13 december werd gepresenteerd, heeft echter een nadeel waar de voedingsautoriteiten geen aandacht aan besteden: zij zal leiden tot nóg minder opname van vitamine A. Met name veel jongeren hebben nu al tekort aan vitamine A – onder meer een risicofactor voor luchtweginfecties.
De bekende Britse verplegingswetenschapper dr. John Campbell is een pleitbezorger van vitaminen. Op zijn veelbekeken Youtube-kanaal vroeg hij tijdens de pandemie bij herhaling aandacht voor vitamine D. Onlangs wees Campbell, in verband met de uitbraken van longsteking onder kinderen en jongeren in China, ook op de betekenis van vitamine A. Gebrek hieraan zou een longinfectie met Mycoplasma pneumoniae kunnen verergeren. Krijgt onze jeugd eigenlijk wel voldoende vitamine A?
In China wordt mycoplasma pneumoniae veelvuldig genoemd als verwekker van de longontstekingen bij kinderen en jongeren. Ook in ons land komt deze bacterie nu vaker voor dan normaal, volgens het RIVM. Campbell legde onlangs uit, aan de hand van een Chinese studie uit 2020, dat een tekort aan vitamine A in verband kan worden gebracht met een ernstiger beloop van een mycoplasma pneumoniae longontsteking bij kinderen.
Het is algemeen bekend dat kinderen met tekorten aan vitamine A, D of E bevattelijker zijn voor luchtweginfecties. Daarom keken de Chinese onderzoekers naar de bloedwaarden van deze vitamines bij 122 kinderen tussen 0 en 15 jaar met een mycoplasma pneumoniae longontsteking. Ze hadden geen vitamine D- of E-gebrek, maar wel een tekort aan vitamine A. Naarmate dit tekort groter was, waren ze ernstiger ziek.
Campbell benadrukt dat vitamine A-gebrek wijdverbreid is onder kinderen in Azië. Hoe zit dat in Nederland? Dat is niet bekend, want systematisch bloedonderzoek vindt hier niet plaats. Wel kennen we de ‘voedselconsumptiepeilingen’ (vcp’s) van het RIVM, waarbij op basis van vragenlijsten een inschatting wordt gemaakt van wat Nederlanders eten en drinken. Uit de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016 bleek dat ongeveer een kwart van de Nederlandse volwassenen minder vitamine A binnenkrijgt dan de gemiddelde behoefte. In de leeftijdscategorie 14 tot 17 jaar ging het om bijna de helft: 42 procent van de meisjes en 43 procent van de jongens.
Maar dat is nog niet het hele verhaal. Er is goede reden om aan te nemen dat de omrekenfactor die het RIVM gebruikt om te komen van inname van voedsel naar de opname van vitamine A, veel te optimistisch is. Dat zit zo. Plantaardig voedsel, zoals groenten en fruit, bevat bètacaroteen ofwel ‘provitamine A’. Het lichaam kan dit omzetten in vitamine A. De efficiëntie van dit mechanisme wordt echter overschat. Het vetoplosbare vitamine A zit vooral in lever, maar ook in dierlijke producten als melk, kaas, boter, eieren en vette vis. Fabrikanten van margarines zijn verplicht vitamine A toe te voegen aan hun producten. Voor zwangere vrouwen en kleine kinderen wordt lever trouwens afgeraden, ook leverworst of -pastei. Te veel vitamine A tijdens de zwangerschap vergroot de kans op aangeboren afwijkingen.
Groente en fruit bevatten eveneens carotenoïden. Het was dr. Clive West (1939-2004), ooit hoogleraar aan Wageningen Universiteit, die ontdekte dat deze carotenoïden veel minder goed worden opgenomen dan lang was gedacht. Om die reden halveerde het Amerikaanse Institute of Medicine de omzettingsfactor voor bètacaroteen naar vitamine A van 6:1 naar 12:1. Dit betekent dat voor 1 microgram (mcg) vitamine A zo’n 12 mcg bètacaroteen nodig is. Maar voor Clive West ging dit niet ver genoeg. Volgens hem zou voor 1 mcg vitamine A wel 21 mcg bètacaroteen nodig zijn. In 2015 deed dr. Kate Rheaume-Bleue er in haar boek Vitamin K2 and the Calcium Paradox nog een schepje bovenop: “Berekeningen uit klinisch onderzoek van de eigenlijke omzettingsgraad geven uitkomsten variërend van 6:1 tot 48:1, wat inhoudt dat 48 moleculen bètacaroteen nodig zijn om één molecuul retinol (vitamine A) te verkrijgen.”
Het RIVM hanteerde in zijn Voedselconsumptiepeiling 2012-2016 de omzettingsfactor 12:1. Op basis van die berekening zou ongeveer een kwart van de vitamine A-voorziening in ons land voor mensen tussen 1 en 79 jaar afkomstig zijn uit plantaardige bronnen. Wat dus te optimistisch is. 7 procent van de vitamine A-inname zou volgens het RIVM afkomstig zijn uit supplementen. Maar ook daarin zit vaak bètacaroteen als vorm van vitamine A. Dit geldt ook voor vleesvervangers.
De ‘eiwit-transitie’ die de Nederlandse overheid wil doorvoeren zal leiden tot een nog lagere opname van vitamine A. Deze week bracht de Gezondheidsraad het advies Gezonde eiwittransitie uit. Daarin wordt “de consumptie van sommige dierlijke eiwitbronnen in verband gebracht met een verhoogd risico op chronische ziekten”, en beleid aangekondigd dat zich richt “op een verschuiving naar een voedingspatroon met meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten”. Terwijl voor voldoende inname van vitamine A met name jongeren zich eigenlijk weer zouden moeten wagen aan leverpastei of gebakken lever.
Daar kan niet alleen hun immuunsysteem baat bij hebben, maar bijvoorbeeld ook het gezichtsvermogen. Een van de eerste symptomen van vitamine A-tekort is slechter zien als het begint te schemeren (‘nachtblindheid’). Het RIVM publiceerde in 2020 een onderzoek naar de lage vitamine A-inname in Nederland (Gezondheidseffecten door lage vitamine A-innames in Nederland) naar aanleiding van de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016. In dat onderzoek werd gemeld dat nachtblindheid steeds vaker wordt gerapporteerd bij opticiens, optometristen en oogartsen, en werd een verband gelegd met de lage vitamine-A-waarden. Maar het RIVM deed weinig met zijn eigen resultaten. Het instituut had zelfs geen bloedwaarden gemeten onder de bevolking. De auteurs adviseerden slechts ‘vervolgonderzoek’, dat voor zover bekend niet is opgepakt.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?