“Vissers worden net als de boeren met kwade opzet gesloopt”
Beeld: MKFOTOGRAFIE
💨
Andries Visser: “Er is geen ruimte voor kleine visserij, de meest duurzame vorm van visserij”
Andries Visser: “Er is geen ruimte voor kleine visserij, de meest duurzame vorm van visserij”
Datum: 17 januari 2024
Mens en Macht
Ido Dijkstra
Andries Visser uit IJmuiden gelooft dat de Nederlandse vissers, net als de boeren, doelbewust en stelselmatig kapot worden gemaakt door de politiek. De kleine visserij, ooit de trots van de sector, is door het beleid gedecimeerd. De kottervisserij leed vorig jaar miljoenenverliezen en de saneringsaanvragen van 54 kotters zijn onlangs goedgekeurd. De komst van windmolenparken op zee kan de genadeklap worden. Onze generatie zou volgens de 70-jarige beroepsvisser weleens de laatste kunnen zijn die een lekker visje op de markt kan weghappen.
Een portie kibbeling, een tong, schol of een harinkje halen op de markt. Als de ontwikkelingen zo doorgaan, is het over tien jaar niet meer mogelijk, stelt Andries Visser. “Er is dan geen grote visserijsector meer. Een visje zoals we dat nu kennen, zal te duur zijn voor de gewone man. Hooguit is er gekweekte Monsanto-vis, maar dat staat gelijk aan kankerverwekkend vergif”, stelt de IJmuidenaar, die nooit een blad voor de mond neemt. De visserijsector is eeuwenlang een belangrijke pijler geweest van de Nederlandse economie, maar dat is historie. Net als in vele sectoren blijven alleen de grote bedrijven over en wordt het de kleine en middelgrote bedrijven onmogelijk gemaakt, vertelt hij. “De visserij in zijn algemeen wordt al jaren vanuit verschillende hoeken belaagd. Allereerst is er de politiek die met onnavolgbaar beleid het voor de kleine visserij bijna onmogelijk maakt nog iets te verdienen met de vangst van vis. Ingedekt achter de term duurzaamheid en ondersteund door zogenaamd wetenschappelijke rapporten van de Universiteit van Wageningen (WUR) – dat ik het loket van Bill Gates noem - wordt geredeneerd dat wij met onze kleine bootjes het milieu om zeep helpen. Toenmalig minister van landbouw Carola Schouten heeft in 2021 duidelijk laten weten dat ze wil komen tot een kleine vloot van ultra-moderne, ultra-efficiënte kotters. Dat betekent: er is geen ruimte voor kleine visserij, terwijl dat de meest duurzame vorm van visserij is die bestaat. Het huidige saneringsbeleid zorgt ervoor dat tientallen ondernemers die geen perspectief meer zagen, hun kotter maar naar de schroot hebben gebracht. Daar zitten boten bij die nog tientallen jaren hadden meegekund. Het is ongelooflijk, ik heb vele volwassen mannen zien janken langs de kant, omdat ze hun kotter moeten laten gaan. De kottervissers die over zijn, worden geconfronteerd met zoveel bizar beleid en regelgeving waardoor ze vanzelf alsnog kapot gaan”, aldus Visser, die zegt dat hij in 2023 zijn slechtste jaar ooit heeft gedraaid.
Voor een deel moet de visserij de hand in eigen boezem steken, vertelt hij. “De pulsvisserij (een vistechniek gebruikmakend van stroomstootjes – red.) heeft de kleinschalige visserij geen goed gedaan. Om te mogen vissen op tong, de voornaamste doelsoort van zowel puls als de kleinschalige visserij, heb je naast een vergunning ook een toegewezen vangsthoeveelheid, oftewel quotum, nodig. Vaak huur je die voor bijvoorbeeld 1,50 euro per kilo. Als je de gevangen tong verkoopt voor 3 euro per kilo, hou je er dus 1,50 per kilo aan over. Omdat de pulsvissers zo enorm veel vingen, gingen ze meer quotum kopen en huren. De prijzen van het quotum schoten dus omhoog. De kleinschalige vissers die niet pulsten, vingen steeds minder en kregen dus te maken met een driedubbele strop. De prijs van de tong zakte door het stijgende aanbod, maar door de bizarre hoeveelheden die de pulsvissers vingen, was het voor enkelen toch enorm lucratief. De kleinschalige visser zag zijn bedrijf in no time in waarde dalen.”
Het zijn volgens Visser vooral de Urkers die zich van hun slechtste kant hebben laten zien. “Op Urk vind je de beste visserlui ter wereld, maar dat is meteen het probleem: er zit geen rem op. Van goed rentmeesterschap is geen sprake. Op een aantal goeien na, was het: alles wat niet van Urk komt, kan de pot op. Wij hebben als kleinschalige vissers verscheidene keren gevraagd om een pulsvrije zone, die zou dienen als een soort ‘kraamkamer’, want kleine bootjes met hun veelal passieve vistuigen hebben verwaarloosbare impact op de visbestanden. Maar dat verzoek is afgewezen.”
Pas in april 2019 verbood het Europees Parlement – na lang actievoeren van onder anderen Visser en de Franse belangenorganisatie Bloom – de pulsvisserij. “Puls had toen al voor een kaalslag op de zeebodem gezorgd. In de gebieden waar veel gepulst werd, werden na verloop van tijd enorme hoeveelheden zeesterren en krabben (aaseters) gevangen. Dat geeft aan dat er veel dood materiaal op de bodem ligt. Wij hebben daarover noodsignalen gestuurd naar bijvoorbeeld Greenpeace en de Stichting Noordzee, maar ook die zijn genegeerd.”
De kleine visserij is in de jaren na het pulsverbod niet opgekrabbeld, stelt Visser. Inmiddels wacht er alweer een nieuwe bedreiging: windmolenparken. “Er is nog veel te weinig bekend over de impact van de windmolens op het onderwaterleven, maar de signalen zijn opnieuw zeer verontrustend. Ook nu weer worden de zorgen en bevindingen uit de visserij genegeerd. De windmolenparken zijn letterlijk op de beste visgronden neergezet, nadat vissers hebben meegewerkt aan onderzoeken in die gebieden, wat voor mij duidt op kwade opzet. Net als de boeren, worden de vissers doelmatig kapot gemaakt. Zelf strijd ik met alles wat ik in me heb tegen de overheid. Ik heb meerdere rechtszaken lopen en ze doen er alles aan me kapot te maken, maar ik vecht door, voor mezelf en voor de andere vissers.”
Hij moet de laatste jaren geregeld terugdenken aan een uitspraak van zijn vader, die hem op zijn 12e al voor het eerst meenam op zee. “Hij zei al dat het mis zou gaan toen er boten met meer dan 300 pk werden toegestaan. Mijn vader zou wel eens gelijk kunnen krijgen, dat we uiteindelijk weer in roeibootjes varen om vervolgens met een emmer vis naar de boer te gaan om die te ruilen voor een emmer piepers. Als je uitzoomt, en meeneemt wat er in de landbouw gebeurt, lijkt het inderdaad de bedoeling dat we over tien jaar met zijn allen gedwongen worden om krekels te eten.”
Lees ook:
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?