Voor het MKB is corona nog lang niet voorbij
Jesse van Vliet
💨
De schulden zijn te hoog om ooit af te betalen
De schulden zijn te hoog om ooit af te betalen
Datum: 9 maart 2022
Economie
Van de redactie
Veel MKB-bedrijven staan aan de rand van de afgrond. Ze kampen met schulden die niet meer zijn af te betalen, zegt Lex van Teeffelen, lector Ondernemerschap van de Hogeschool Utrecht, die ieder kwartaal een panelonderzoek doet onder 8500 MKB-bedrijven. Volgens Van Teeffelen heeft de laatste lockdown er “sterker ingehakt” dan eerdere lockdowns. Politiek en consument moeten actie ondernemen anders dreigt een kaalslag in het MKB.
‘We mogen weer!’ De versoepelingen die dit weekend ingaan, worden alom met luid gejuich ontvangen. Bij veel ondernemers in de horeca en detailhandel is er zeker blijdschap dat de deur weer helemaal open mag. De financiële situatie van veel bedrijven is echter dusdanig penibel dat het nog maar de vraag is of de deur ook open kan blijven.
Robbert Vermeer, eigenaar van Brug 34, een café-restaurant in de Utrechtsestraat in Amsterdam en voorzitter van de ondernemersvereniging van deze winkelstraat, weet als geen ander dat er achter de gastvrije glimlach van de meeste ondernemers zeer veel zorgen schuilgaan. Robbert typeert de Amsterdamse Utrechtstraat als een authentieke straat, die zich in de jaren voor corona goed heeft ontwikkeld. Een belangrijke factor is dat veel eigenaren van de winkels nog zèlf in de zaak staan. De panden zijn relatief ondiep en lenen zich ‘gelukkig’ niet voor grote bedrijven, zegt hij. Er is een heel divers aanbod, met bijzondere speciaalzaken, waarvan bijvoorbeeld de platenzaak Concerto en schoenenwinkel Zwartjes in de verre omtrek bekendheid genieten. Wat ook helpt is dat de straat een relatief hoge horecadichtheid heeft. De winkeliers wisten zich dan ook staande te houden tegenover de opkomst van het online shoppen. Maar makkelijk is dat niet. “Hoe kun je als lokale kledingzaak concurreren met een webwinkel, die de spijkerbroek, vaak gratis, bij de klant aan de deur brengt? En die het ook, zo goed als gratis, weer op komt halen wanneer het artikel niet bevalt?” is een vraag die Vermeer bezighoudt.
Klappen
En toen kwam corona. De horecaondernemers en winkeliers kregen flinke klappen te verwerken. Met iedere nieuwe maatregel schikten ondernemers, ‘in het belang van de volksgezondheid’, weer in, als ze niet kopje onder gingen. Bijgaand overzicht laat zien hoe dramatisch de omzetontwikkeling de afgelopen twee jaar voor de horeca is geweest.
“In Amsterdam werden we extra hard getroffen,” stelt Vermeer. “Toeristen en dagjesmensen bleven weg. In deze buurt zit ook een aantal grote kantoren, bijvoorbeeld van Booking.com. Hun personeel, dat kwam lunchen of een boodschapje kwam doen, moeten we ook al 2 jaar missen omdat ze verplicht thuiswerken.”
Ondertussen liepen de huur en ander vaste lasten gewoon door, moest personeel uiteraard ook doorbetaald worden en raakte het publiek nóg meer gewend aan online shopping. ING Research berekende dat de lockdowns in 2020 en 2021 de online verkopen een enorme boost hebben gegeven, met groeipercentages van 44% resp. 29%, waarvan 60% plaatsvindt via pure webshops zoals Bol.com, Coolblue, Amazon en Wehkamp.
Schulden
De steunmaatregelen van de overheid boden veelal maar een beperkte compensatie van de misgelopen omzet en dienen deels te worden terugbetaald. Eind januari hadden ruim 264.000 ondernemers een totale openstaande belastingschuld van ruim 18,7 miljard euro, meldde staatssecretaris van Financiën Van Rij aan de Kamer. Vanaf oktober moet deze schuld in 60 maanden worden terugbetaald. Uit eerder onderzoek van het CBS en ABN Amro bleek dat de schuld die restaurants hebben uitstaan gemiddeld gelijk is aan het door hun behaalde resultaat over 2019. Voor schoenen- en kledingwinkels ligt de gemiddelde belastingschuld nog veel hoger. Daarnaast moeten ondernemers vanaf 1 april weer op tijd de belasting betalen.
Maar het gaat niet alleen om de belastingschuld. Ondernemers zijn ook op andere plekken schulden aangegaan, hebben ingeteerd op het vermogen in de zaak of hebben privévermogen aangewend. Uit de Kleinbedrijf Indexcijfers - een panelonderzoek met 8.500 kleinbedrijf-ondernemers gedaan door Qredits, ONL en Hogeschool Utrecht - blijkt goed dat het kleinbedrijf het financieel moeilijk heeft. Hogere schuldposities en het interen op het eigen vermogen zorgen voor een lage weerstandsindex: 77% van de ondernemers heeft een solvabiliteit (eigen vermogen als percentage van het totaal vermogen) lager of gelijk aan 20%. Verder laat het onderzoek zien dat 36% van de ondernemers een inkomen heeft dat onder het bijstandsniveau zit.
Lex van Teeffelen, lector Ondernemerschap aan de Hogeschool Utrecht licht toe: “We komen ieder kwartaal met nieuwe cijfers. Volgende week publiceren we over kwartaal vier van 2021. Ik kan alvast wel vertellen dat deze cijfers een somber beeld zullen laten zien. Het lijkt dat de laatste lockdown er sterker in heeft gehakt dan eerdere lockdowns. Behalve de directe getroffen sectoren als retail en horeca zijn nu ook andere sectoren, als bijvoorbeeld de zakelijke dienstverlening getroffen. Ook het percentage ondernemers dat denkt binnen een half jaar zijn of haar bedrijf te sluiten is sterk gestegen – van 2,6% in Q3 naar 5,9% in Q4.
Leegstand
In de Utrechtsestraat is nog weinig verloop maar Robbert houdt zijn hart wel vast. “Die golfbewegingen van de maatregelen zijn verraderlijk. Iedere keer ga je een stapje verder. Met de kennis van nu zouden veel ondernemers al bij de eerste golf gestopt zijn”. Voor nu gaan de maatregelen in de ijskast. Het woordgebruik is veelzeggend. Het maatregelenzwaard van Damocles blijft vooralsnog gewoon hangen. Hoeveel golven zullen er nog komen? Wat betekent dit voor de gezellige binnensteden? Kan het tij nog keren? En hoe dan?
Lex van Teeffelen: “Niet alleen de ondernemers maar ook de politiek is aan zet. De schulden zijn te hoog om ooit af te betalen. Als we willen dat de ondernemers een kans maken, dan moeten we met een goed plan komen. Ik pleit voor het omzetten van de schulden in een achtergestelde lening. Dat geeft lucht en verstevigt het weerstandsvermogen waardoor bedrijven ook weer kunnen investeren”.
Vermeer pleit voor het creëren van een eerlijke concurrentiepositie: “De lokale winkelier betaalt gemeentelijke belastingen, houdt zijn stoep schoon, betaalt mee aan de feestverlichting en zorgt voor een aantrekkelijk aanbod waardoor Amsterdam een leuke bestemming is. Waarom rekenen we niet in ieder geval een bezorgbelasting voor de webwinkel?”
Naast de politiek is ook de consument aan zet. Waar wij onze boodschappen doen, waar we uit eten gaan, of we afspreken in de kroeg of thuis alles is van belang om de winkeliers en horecaondernemers te ondersteunen. Robbert Vermeer heet u graag welkom in de Utrechtsestraat, maar roept vooral op om de komende tijd de lokale ondernemers bij u in de buurt te blijven steunen.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?