Media voeren smeercampagne tegen MH17-journalisten
screenshot MH17 presentatie
💨
“Niemand van de pers heeft gevraagd om mijn reactie”
“Niemand van de pers heeft gevraagd om mijn reactie”
Datum: 12 augustus 2022
Geopolitiek
Eric van de Beek
Gedragen de media zich als waakhond van de macht? Eric van de Beek en Max van der Werff kregen het zwaar te verduren toen zij het waagden het officiële verhaal over MH17 in twijfel te trekken. Het vakblad voor journalisten VillaMedia beschuldigde hen ervan desinformatie te hebben verspreid onder aanvoering van een Russische inlichtingendienst. Eric van de Beek, journalist van De Andere Krant, verdedigt zich in dit artikel tegen deze "aantijgingen zonder enige basis" en hij concludeert dat "de rot kennelijk is doorgedrongen tot in de hoogste regionen van de journalistieke gemeenschap in Nederland".
In november 2020 opende onderzoekscollectief Bellingcat een frontale aanval op Bonanza Media, een samenwerking van de Nederlandse MH17-onderzoeker Max van der Werff en de Russische tv-journaliste Yana Yerlashova. De kop boven het artikel dat het onderzoekscollectief op zijn website plaatste, luidde: "The GRU’s MH17 Disinformation Operations Part 1: The Bonanza Media Project", Volgens Bellingcat had Yerlashova nauw samengewerkt met de Russische militaire inlichtingendienst GRU. Dit zou zijn gebleken uit email-verkeer tussen haar en een inlichtingenofficier van de GRU. Bellingcat suggereerde bovendien dat Bonanza Media van de GRU vertrouwelijke documenten had ontvangen die afkomstig waren van het internationale onderzoeksteam JIT, dat het strafrechtelijk onderzoek leidt naar de MH17-ramp.
Het klopt dat Bonanza Media dergelijke documenten had ontvangen. Begin 2020 hebben Van der Werff en Yerlashova er een aantal gepubliceerd. Het leverde spectaculair nieuws op. Zo bleek uit een rapport van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) dat er geen Russische Buk-installatie was gezien in het oosten van Oekraïne. Wat de MIVD en partnerdiensten wel hadden gesignaleerd waren Oekraïense Buk-installaties.
Veel bekijks trokken Van der Werff en Yerlashova met hun via crowdfunding gefinancierde documentaire MH17 – Call for Justice. Deze kwam uit in 2019 en is inmiddels ruim 355 duizend keer bekeken op YouTube. Ook bleek uit onderzoek dat zij hadden laten uitvoeren door een forensisch deskundige dat de Oekraïense geheime dienst SBU had gerommeld met bewijsmateriaal. De SBU had meteen op de dag van de ramp en ook in de dagen daarna afgeluisterde gesprekken van de separatisten in Oekraïne op YouTube gezet. Daaruit ontstond de indruk dat zij MH17 hadden neergehaald. De forensisch deskundige, Akash Rosen, ontdekte dat er flink was geknipt en geplakt in de tapgesprekken. Later bleek dat het Openbaar Ministerie zelf geen enkel technisch onderzoek had uitgevoerd naar manipulatie van de audiobestanden.
Klopt het dat Bonanza Media de vertrouwelijke JIT-documenten had ontvangen van de GRU? Yerlashova en Van der Werff hebben dit bevestigd noch ontkend, omdat zij als journalisten hun bronnen geheim moeten houden. Maar eigenlijk is dit irrelevant. Journalisten publiceren wel vaker informatie die ze hebben verkregen via geheime diensten. Gelauwerd journalist van de Volkskrant Huib Modderkolk vulde er in 2019 nog een heel boek mee getiteld Het is oorlog maar niemand die het ziet. Relevant is de vraag of de informatie klopt, of een journalist zich niet laat betalen door een dienst en er geen mensenlevens in gevaar worden gebracht. Documenten die Bonanza Media publiceerde waren authentiek, zo bleek uit een reactie van het Openbaar Ministerie aan het begin van de MH17-strafzaak in Badhoevedorp. De kop boven het Bellingcat-artikel, die sprak van “desinformatie”, klopt dan ook niet. Nergens in het artikel wordt een voorbeeld genoemd van desinformatie in de producties van Bonanza Media.
Behalve Van der Werff en Yerlashova werd ook ik genoemd in het artikel van Bellingcat. Dit omdat ik voor Bonanza Media een serie artikelen had geschreven over de MH17-strafzaak in Badhoevedorp, die begon op 9 maart 2020. Mijn eerste artikel ging over de bekendmaking van het Openbaar Ministerie dat de Rus Igor Bezler niet tot de verdachten behoort. Dat was opmerkelijk nieuws omdat Bellingcat-auteur Pieter van Huis hem jarenlang als verdachte had opgevoerd. Dat ik dit meldde in mijn artikel was voor Van Huis kennelijk reden mijn naam eens even goed door het slijk te halen. Yerlashova had mijn eerste artikel voor publicatie aan een inlichtingenofficier van de GRU voorgelegd, beweerde hij op basis van een e-mail van haar waarover Bellingcat zou beschikken. Bovendien verschilde de gepubliceerde versie van het artikel van de versie die Yerlashova aan de inlichtingenofficier had toegestuurd, constateerde hij. Zonder te beweren dat een Russische inlichtingenofficier gezorgd had voor veranderingen in mijn artikel, hield Bellingcat die mogelijkheid nadrukkelijk open: "Het is niet duidelijk wie om deze veranderingen heeft gevraagd of wie hiervoor een suggestie heeft gedaan."
Beeld: “journalist Eric van de Beek interviewt OVSE-waarnemer Michael Bociurkiw die als een van de eersten op de MH17-crashsite aanwezig was.”
Helaas is mij door niemand van de Nederlandse pers gevraagd om een reactie. Ik kan bewijzen dat Bellingcat een valse suggestie wekt, simpelweg door de e-mail te tonen die ik verstuurd heb aan Yerlashova met het originele artikel. Iedereen die dat artikel vergelijkt met de gepubliceerde versie zal beamen dat er in essentie niets aan veranderd is. Het was geschreven als een kritiek op Bellingcat vanwege de onterechte verdachtmakingen aan het adres van Bezler en zo is het ook gepubliceerd. Voordat ik mijn artikel stuurde aan Yerlashova, stuurde ik het aan de Nederlandse MH17-blogger Hector Reban met het verzoek er eens kritisch naar te kijken. Ook hij kan bevestigen dat er, afgezien van wat stijlmatige aanpassingen, niets is veranderd aan het artikel.
De Bellingcat-publicatie miste zijn uitwerking niet. Overal in de Nederlandse media verschenen artikelen die vernietigend waren voor Van der Werff en mij. “Nederlandse MH17-blogger aangestuurd door Russische geheime dienst”, kopten NRC-journalisten Wilmer Heck, Andreas Kouwenhoven en Steven Derix. “Van der Werff handelde het afgelopen jaar in opdracht van de Russische militaire inlichtingendienst GRU”, schreven Robert van der Noordaa en Coen van de Ven van De Groene Amsterdammer. Voor deze lasterlijke beweringen verwezen ze naar het artikel van Bellingcat, maar daarin wordt niets van dit alles beweerd. Het is alleen Yerlashova die volgens Bellingcat in contact heeft gestaan met een Russische inlichtingenofficier. Niettemin namen de meeste media de laster van NRC en De Groene onverkort over, en kennelijk dus zonder het artikel van Bellingcat te hebben gelezen om te kijken of het wel klopte wat NRC en De Groene schreven.
Het zorgde voor opschudding in de Tweede Kamer. D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma sprak van “een aanval op de Nederlandse rechtsstaat”. VVD-Kamerleden Sven Koopmans en Jeroen van Wijngaarden vroegen het kabinet naar juridische mogelijkheden om op te treden tegen “buitenlandse inlichtingendiensten die in samenwerking met Nederlanders campagnes voor desinformatie opzetten”. In reactie op Sjoerdsma schreef minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken dat “de bevindingen van Bellingcat de zorgen van het kabinet over verspreiding van desinformatie door Rusland lijken te staven”. Minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid ging zelfs zo ver de activiteiten van Bonanza Media te kwalificeren als “ongewenste buitenlandse inmenging” en “het verspreiden van desinformatie”. Algemeen secretaris Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) verklaarde in De Groene “enorm” te zijn geschrokken. Hij kondigde aan dat hij een royement zou overwegen van Van der Werff als lid van de journalistenvakbond. Die grote woorden slikte hij vervolgens in via een persoonlijke e-mail aan Van der Werff. Hij had geen splinter bewijs kunnen vinden voor de beweringen van De Groene. Maar kennelijk was hij niet bereid dit publiek te maken, want dat is tot op de dag van vandaag niet gebeurd, ondanks een verzoek van Van der Werff hiertoe. Die zei daarop zijn lidmaatschap van de bond op.
De publicatie van Bellingcat en de lezing daarvan van De Groene hebben zelfs geleid tot een vermelding in het jaarverslag van de AIVD. “De Russische militaire inlichtingendienst GRU verspreidde desinformatie over het MH17-onderzoek via onder meer het mediaplatform Bonanza Media,” schreef de inlichtingendienst. “Dat publiceerde verschillende JIT-documenten.” Het klopt dat Bonanza Media JIT-documenten had gepubliceerd. Maar wat wilde de AIVD daarmee zeggen? Dat de JIT-documenten desinformatie bevatten? Volgens het Openbaar Ministerie waren ze echt, dus dat zal de AIVD niet bedoeld hebben. Kennelijk was het de AIVD niet gelukt om voorbeelden van desinformatie te vinden in mijn artikelen of in de documentaire van Yerlashova en Van der Werff – en dus riep de dienst maar wat, precies zoals Bellingcat had gedaan. Bewijzen hoefde de AIVD niets, want met dank aan Bellingcat en haar partners in crime NRC en De Groene was het beeld van Bonanza Media als Russisch desinformatie-project al in steen gebeiteld.
Bellingcat heeft voor de aanval op Bonanza Media nauw samengewerkt met De Groene. Onderaan het artikel van Van der Noordaa en Van de Ven staat: “De Groene Amsterdammer assisteerde Bellingcat op een aantal onderdelen van hun onderzoeksrapport.” Ook NRC was op de hoogte van wat komen zou. Dat blijkt uit een persoonlijk bericht dat Van der Werff ontving van de krant over het Bellingcat-artikel, nog voor publicatie. Het Bellingcat-artikel verscheen tegelijk met de artikelen in De Groene en NRC. Er lijkt daarbij een taakverdeling te zijn gemaakt: waar Bellingcat slechts de vraag opwierp of Van der Werff had samengewerkt met de GRU, presenteerden NRC en met name De Groene het als iets wat Bellingcat had aangetoond. Op dezelfde manier werd ik aangepakt. Waar Bellingcat de mogelijkheid opperde dat een inlichtingenofficier had meegeschreven aan een artikel van mij, presenteerde De Groene het als een feit.
De NOS rectificeerde op eigen initiatief toen het merkte dat de aantijgingen van De Groene en NRC uit de lucht waren gegrepen. Maar De Groene en NRC vertikten het hun ongefundeerde kwaadsprekerij te verwijderen. Helemaal bont maakten Bart de Koning van Follow The Money en Lars Pasveer van Villamedia het. De Koning schreef: "Uit gelekte e-mails blijkt dat de Nederlandse publicisten Max van der Werff en Eric van de Beek voor hun publicaties intensief contact hadden met Russische inlichtingenofficieren." Voor die bewering verwijst hij naar Bellingcat, terwijl Bellingcat dit dus helemaal niet beweert, ook niet in andere bewoordingen.
Pasveer plaatste een artikel met de kop: Bellingcat: “Nederlandse MH17-activisten aangestuurd door Russische militaire inlichtingendienst”. Zoals gezegd: Het was niet Bellingcat die dit beweerde. Het was De Groene, die hier bovendien geen enkel bewijs voor had aangevoerd. “Onderzoekscollectief Bellingcat stelt dat de Russische militaire inlichtingendienst GRU actief bloggers en journalisten aanstuurt in een desinformatiecampagne rond MH17,” opent het artikel van Pasveer. “Platforms en journalisten die zich als onafhankelijke onderzoekers afficheren, krijgen materiaal toegespeeld en leggen eigen werk vooraf aan GRU voor, stelt Bellingcat.” En ga zo maar door. Een aaneenschakeling van aantijgingen zonder enige basis, nota bene van de hand van een journalist die schrijft voor Villa Media, een vakblad voor journalisten, dat toch zou moeten voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen. Ik heb toenmalig hoofdredacteur Dolf Rogmans van Villamedia verzocht te rectificeren. Hij heeft dit geweigerd onder het mom van: “We hebben goed weergegeven wat De Groene schrijft.” Dat had Villa Media dus niet. Het had een onjuiste weergave gegeven van een artikel in De Groene, dat op zijn beurt een onjuiste weergave was van een artikel van Bellingcat.
Niettemin beloofde Rogmans het artikel in Villa Media aan te passen als eerst De Groene het artikel aanpaste. Omdat hoofdredactrice Xandra Schutte dit niet deed uit eigener beweging, heb ik een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek tegen De Groene. Die was met name gericht op de zinsnede: "Dat Russische spionnen zo vergaand invloed hebben op wat activisten en burgerjournalisten schrijven is een uniek voorbeeld van inmenging in Nederland." De Groene had namelijk geen enkel bewijs aangevoerd voor die claim. Ook Bellingcat, waar De Groene naar verwees, heeft op geen enkele manier beweerd dat spionnen hadden meegeschreven aan artikelen op de website van Bonanza Media. Feitelijk onjuist was bovendien dat “activisten en burgerjournalisten” bijdragen hadden geleverd aan de website. Ik was de enige auteur. Naast mij waren er geen 'andere activisten en burgerjournalisten’ die daar artikelen van eigen hand gepubliceerd zagen. Daarnaast had De Groene verzuimd mij om wederhoor te vragen, hetgeen je toch wel zou verwachten van een 'kwaliteitsmedium' en zeker als het zulke zware beschuldigingen uit.
Ik was er vol van overtuigd dat ik in mijn recht stond en dat De Groene op de vingers zou worden getikt door het zelfreguleringsorgaan van de Nederlandse kwaliteitsmedia. Maar het liep anders. Het oordeel van de Raad luidde dat De Groene "zorgvuldig" had gehandeld. "Naar het oordeel van de Raad behelst de gewraakte zin een samenvattende conclusie van de verschillende passages daarvoor, die niet alleen op klager betrekking hebben," liet de Raad mij per brief weten. "Uit die passages, die volgen uit het rapport van Bellingcat, blijkt genoegzaam dat een Russische inlichtingendienst invloed heeft (gehad) binnen Bonanza Media (...) Gelet op het voorgaande en in aanmerking genomen dat het artikel voornamelijk berichtgeving van feitelijke aard bevat, bestond geen aanleiding voor het toepassen van wederhoor bij klager." Was getekend: voorzitter Willem van Schendel (voormalig vicepresident van de Hoge Raad) en raadsleden Leo Hauben (hoofdredacteur L1), Nadine van Herten (senior legal counselor RTL Nederland) en Merel Thie (plaatsvervangend chef binnenlandredactie NRC).
Max van der Werff had gelijk. Die zei er zeker van te zijn dat ik de zaak zou verliezen. Niet omdat mijn klacht ongegrond was, maar omdat hij er niet op vertrouwde dat de Raad mij een eerlijke kans zou geven. "De gevestigde belangen zijn nu belangrijker dan waarheidsvinding," schreef hij mij. "Het is een politieke strijd die jij en ik niet kunnen winnen." Om diezelfde reden had hij ervan afgezien zich te beklagen bij de Raad.
In afwachting van de beoordeling door de Raad van mijn klacht tegen De Groene had ik ook nog een klacht ingediend tegen Villamedia, maar die werd niet in behandeling genomen, zo schreef de Raad mij, omdat ik die te laat had verstuurd.
Het artikel op Villamedia inspireerde vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en voormalig NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma tot het uitspreken van een banvloek. Verwijzend naar het artikel van Pasveer schreef hij dat journalistieke collega’s mij kennen van mijn “controversiële journalistieke bijdragen aan de verslaggeving over het MH17-proces”. Jensma bracht mij vervolgens in verband met personen “die zich de rol van ‘journalist aanmeten om agitatie te bedrijven, nieuws te manipuleren of zelfs te vervalsen”, zonder een enkel voorbeeld te noemen ter onderbouwing van deze smadelijke beweringen. In zijn column op de website van de NVJ ‘vergat’ Jensma een link te plaatsen naar mijn artikelen op Bonanza Media. Kennelijk was het niet de bedoeling dat zijn lezers daar kennis van namen zodat ze zelf een oordeel konden vormen. Het was kortom van een niveau dat je niet zou verwachten van een vicevoorzitter van een vakbond voor journalisten. Het was voor mij reden om de NVJ vaarwel te zeggen. In navolging van Max van der Werff heb ik mijn lidmaatschap opgezegd. Een vakbond voor journalisten die via bestuur en vakblad karaktermoord pleegt op dissidente journalisten is geen vakbond voor journalisten. Dat is een uitvoeringsorgaan van de gevestigde orde.
Mijn vertrouwen in het zelfreinigende vermogen van de Nederlandse journalistiek heb ik verloren. Als uitgerekend het bestuur van een vakbond voor journalisten en een vakblad voor journalisten meegaan in een smeercampagne tegen journalisten die echte journalistiek bedrijven en hun nek uitsteken, dan is de rot kennelijk doorgedrongen tot in de hoogste regionen van de journalistieke gemeenschap in Nederland. Een rechtszaak tegen De Groene, Villa Media en Jensma van de NVJ is de enige kans die wij nog hebben om eerherstel te krijgen. Maar dat kost een zak geld en die hebben Van der Werff en ik niet. Ik sluit niet uit dat ik mij ooit opnieuw zal aanmelden voor een lidmaatschap van de NVJ. Maar dan moet vicevoorzitter Jensma zijn vertrokken uit het bestuur en dan wil ik excuses horen van de vakbond.
Voor een reactie van Max van der Werff op alle aantijgingen, zie:
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?