“Zolang het Westen geen regime change nastreeft, heeft het van China weinig te vrezen”
Marco Bakker
💨
China laat zich de les niet lezen
China laat zich de les niet lezen
Datum: 4 mei 2022
Geo-politiek
Claire van den Berg
Van een collectivistisch en sterk hiërarchisch georganiseerd land tot gedweeë, onmondige burgers die immer in het gelid blijven: in het Westen heerst een haast monolithisch beeld van China en zijn inwoners. Volgens schrijver en universitair docent Alexander Zwagerman, woonachtig in het noordoosten van China, behoeft dit beeld de nodige nuancering. De Andere Krant sprak hem over de China Dream, het sociaal-kredietsysteem, de zoveelste lockdown, verwestering en patriotisme. “Het idee dat het Chinese bewind wereldheerschappij zou nastreven is pure kolder.”
Reeds dertien jaar woont Alexander Zwagerman met zijn Chinese vrouw en kind op een campus van de universiteit waar hij als universitair hoofddocent lesgeeft in Vergelijkende Literatuurwetenschappen.
Hoewel deze baan hem indertijd vanuit Nederland aangeboden werd, was het naar eigen zeggen vooral het avontuur dat hem naar Oost-Azië lonkte. Momenteel is er van avontuur echter weinig sprake, sinds er in verschillende delen van China wederom ongekend strenge lockdowns zijn afgekondigd. Zo ook in de oude Rust Belt-regio van Changchun waar hij en zijn gezin, zoals veel Chinese inwoners overigens, in een afgeschermde ‘gated community’ wonen.
De beelden van met name Shanghai, waar mensen gebukt gaan onder de meest draconische coronamaatregelen, gaan door merg en been. Hoe is de situatie momenteel in Changchun?
“Wij wonen in wat ik het Drenthe van China zou noemen, dus het leven is hier bij lange na niet zo kosmopolitisch als in sommige Chinese metropolen. Het is een wat achtergestelde regio en dat merk je aan het beleid. Bij ons zijn de restricties dan ook niet zo schrikbarend streng, maar het is overduidelijk dat de rek er bij veel Chinezen na twee jaar rigide coronabeleid compleet uit is. Bij eerdere lockdowns was er vanuit de overheid meer transparantie, waardoor er nog een zeker draagvlak was. Nu is echter alles rücksichtslos dichtgegooid, met alle malaise van dien.
Een voorname reden voor het stringente beleid van de afgelopen jaren is dat een groot deel van de lokale partijtop van de Communistische Partij China (de CPC in het kort, red.) na de eerste uitbraken in 2019 ontslagen is. Ze zouden te weinig proactief gehandeld hebben. Beducht als de autoriteiten zijn voor de landelijke partijleiding, is sindsdien uit voorzorg besloten een zero-covidbeleid te hanteren. Het wemelt op straat dan ook van de ‘vrijwilligers’ die - te herkennen aan een rode armband - controleren of burgers zich aan de coronaregels houden. Niet iedere Chinees is echter a priori dociel van aard.
Mensen denken vaak dat de Chinese cultuur sterk collectivistisch is en dat Chinezen door de bank genomen onderdanig zijn, maar dat is een oversimplificatie. Het wordt categorisch onderschat hoe individualistisch en ondernemingsgezind het Chinese volk is. In tegenstelling tot Nederland is China een land met relatief weinig sociaal kapitaal. Men heeft weinig vertrouwen in mensen buiten de eigen cirkel. Tegelijkertijd heeft de gemiddelde Chinees meer fiducie in de landelijke partijtop, dan in lokale partijchefs. Lokale autoriteiten worden heel wat vaker corrupt en incompetent geacht.”
Ik kan me voorstellen dat vooral jongere generaties het overheidspaternalisme van Xi Jinping en consorten meer dan beu zijn.
“Onder studenten is het draagvlak voor de maatregelen inderdaad naar een dieptepunt gezakt. De roep tot versoepeling klinkt steeds luider. Toch is het een misvatting dat in elke Chinees – jong of oud – heimelijk een dissident schuilt. De jeugd is, mede onder invloed van ‘patriottische correcties’ in het onderwijssysteem, de afgelopen decennia merkbaar autoriteitsgezinder geworden. Het is geen toeval dat een leider als Poetin veel populariteit geniet onder jonge Chinezen.
Maar ook de studenten aan wie ik les geef nemen dikwijls geen westerse equivalent van hun naam meer aan, zoals lange tijd gebruikelijk was in het internationale verkeer. Ze zijn nu juist trots op hun Chinese naam en zien geen reden tot aanpassing. Het historisch bewustzijn is bij hen veel groter dan bij voorgaande generaties. Het belangrijkste onderwerp in het huidige geschiedenisonderwijs is de zogeheten ‘eeuw der vernedering’ die in 1839 begon toen Groot-Brittannië de eerste opiumoorlog vocht tegen keizerlijk China. Deze eindigde pas in 1949 met het uitroepen van de Volksrepubliek. Dit donkere hoofdstuk uit de Chinese geschiedenis heeft het collectieve blikveld zowel verruimd als vernauwd.”
Heeft dat geleid tot wat in het Westen vaak gezien wordt als China’s vermeende aspiraties tot wereldheerschappij en herstel van het oude Chinese Rijk?
“Het idee dat China imperialistisch zou zijn in de klassieke zin van het woord, is pure kolder. Ja, het wil oude regio’s zoals Tibet behouden. Zo zal ook Taiwan voor China altijd Chinees grondgebied blijven. Het Westen framet het echter zo dat China
ongebreidelde expansiedrift heeft en stiekem een honderdjarenplan heeft liggen dat sowieso uitgewerkt moet worden.
De feiten staven dit echter niet. Zo was de militarisering van de Spratly-eilanden, een Chinese eilandengroep waar in 2015 veel om te doen was, een evident defensieve reactie op de tig Amerikaanse vliegdekschepen die provocatief door de Zuid-Chinese Zee voeren. Idem dito voor het ‘defensiepact’ dat Australië, het Verenigd Koninkrijk en Amerika gesloten hebben om de macht van China in te dammen en waarvoor momenteel een miljardenorder uitstaat voor de bouw van nucleaire onderzeeërs. Ook dit is overduidelijk een anti-Chinese en offensieve alliantie.
Oh wee als de rollen omgedraaid zouden zijn en China met militair konvooi voor de Amerikaanse kust zou patrouilleren, waar overigens geen enkele sprake van is. Maar dan was de wereld te klein.
Natuurlijk wil China een zekere invloedssfeer behouden, maar het zit hem voor hen meer in wederzijds respect tussen naties dan in ouderwets landjepik. Ik kan uiteraard niet in de ziel van de Chinese president Xi Jinping en zijn partijtop kijken, noch heb ik een glazen bol tot mijn beschikking. Maar afgaand op de biografie van het land en de retoriek van de partijtop, heeft het Westen weinig te vrezen van China. Tenminste, zolang het Westen geen ‘regime change’ nastreeft.
Je recentste boek over China heet ‘Waarom China wint’. Vanwaar deze titel?
China zit op veel fronten onmiskenbaar in de lift. De ‘China Dream’ is niet te stoppen. Natuurlijk, China wil dat China wint, maar dat zit hem veel meer in het uitgroeien tot een economisch welvarende grootmacht, dan in het realiseren van militaire superioriteit of iets in die trant.
Wat dat aangaat is de modus operandi eerder pragmatisch dan ideologisch gedreven. Het primaat ligt bij het drijven van handel en het onderhouden van goede relaties met andere landen. Evenwel wordt dit vooral intern, naar het eigen volk uitgedragen. De blik is sowieso meer naar binnen dan op de buitenwereld gericht. Het buitenlands beleid is voornamelijk voor binnenlandse consumptie.
Dat laat onverlet dat er een wijdverbreid geloof is dat het oude Chinese Rijk - ik heb het nu over de hoogtijdagen ver voor de christelijke jaartelling - de positie als bakermat van de beschaving en als culturele en economische grootmacht zal heroveren. En vergis je niet, het was eeuwenlang, zelfs per hoofd van de bevolking, het rijkste land ter wereld.
In lijn hiermee wordt het immer opgeheven vingertje van het Westen richting China dan ook breed verfoeid. Het Westen roert zich veel te veel in de binnenlandse aangelegenheden van andere landen, is een veelgehoord sentiment. En dat terwijl het Westen met de Verenigde Staten voorop, moreel flink in verval is. De Capitoolbestorming vorig jaar was voor veel Chinezen een toonbeeld van hoe een post-kapitalistisch bourgeois keizerrijk zichzelf de afgrond induwt.
Ik kan me inderdaad voorstellen dat China enigszins smalend naar het huidige Westen kijkt.
Er schuilt een zekere dubbele moraal in. Enerzijds legden ook de lockdownrellen in Rotterdam vorig jaar die op de Chinese sociale media viraal gingen, pijnlijk bloot hoe de westerse menselijke beschaving slechts een dun laagje vernis is. Althans, dat was het dominante narratief hier. Er hoeft maar iets te gebeuren in Europa en de chaos breekt uit.
Aan de andere kant zijn de Chinese nouveau riche en de Partij-oligarchen in cultureel-economische zin sterk verwesterd. Zo heb ik in de eerste jaren dat ik in China woonde aardig verdiend met het geven van westerse etiquette-les. En veel jongeren uit welgestelde gezinnen, waaronder ook de dochter van Xi Jinping, studeren aan universiteiten als Harvard en Yale, die in de regel meer aanzien genieten dan de Chinese evenknie. Dus er is een zekere culturele adaptatie. Maar dat het Westen China nu maant de banden met Rusland te verbreken en partij te kiezen, dat gaat er bij China niet in.
Je doelt nu op het Oekraïne-conflict.
China laat zich de les niet lezen waar het aankomt op hun binnenlandse dan wel buitenlandse politiek en doet dat andersom ook niet bij andere landen. Volkssoevereiniteit is ongelofelijk belangrijk voor China. En geef ze eens ongelijk. Chinese leiders hoeven maar naar de moderne geschiedenis van het Midden-Oosten te kijken om te zien hoe de Verenigde Staten ‘vrijheid en democratie’ exporteren via de loop van een geweer.
Tegelijkertijd is de Chinese regering wel zeer bevoogdend als het gaat om het knevelen van haar eigen burgers, getuige bijvoorbeeld het sociaal kredietsysteem dat in delen van China al in een vergaand stadium uitgerold is.
Het is een onontkoombaar feit dat de Chinese autoriteiten middels gezichtsherkenningssoftware en andere technologische foefjes onwaarschijnlijk veel monitoren, al verschilt het wel per regio. Privacywetgeving bestaat zo goed als niet. Als je als Chinees burger besluit om bij rood licht toch de weg over te steken, dan verschijnt het hoofd van de betreffende overtreder vrijwel meteen op een levensgroot scherm, vlakbij en inclusief naam, toenaam, adres en burgerservicenummer. Afhankelijk van het specifieke vergrijp volgen naast deze ‘naming en shaming’ soms ook nog strafpunten. Bij een lage kredietscore kun je dan bijvoorbeeld niet meer reizen met de hogesnelheidstrein, maar ben je veroordeeld tot de boemeltrein, of je toegang tot bepaalde sociale voorzieningen komt in het gedrang.
Deze ‘gamification’ van de samenleving zorgt in zekere zin voor een overzichtelijk sociaal contract: als je als burger hard werkt, je aan de regels houdt en de politiek overlaat aan de CPC, word je geen strobreed in de weg gelegd om de China Dream te verwezenlijken.
Ondanks dat de overheid hiermee een substantieel deel van de maatschappij gemonopoliseerd heeft, lijkt het grosso modo geaccepteerd te worden door het Chinese volk, zo niet breed gedragen. Wellicht is dat ook omdat het sociaal kredietsysteem mensen stimuleert om, net alsof het leven een computerspel is, niet alleen hoge scores te behalen, maar daarmee ook beloningen – lees: privileges – te ontvangen.
Werkt zo’n systeem juist niet zelfcensuur in de hand?
Zeer zeker. Mensen zijn voorzichtig met zich uit te spreken, ook dat kan namelijk letterlijk strafpunten opleveren. Krap twintig jaar geleden was er in China nog sprake van een levendig journalistiek klimaat, anno nu is daar bar weinig van over. Ook aan de universiteit waar ik werk is het lijstje met verboden onderwerpen dat jaarlijks uitgedeeld wordt aan medewerkers, steeds langer geworden. Als je zoals ik een vak geeft over de Angelsaksische cultuur en niet vrijuit kunt spreken over thema’s als persvrijheid, politiek of religie, dan creëert dat niet alleen een zeker onvrij klimaat, je kweekt er ook weinig originele geesten mee.
Dr. Alexander J. Zwagerman (1973) is lector Intercultural Awareness aan de HAN International School of Business in Arnhem. Vanaf 2009 geeft hij les aan College of Humanities and Information of the Changchun University of Technology in Changchun, in het noordoosten van de Chinese Volksrepubliek. Zijn oeuvre kent vijf Nederlandse boeken en vele artikelen. Zijn Engelse artikelen werden gepubliceerd in The Straits Times en de Financial Times. Zijn recentste boek is ‘Waarom China wint’, uitgegeven door Blue Tiger Media.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?