“Melkveehouder verdient met moeite modaal jaarinkomen”
Michel Korndoffer
💨
In gesprek met voormalig voorzitter LTO Noord Arjan Bonthuis
In gesprek met voormalig voorzitter LTO Noord Arjan Bonthuis
Datum: 14 juli 2022
Mens en Macht
Barbara le Noble
Voorstanders van het stikstofbeleid en reductie van de veestapel, stellen dat de ‘vermogende boeren’ genoeg mogelijkheden hebben om hun activiteiten op een kleinschaliger niveau voort te kunnen zetten. Dat is een misleidend beeld, stelt Arjan Bonthuis, melkveehouder in Twente en voormalig voorzitter van belangenvereniging LTO Noord. De mogelijkheden zijn beperkt en vergen regie en maatwerk. “Als de plannen niet gewijzigd worden, dan zal het beleid tot een golf van faillissementen leiden.”
“Op papier mag een deel van de melkveehouders dan misschien miljonair zijn, hun gemiddelde jaarinkomen ligt in de meeste gevallen onder modaal. De waarde zit in het eigen vermogen, in de grond en gebouwen.” Arjan Bonthuis heeft een boerenbedrijf in Zenderen met 180 koeien, en sinds kort een zuivelmakerij, met boerderijwinkel Blije Zuivel, waar men yoghurt en kefir maakt van oermelk. Als voormalig voorzitter van LTO Noord regio Zuid-Twente is hij goed op de hoogte van de financiële feiten. “In een goed jaar maakt een boer zo’n 3 procent winst op een geïnvesteerde euro. De opbrengstprijs per liter melk is al dertig jaar onveranderd, maar de kosten zijn wel gestegen. In 1992 was de prijs per liter fl. 0,88 (guldencent) en vorig jaar was deze 0,34 eurocent. Op dit moment staat de prijs historisch hoog (0,59 cent/liter) maar deze zijn nooit gecorrigeerd of geïndexeerd op het inflatieniveau in Nederland.” De inflatie tussen 1992 en 2021 was zo’n 60 procent.
Uit onderzoek van Aveco de Bondt en Natuur en Milieu Overijssel naar de inkomenspositie van boeren in de provincie Overijssel, is gebleken dat het erg moeilijk is een rendabel bedrijf te realiseren dat in overeenstemming is met het stikstofbeleid, omdat alternatieven die het inkomen zouden kunnen aanvullen eerst forse investeringen vereisen. Een belangrijke aanbeveling uit het rapport stelde dat ingezet zou moeten worden op Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), omdat dit de transitie in de agrarische sector in gang zou kunnen zetten. Boeren worden dan betaald voor het natuuronderhoud in de regio, ter compensatie voor de reductie van de veestapel. Echter, op basis van de huidige kaart is ANLb maar beperkt mogelijk, het gevolg van keuzes in de provinciale Natuurgebiedsplannen.
Volgens een recent artikel in Follow the Money biedt de hoge melkprijs “de kans voor de boer om te verduurzamen en tegemoet te komen aan de stikstofregels van de overheid.” Een van de suggesties die in het artikel worden gedaan is de overschakeling van veeteelt naar graanproductie, zeker met het oog op tekorten als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Hoe kijkt Bonthuis hiernaar? “Het wordt wel geprobeerd, maar Nederland heeft geen gunstig klimaat voor graan. We hebben hier een zeeklimaat en te weinig zonne-uren. Een ander aspect is dat onze grond een dusdanig hoge waarde heeft dat het verbouwen van graan niet rendabel is.”
In hoeverre zouden banken een rol kunnen spelen bij de verduurzaming? Tijdens het boerenprotest in Stroe zeiden veel boeren dat er effectieve technische oplossingen zijn, maar dat deze ook behoorlijk kostbaar zijn. Onlangs werd een boer met verduurzamingsplannen door de Rabobank weggestuurd, want de bank wilde hem alleen financieren als hij op zou schalen. “Dat kun je die bank niet kwalijk nemen”, zegt Bonthuis. “Een bank maakt een afweging op basis van een verdienmodel en risico’s. In onze sector draait het allemaal om noodgedwongen kwantiteit, en een bank kun je niet kwalijk nemen dat het op basis van commerciële belangen beslissingen neemt. Rabobank voert gewoon het beleid uit van de overheid.”
Hoewel investeren in technische maatregelen kostprijsverhogend is, gelooft Bonthuis in circulaire oplossingen waarmee de mest kan worden verwerkt. De ‘stikstofkraker’ Gazoo kan tot wel 80 procent stikstof reduceren. “Niet alleen de uitstoot wordt verminderd maar uit de koemest worden mineralen gefilterd, waardoor fosfaat, kalium en stikstof afzonderlijk opgeslagen kunnen worden. Deze kunnen opnieuw worden gebruikt, bijvoorbeeld voor bemesting, waardoor minder kunstmest nodig is.” Het zou ongeveer 3 miljard euro kosten om alle veehouderijen te voorzien van zo’n innovatief apparaat. Ze mogen dan niet zwemmen in het geld. De boeren zijn rijk aan ideeën, denken mee over oplossingen en hechten waarde aan de natuur en het noaberschap. Bonthuis: “Dit beleid heeft zoveel gevolgen voor iedereen in deze regio. Als de plannen ongewijzigd blijven, dan redden de boeren het niet, en dit raakt 35.000 mensen in Twente alleen al. Achter ieder boerenbedrijf staan zo’n vijf gezinnen.”
In de gebieden waar een productiedaling wordt verwacht, dreigt werkeloosheid en plattelandsontvolking. Maar omscholen is geen optie, stelt Bonthuis. “Boer word je niet, een boer dat bén je.”
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?