Gevaren van aluminium stelselmatig onderschat
Fotografie: Warunporn Thangthongtip
💨
Relatie tussen aluminium-blootstelling en Alzheimer
Relatie tussen aluminium-blootstelling en Alzheimer
Datum: 13 april 2023
Gezondheid
Toine de Graaf
Mensen krijgen op allerlei manieren steeds meer aluminium binnen. Er verschijnen ook steeds meer studies waaruit blijkt dat dit schadelijk kan zijn voor de hersenen en mogelijk kan bijdragen aan stoornissen als de ziekte van Alzheimer. Maar vanuit de gezondheidsinstanties is hier weinig belangstelling voor.
Nog even, en het barbecue-seizoen brandt weer los. Stukje witvis in een aluminiumbakje, met een schijfje citroen. Lekker en gezond? Dat is de vraag. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat tot 40 mg een veilige dagelijkse dosis is van aluminium. Maar onderzoekers van de University of Sharjah (AUS) in de Verenigde Arabische Emiraten toonden aan dat voedsel bereid in aluminiumfolie een veelvoud kan bevatten, tot wel 400 mg. De afgifte van aluminium wordt vooral verhoogd door zure vloeistoffen toe te voegen, zoals citroensap en tomatensaus. De afgifte neemt nog verder toe door gebruik van specerijen. Zubaidy: “Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de afgifte. Folie is niet geschikt om voedsel in te verhitten.”
Toch is aluminium alomtegenwoordig in de voedingsindustrie. Het is immers handig materiaal. Denk aan aluminium frisdrankblikjes, aluminiumfolie en de voedseladditieven (E-nummers) met aluminiumverbindingen. Of aan de aluminium kookketels en opslagtanks in de voedingsindustrie. Door de bereiding in dit soort ketels is soja een bekende bron van aluminium. In 2010 werden zelfs hoge concentraties aluminium aangetoond in zuigelingenvoeding op basis van soja. En dan hebben we het nog maar niet over de verzorgingsproducten die aluminium kunnen bevatten, zoals deodorants en tandpasta. Of over sommige medicijnen, zoals maagzuurbinders en vaccins.
Drinkwater is eveneens een bekende bron van aluminium. Dit metaal is namelijk alomtegenwoordig in ons leefmilieu: aluminium vormt ongeveer 8 procent van de aardkorst. Het wordt beschouwd als het meest verspreide metaal in de natuur. Blootstelling is dus lastig te vermijden. Maar door het veelvuldig gebruik in de (voedings)industrie is steeds vaker sprake van een piekbelasting. Al in 1897 werd ontdekt dat aluminium toxisch is voor de hersenen en het zenuwstelsel. In 1911 waarschuwde de Amerikaanse biochemicus/tandarts William John Gies voor de gevaren van aluminium als voedseladditief. Hij beschreef de effecten van aluminium bevattend bakpoeder in brood en biscuit bij honden en mensen, na zeven jaar onderzoek.
Sindsdien is het gebruik van aluminium alleen maar toegenomen, zoals de Canadese medisch geograaf dr. Harold D. Foster in 2004 uiteenzette in What really causes Alzheimer’s disease. Een citaat uit dat boek: “De grote bulk aan bewijs uit een groot aantal geografische en epidemiologische studies ondersteunt een sterk verband tussen aluminiumconsumptie, vooral monomeer aluminium uit drinkwater, en een verhoogde incidentie van de ziekte van Alzheimer.”
De laatste jaren is ook het onderzoek naar de gezondheidseffecten van aluminium toegenomen. Een bekende criticus is bioloog Chris Exley, emeritus-hoogleraar bio-anorganische chemie van de Britse Keele University (Stoke-on-Trent), die ruim drie decennia onderzoek deed naar aluminium en meer dan honderd publicaties op zijn naam heeft staan over aluminium, waaronder een standaardwerk over de relatie tussen aluminium-blootstelling en Alzheimer uit 2001. Exley deinst niet terug voor stevige stellingnamen. Eén van zijn artikelen, uit 2014, is getiteld: Waarom industriële propaganda en politieke inmenging niet kunnen verhullen dat humane blootstelling aan aluminium onvermijdelijk een rol speelt in neurodegeneratieve ziekten, waaronder de ziekte van Alzheimer.
Exley stelt dat we leven in het aluminium-tijdperk en daarvoor een prijs betalen: “De komst van het aluminium-tijdperk en het gevolg van de alomtegenwoordigheid van aluminium, niet alleen in de omgeving maar ook in het menselijk lichaam, is dat we allemaal onderworpen zijn aan chronische aluminium-intoxicatie. Elke minuut van elke dag verbruiken we energie om te kunnen omgaan met de aanwezigheid van het biologisch reactieve aluminium in onze lichamen. Hoe hoger de belasting van aluminium in het lichaam, hoe waarschijnlijker het is dat het mechanisme waarover het lichaam beschikt om zich teweer te stellen zich manifesteert als ziekte.”
In 2014 was Exley dus al tamelijk ongerust. Maar kwalitatieve vaststelling van aluminium in hersenweefsel was toen technisch nog niet mogelijk. Dit veranderde met de komst van aluminium-specifieke fluorescentie-microscopie, twee jaar later. Deze nieuwe techniek werd gevalideerd en Exley’s team heeft sindsdien aluminium kunnen aantonen in hersenweefsel van patiënten met Alzheimer, autisme, multiple sclerose en cerebrale amyloïde angiopathie. In 2019 voegde hij epilepsie toe aan dit verontrustende rijtje, nadat hij in hersenweefsel van één van de getroffenen van het zogeheten ‘Camelford-incident’ ophopingen aluminium wist aan te tonen. Bij het Britse Camelford belandde in 1988 per vergissing twintig ton aluminiumsulfaat in het drinkwater. Zo’n 20.000 mensen in en om het stadje werden gedurende enkele weken blootgesteld aan zeer hoge niveaus aluminium. In 2019 pleitte Exley voor heropening van het onderzoek naar dit incident, na zijn nieuwe bevindingen.
Je zou verwachten dat vooral Alzheimer-onderzoekers aluminium inmiddels scherp op hun netvlies hebben staan. Maar dit is niet het geval. Neem bijvoorbeeld een ándere emeritus-hoogleraar: neuroloog dr. Philip Scheltens, oprichter van Alzheimercentrum Amsterdam (locatie VUmc). Samen met dr. Wiesje van der Flier, wetenschappelijk directeur van datzelfde centrum, publiceerde hij in 2015 het boek Het alzheimermysterie. In dit “onderzoek naar de oorsprong en genezing van Alzheimer” wordt aluminium niet één keer genoemd. Ik vroeg Scheltens destijds per e-mail om zijn visie op de mogelijke rol van aluminium bij Alzheimer. Hij antwoordde: “Sinds 2001 is het wel duidelijk geworden dat er geen verband is met aluminium”. Bronnen noemde hij niet. En van het werk van Chris Exley leek hij niet te hebben gehoord.
Naar de reden voor dit gebrek aan interesse valt slechts te gissen. Misschien speelt een rol dat negatieve aandacht voor aluminium de ‘heilige koe’ van de geneeskunde in de wind kan zetten: vaccinatie. Aluminiumverbindingen, zoals aluminiumsulfaat en aluminiumhydroxide, worden al decennialang toegepast als hulpstoffen in vaccins. Dit om de immuunrespons van het lichaam op het vaccin te versterken. Méér hierover in vervolgartikelen.
Een studie uit 2020 in het Journal of Alzheimer’s Disease laat zien dat de hersenen van patiënten met Alzheimer’s significant hogere aluminium-niveaus hebben dan van mensen zonder Alzheimer’s: dakl.nl/aluminium-en-alzheimer
Een andere studie, van de CDC in de Verenigde Staten, uit augustus 2022, toont dat kinderen die alle vaccinaties waarin aluminium zit uit het Amerikaanse vaccinatieprogramma hebben ontvangen, een 36 procent hogere kans hebben om astma te krijgen dan kinderen die geen of minder vaccinaties hebben gehad. dakl.nl/aluminium-en-astma
Silica versus aluminium
Siliciumrijk mineraalwater helpt aluminium uit het lichaam te verwijderen, doordat het rijk is aan opgelost silicium, oftewel kiezelzuur, volgens Het Nederlandse bedrijf 2D Silicawaters. Volgens hen vormt het een scheikundige verbinding met aluminium, hydroxyaluminosilicaat, die door de nieren uit het bloed kan worden gefilterd. Professor Chris Exley, die een boek schreef over de aluminium atoom (Imagine You Are An Aluminum Atom), is van mening dat de meeste natuurlijke wateren een zeer laag aluminiumgehalte bevatten, maar dat aluminium vaak in het drinkwater aanwezig is, omdat aluminiumzouten worden gebruikt om drinkwater te reinigen.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?