Nieuws Opinie

Framing en vervreemding

Els van Veen framing
💨

Datum: 4 januari 2022
Opinie

Els van Veen


Het mooie van het beroep van huisarts heb ik altijd het laagdrempelige gevonden. Dichtbij de mensen, alle leeftijden en dan het ‘zinnig’ en ook ‘zuinig’ zorg verlenen. Dat ‘zinnig’ en ‘zuinig’ waren gevleugelde begrippen. Huisartsen in hun ‘eerste lijn’ (grofweg de zorg die buiten de ziekenhuizen wordt verleend) werden altijd als goedkope alternatieven gezien voor de relatief dure tweede lijn. De kosten voor de zorg rezen jaar na jaar verder de pan uit. 

Toen kwam corona en het vreemde was dat er opeens kosten noch moeite werden gespaard. Niet om de ic-capaciteit omhoog te brengen. Er werd geïnvesteerd in mondkapjes, anderhalvemeter-samenleving en een test-samenleving. In maart 2020 werd de regie over mijn manier van werken geheel overgenomen door het ministerie van VWS en het RIVM. Ik kon dat destijds nog wel begrijpen. Het nieuwe virus leek erg dodelijk, de Infection Fatality Rate (IFR) werd destijds nog op 3,4% geschat. Dat is hoog en dat rechtvaardigt maatregelen.
 
Maar het van bovenaf opgelegde beleid van mondkapjes, anderhalve meter afstand en testen via de GGD leidde tot vervreemdende taferelen. Vanaf juni 2020 werd er bijvoorbeeld een ‘test-samenleving’ ingericht. Mensen moesten naar een GGD (een instelling van de overheid) teststraat om uit te sluiten dat zij ‘corona hadden’. Die uitrol van een test-samenleving heeft er ruim een jaar later toe geleid dat heel veel huisartsenpraktijken eerst een ‘negatieve’ testuitslag eisen voordat mensen met luchtwegklachten naar het spreekuur mogen komen. 

Mij bevreemdde het inzetten op een ‘test-samenleving’ vanaf juni 2020. Vanaf mei 2020 was de piek op de ic’s niet zo erg gebleken als was voorspeld. Waarom zouden wij dan nu moeten ‘testen testen testen’? Dat was bepaald niet ‘zinnig’ en ‘zuinig’ én het leverde veel paniek op. Want mensen met een positieve test moesten in quarantaine en waren soms erg bang dat ze nu op de ic zouden belanden.

Wat verder bevreemdend werkte was de framing die er heerste. Zelfs vanuit de beroepsgroep van huisartsen werd ik uitgemaakt voor ‘wappie’ en ‘complotdenker’, termen die ik toen nog niet kende. Later, vanaf de uitrol van de prikcampagne kwam daar het frame ‘anti-vaxxer’ bij. Het gaf me een eenzaam en machteloos gevoel.

Ik vind het coronabeleid zoals dat wordt uitgerold door de overheid autoritair en onverdraagzaam. Deze overheid heeft geprobeerd een pandemie met een luchtwegvirus technocratisch op te lossen. Het vaccin moest de enige uitweg zijn. Kritiek mocht niet, de overheid is doof voor geluiden van bezorgde medici. 


Maar als je niet luistert naar geluiden uit de samenleving, hoe kan de overheid dan verwachten dat mensen het beleid blijven vertrouwen? Voor wat betreft de vaccins spreek ik nu vooral mensen die zich met de rug tegen de muur voelen staan. Ik heb verschillende jonge mensen gesproken die overwegen nu toch maar een prik te nemen omdat ze bang zijn dat ze straks nergens meer naartoe kunnen. 

Deze technocratische manier van problemen oplossen en het framen van critici, heeft geleid tot grote vervreemding van elkaar. Niet alleen tussen de dokter en zijn patiënt. Overal in onze samenleving is verwijdering en tweespalt ontstaan. Hoe kunnen wij hieruit geraken? 

Ik denk dat wij mensen juist allemaal gemeenschappelijk hebben dat we erbij willen horen. Dat we ons begrepen willen voelen en verbonden willen zijn met anderen. Als je beseft dat jij als mens een deel bent van het grote geheel, besef je dat die ander daar ook deel van uitmaakt. Deze visie op onze samenleving helpt mij mijn weg te vinden in de huidige situatie van technocratie en vervreemding, die van overheidswege over ons is uitgerold.


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.