Nationaalsocialistische rechtspraak
💨
Datum: 27 januari 2022
Opinie
Jeroen Pols
De mainstream media en de politiek verbieden panisch elke vergelijking met de jaren dertig van de vorige eeuw. Begrijpelijk, want de overeenkomsten met toen zijn intussen niet meer te negeren. De veroordelingen van de activist Max van den B. en verslaggeefster van Onrecht TV Eline van ’t N. door de Haagse politierechter zijn als een tijdreis naar de rechtspraak onder het nationaalsocialisme.
Rond de jaarwisseling van 1932/33 bekeek de Duitse rechterlijke macht en de advocatuur de machtswisseling nog met wantrouwen en terughoudendheid. Toen op 30 januari 1933 de wijziging een feit was, ontving Hitler kort daarna felicitatiebrieven en samenwerkingsaanbiedingen van diezelfde rechters.
De buitengewone bevoegdheden die Hitler zich kort na de Rijksdagbrand toe-eigende, werden door de rechtspraak kritiekloos aanvaard als een middel om de vermeende noodtoestand te bestrijden. Vooraanstaande rechtsgeleerden pleitten zelfs voor verdere bevoegdheden zodat Hitler zonder steun van het parlement wetten kon intrekken en aanpassen, de zogenaamde Machtigingswet.
Het strafrecht diende volgens de nieuwe normen de gemeenschap te beschermen tegen ondermijning van volksvijanden en de opgelegde straffen moesten vooral een afschrikkende werking hebben. De rechtspraak trad keihard op tegen politieke tegenstanders.
Dit aangescherpte justitiële beleid kwam ook tot uiting in de opheffing van het analogieverbod, zodat een handeling waarvoor geen straf in een afzonderlijke wet was voorzien, nu ook door een soortgelijke wet kon worden bestraft. De delictsomschrijvingen werden zo ruim geïnterpreteerd dat ze bijna alle mogelijke feiten konden omvatten.
Afgelopen week stonden Max en Eline wegens bedreiging voor de politierechter nadat hij met een fakkel voor het huis van Sigrid K. stond met de vraag of zij met hem wilde praten. Ook riep hij “weg met NSB’ers”, een verwijzing naar de opeenstapeling van bewijs dat Kaag in samenwerking met buitenlandse partners deelneemt aan een geplande machtsgreep. Eline legde dit tafereel vast. Uit de beelden blijkt duidelijk dat Max naar het huis van Sigrid K. kwam om zijn protest te uiten. Zijn gekozen methode was misschien onhandig maar hij maakte gebruik van een grondwettelijk recht. Het is namelijk in beginsel niet verboden om voor de woning van een gezagsdrager te demonstreren.
Volgens vaste jurisprudentie is voor een bewezenverklaring van bedreiging echter vereist dat de uitlatingen ‘van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn gedaan dat bij degenen tot wie zij zijn gericht, de redelijke vrees ontstaat dat zij slachtoffer van een misdrijf zouden kunnen worden’. Er zijn echter geen aanwijzingen dat Max een voornemen had om een misdrijf tegen Kaag te plegen. Aan de delictsomschrijving is daarmee eenvoudigweg niet voldaan.
De rechter veroordeelde Max toch tot een gevangenisstraf van zes maanden omdat voor hem geen twijfel bestaat ‘dat het een beangstigende ervaring was voor Kaag en haar gezin’. Eline die als een journalist te beschouwen is, kreeg vier maanden. Volgens de richtlijnen van het openbaar ministerie uit 2019 is in het geval van een bedreiging zonder wapens overigens een geldboete van € 250 een passende eis en het dubbele als het slachtoffer een gezagsdrager is. De aan Max en Eline opgelegde straffen zijn daarmee draconisch.
De motivering van dit vonnis had dan ook onder het nationaalsocialisme geschreven kunnen zijn. De politierechter wil met de veroordeling namelijk een signaal afgeven aan anderen ‘die denken dat er een strijd met de overheid moet worden gevoerd’. Van het filmen van de actie zou een opruiend effect uitgaan. Ook zouden de twee ‘het democratische proces’ kunnen ontwrichten.
De door de rechter opgelegde straffen kunnen alleen begrepen worden als een regelrechte bedreiging aan iedereen die het waagt op te staan tegen deze machtsgreep en tegen verslaggevers die dit verslaan. Maar we mogen natuurlijk geen vergelijkingen maken.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?