“Yannick was een aristocraat”
💨
Brecht Arnaert over Yannick Verdyck, een jaar na zijn dood
Brecht Arnaert over Yannick Verdyck, een jaar na zijn dood
Datum: 23 september 2023
Mens en Macht
Erick Overveen
In een exclusief interview met De Andere Krant deelt de Vlaamse econoom Brecht Arnaert (1981) voor het eerst sinds de tragische dood van zijn goede vriend, Yannick Verdyck (1986 - 2022), zijn verhaal met de media. Verdyck, een goud- en zilverhandelaar uit het Antwerpse Merksem, verloor vorig jaar 28 september het leven nadat hij getroffen werd door politiekogels tijdens een huiszoeking. Ondanks het feit dat de Vlaamse media hem direct frameden als “staatsgevaarlijk”, beschouwen zijn naasten, zoals Arnaert, hem juist als een empathische man die anderen wilde beschermen tegen anarchie en chaos. Terwijl het onderzoek naar de omstandigheden van Verdycks dood voortduurt, werpt Arnaert nieuw licht op diens leven met als doel een eerlijk en authentiek portret van Yannick Verdyck te schetsen. Arnaert: “Yannick Verdyck was een aristocraat”.
Brecht Arnaert (Ieper, 1981) is een in Vlaanderen bekend conservatief-libertarisch econoom en denker. Hij publiceerde vroeger voornamelijk in De Standaard en De Morgen, maar richtte onlangs zijn eigen bedrijf op: safecapital.eu. Hij helpt mensen niet alleen om hun kapitaal te laten groeien en “veilig te stellen tegen monetair onheil”, maar laat ze ook kennis maken met “een andere manier van denken” en leert ze “om hun eigen natuurlijke energie aan te wenden”. “Er zit een soeverein in elk van ons”, schrijft hij op zijn website. “Het is kwestie die eruit te halen.” Hij heeft enorm veel geleerd van zijn vriend Yannick, zo wordt duidelijk uit het interview dat wij met hem hadden.
Hoe kijk je terug op de dood van Yannick?
Het verlies van Yannick was een zware schock, die we met de vriendengroep, bestaande uit een dertigtal mensen, nog altijd aan het verwerken zijn. Het enige positieve is dat het ons ook dichter bij elkaar heeft gebracht en zijn dood ook vele mensen wakker heeft gemaakt. In Vlaanderen is men Yannick niet vergeten, en ik geef dit interview bewust in een Nederlandse krant, omdat ik graag zou zien dat men ook in Nederland goed op de hoogte is van dit voorval.
Op 28 januari dit jaar heb je in Gent een indrukwekkend eerbetoon gehouden voor Yannick. Wil je onze lezers uitleggen wat jouw relatie met hem was?
Ik leerde Yannick kennen tijdens mijn studententijd. Yannick had wiskunde gestudeerd, maar was daarmee gestopt. Hij was te geïnteresseerd in zakendoen en was er ook goed in. Ikzelf studeerde geschiedenis en publiek management. Mijn economiestudie kwam later, in Madrid. Ik moet Yannick leren kennen hebben rond 2009. Ik was toen 28, en hij 23. Vijf jaar jonger, maar eigenlijk ouder op vele vlakken. Hij was van Antwerpen en ik studeerde in Gent, maar dat was geen bezwaar. Yannick ging overal te lande naar politieke debatten. Ik denk dat hij toen al op zoek was naar wakkere geesten, want het was al vroeg duidelijk dat hij meer wist dan iedereen over de geschiedenis van het systeem waarin wij leven: edelmetalen, militaire geschiedenis en de manipulaties van centrale bankiers waren zijn forte’s. Hij was gewoon een heel schrandere man.
Tijdens die uiteenzetting weidde je uit over Yannicks filosofie en waarin jullie verschilden qua opvattingen. Persoonlijk ben ik daarvan diep onder de indruk geweest, maar misschien wil je het voor onze lezers nog eens beknopt samenvatten.
Het komt erop neer dat Yannick een man van de praktische aanpak was. Hij was ervan overtuigd dat de eigenaars van het monetaire systeem onze samenleving op een gegeven moment doelbewust in de chaos zouden storten, en naast het uitbouwen van loyale vriendschappen, gebaseerd op filosofie, vond hij vooral een praktische mindset heel belangrijk: heb je voeding in huis voor de komende zes maanden? Antibiotica? En kun je jezelf verdedigen als de politie de criminaliteit niet meer de baas kan?
Zijn grootste vrees was een Mad Max-scenario. Hij had goed bestudeerd wat er gebeurde in New Orleans, in 2005, na de orkaan Katrina. Daar was binnen de kortste keren totale wetteloosheid ontstaan, met rovende stadsbendes die moordend en verkrachtend rondtrokken. Yannick voorzag een gelijklopend scenario, en deed er alles aan om zijn buren, vrienden en kennissen duidelijk te maken dat onze samenleving eigenlijk een Potemkin-dorp was: beschaafd aan de oppervlakte, maar borrelend van angst en woede daaronder.
In het begin vond ik dat hij overdreef, maar hoe langer ik met hem praatte, hoe meer ik besefte dat hij gelijk had. Het consumentisme van onze moderne maatschappij is manisch: het moet vooral een spirituele leegte verbergen. Yannick maakte nooit de hoogdravende metafysische analyses waar ik me soms schuldig aan maak (lacht) maar ging te rade bij auteurs die dat denkwerk al eerder hadden gedaan. Hij was een grote fan van Erik von Kuehnelt-Leddihn, bijvoorbeeld, een Oostenrijkse katholieke aristocratische intellectueel die zichzelf beschreef als een ‘extreem-conservatieve oerliberaal’. Daar identificeerde hij zich mee, en hij provoceerde vanuit die inzichten dan uitgerekend socialistische studentinnen. Spektakel verzekerd. Ach, wat heb ik goeie herinneringen aan die tijd.
Waar zat jullie onenigheid dan?
Niet in de inhoud. Wel in de strategie om tot een vrije samenleving te komen. Ik zag de zijne als defensief. Dat preppen, dat was niks voor mij. Ik besefte wel dat ie ergens gelijk had, en dat onze just-in-time-delivery-maatschappij inderdaad heel broos was. Als er echt een crash van de financiële markten komt, en als je weet dat de hele industrie op krediet draait, dan kun je je inbeelden dat er binnen de kortste keren geen voeding meer te vinden is in de supermarkt. En dan wordt de massa gek. Daar had Yannick gelijk in. Maar preppen zag ik niet als de oplossing, omdat je daarmee het belangrijkste element niet controleert: die massa zélf.
Yannick was dus teveel bezig met zichzelf?
Nee, niet echt, want hij was heel begaan met zijn medemens. Maar ik vond hem naïef als het over het wezen van de macht ging. Hij ging ervan uit dat als hij maar genoeg levensmiddelen had, en de wapens om die voorraden te beschermen, hij wel weerstand zou kunnen bieden aan de bendes die de stad zouden gaan onveilig maken. Ikzelf vond dat een te gelimiteerde visie: het klopt dat in tijden van chaos de politie niet meer in staat is om de burger te beschermen. Maar wie zegt dat het tot chaos moet komen? Wie zegt dat we niet gewoon met zijn allen plots bewust kunnen worden van het feit dat men ons tegen elkaar opzet?
En het is niet dat Yannick dat niet wist. Hij wees er mij constant op dat de staat gewoon een staat van bewustzijn is. Dat de mensen niet beseffen dat het de centrale bankiers zijn die de staat hebben uitgevonden, na een hele serie van godsdienstoorlogen. Van 2007 tot 2010 was ik politiek actief voor de Nieuw-Vlaamse Alliantie van Bart De Wever, een tijd als vrijwilliger, en een tijd als fractiemedewerker in het Federaal Parlement van België, en ik geloofde toen nog rotsvast in politiek. Yannick niet. Hij stond erop dat politiek niks meer is dan een pervers schouwspel van zetbazen, die aan de top via occulte genootschappen gedirigeerd worden.
En dat bezwaarde jullie vriendschap?
Helemaal niet. Ik voelde ergens dat hij wel eens gelijk kon hebben. Maar ik wilde niks weten van occulte genootschappen. Dat was fantasie voor mij. Ik geloofde in het politieke systeem: elke burger had een stem, en niet gaan stemmen was je burgerplicht niet doen. Maar Yannick bleef erop hameren dat de staat een illusie is, en elke keer dat we elkaar zagen bleef ie gewoon zijn eigenste zelf. Zagen over het belang van preppen, en opzettelijk de meest confronterende uitspraken doen, zoals daar zijn: “Democratie is de religie van fiscale slaven”. Maar altijd met een knipoog, om aan te tonen dat hij wou spelen. Je kon er niet naast kijken. Je moést in debat met hem gaan. En finaal ga je de dingen dan toch dieper onderzoeken.
Welke literatuur raadde hij jou aan?
Ach, heel veel. Webster Tarpley, Joseph Farrell, Eustace Mullins, en vele anderen. Hij had het allemaal gelezen. Hij was het ook die mij motiveerde om een Summer Seminar te volgen bij The Institute for Humane Studies, in Clemson University, South Carolina. Achteraf bekeken was dat één van de mooiste intellectuele ervaringen in mijn hele leven. Dat was in 2009. Toen leerde ik Ayn Rand kennen, en via haar Rothbard, Mises, Hayek, en via die auteurs finaal ook Jesus Huerta de Soto, bij wie ik nu een doctoraat in de Oostenrijkse School aan het afwerken ben.
Je hebt dus veel aan hem te danken?
Ja. (Is even stil)
Ik zou niet de man zijn die ik vandaag ben zonder Yannick, en niet enkel op intellectueel vlak. Ook op persoonlijk vlak. Yannick was het type kerel dat zich zou opwerpen als de kampioen van een dame in nood. Een middeleeuwse ridder, zo kun je hem het best omschrijven. Hij dacht dat wanneer je maar sterk en moedig genoeg was, je de overwinning zou behalen, ook tegen de macht. Hij trok zich niets aan van perceptie. Hij vond dat toch maar verpakking. Dat zag je aan zijn kledingstijl, zijn manier van uitdrukken, zijn soms ronduit asociale gedrag in middens waarin ieder mens normaal gezien zijn discours een beetje aanpast.
Zo zei hij ooit eens tegen een liberaal politicus die was uitgenodigd voor een debat in Gent: “Guy Verhofstadt, dat is toch een echte crimineel he?” Wij stonden aan de grond genageld, want niemand zou dat ooit durven zeggen. Maar Yannick wel. Hij was zo’n vrije geest dat hij zich niks aantrok van perceptie. Een rare snuiter, zouden de meesten zeggen. Maar wel 100 procent authentiek. En goudeerlijk. In de tien jaar dat ik zaken met hem gedaan heb (Yannick was handelaar in edelmetalen) heb ik niet één klacht ontvangen. Alles was altijd correct tot op de milligram. Yannick sprak nooit over het belang van eerlijkheid. Hij was het gewoon.
En dat inspireerde je?
Ja, want ikzelf was toen anders. Ik ambieerde een politieke carrière, en was tien keer minder authentiek dan hij. Manipulatief zelfs. Yannick was een man uit één stuk. Terwijl ik bezig was met mij te bewijzen, was hij gewoon Yannick. Ik bleef hem een rare snuiter vinden, maar ergens is hij voor een stuk altijd mijn moreel kompas geweest. Ik dacht: als je zo’n rare snuiter kunt zijn, en toch succesvol, dan moet ik mij misschien wat bijschaven. En door mijn vele gesprekken met hem over macht en recht kwam ik ook meer en meer onder de invloed van zijn romantische kijk op de zaken.
Romantisch?
Ik bedoel eigenlijk idyllisch. Of toch romantisch, ik weet het niet. Ridders en kastelen. Dat was zijn ding. Wat we nodig hadden was een duel op eer tussen twee koningen, waarna de vrede over het land zou nederdalen. Ik trek het nu op flessen, want dat zei hij niet, maar hij dacht wel in die termen. Eigenlijk was hij weggelopen uit Lord of the Rings. Ser Jorah. Zo zag ik hem. En dat had zo’n invloed op mij dat ik dacht: zo’n mensen bestaan echt. “De Terugkeer van de Koning”, mijn essay uit 2017, is zonder enige twijfel door hem geïnspireerd.
Op welke manier dan precies?
Het was heel raar. Het is alsof hij de toekomst zag, maar die niet expliciet wou vertellen. Hij wou dat je de principes van een rechtvaardige samenleving zelf ontdekte. Om een voorbeeld te geven: zijn meest concrete idee was om te stoppen met het betalen van belastingen. Dat leek me inderdaad heel praktisch in termen van het breken van de macht. Maar ik kon dat niet rijmen met zijn romantiek van ridders en koningen. Libertarisme ging toch over vrijheid? Wat heeft dat nu te zien met aristocratie? Aristocratie is toch wat ons historisch onderdrukte? Ik wees hem op die inconsistentie in zijn discours, en zei dat we beter bezig konden zijn met de praktische zaken.
Toen ik dus zei dat de staatsmaffia dan achter je aan zou komen, zei hij met fonkelende oogjes: “Zie je wel dat een koning nodig is?” Hij was me dus altijd één stap voor. Hij had het fenomeen recht al lang geanalyseerd en begreep dat in dat soort zaken moderniteit eigenlijk neerkomt op perversiteit: we zijn zogezegd vrij van graven en koningen en kunnen kiezen wie ons bestuurt. Maar in wezen zijn we helemaal niet vrij, want als 50 procent van de stemaapjes in het parlement voor een wet stemt, dan kan de staat, tegen je natuurrecht in, jou beroven en zelfs gaan doden, als zij daar maar nut in zien. Ironisch genoeg is precies dat wat met Yannick is gebeurd.
Het lijkt wel een kosmisch drama?
Precies. Dat is het in mijn ogen ook. Het heeft mij heel diep geraakt. Alsof Yannick een boodschapper was van hierboven. Bijvoorbeeld: hij had het fenomeen ‘massa’ ook geanalyseerd en begreep dat de politici die wij hebben gewoon een projectie zijn van de angsten van de massa. Neem die angst weg, door mensen te laten geloven in hun eigen kracht, en dan valt ook de nood aan leiders weg. Ik besef nu pas wat Yannicks werkelijke core business was. Niet edelmetalen. Maar aan zijn vrienden laten zien dat ze niemand nodig hebben. Dat ze best alleen door het leven kunnen. Dat was psychologisch heel belangrijk voor mij, want ik had daar problemen mee. Yannick liet me zien, zonder het te zeggen, dat mijn politieke ambities eigenlijk psychologische tekortkomingen waren. Hij liet zien dat als je je eigen tekorten eerlijk aankeek de vrije samenleving, die gebaseerd is op eer, geen fabel is. Ik mis hem in het diepste van mijn wezen omdat niemand dat beter kon vertolken dan hij.
Zijn er ondertussen vorderingen in het onderzoek?
Niets. Men probeert het in de doofpot te stoppen: “het onderzoek is nog lopende”. Maar hoeveel onderzoek kan er nodig zijn? Je hebt je forensisch onderzoek, je lijkschouwing, je ballistisch rapport en je reconstructie ter plaatse. Doe er nog wat getuigenverslagen bij en misschien nog een onderzoek in zijn kennissenkring. Hoe lang is dat werk? Een half jaar, max? Maar hier zijn te veel politieke belangen mee gemoeid: wat zal blijken is dat een onschuldige burger is doodgeschoten, zonder degelijke profilering, en iemand moet daar de gevolgen van dragen. Maar dat zal nooit gebeuren. Het zou mij zelfs niet verwonderen dat dit over de verkiezingen van juni 2024 wordt getild, om zo geen enkel politiek risico meer te lopen.
Hoe ga jij nu verder?
Door zijn nagedachtenis te eren. Yannick was een aristocraat. Menselijk, met al zijn gaven en gebreken, maar wel een aristocraat. Hij stond voor recht en vrijheid. Dat zal mij mijn hele leven inspireren, en ik troost me met de gedachte dat zijn dood, en vooral zijn leven, nog velen zal wakker maken. Ik mis hem in het diepste van mijn wezen, omdat niemand de romantiek die hoort bij het verdedigen van je vrijheid zo kon vertolken als hem. Maar ik zie ook dat steeds meer mensen nu beginnen te lezen wat hij zelf ook las en ik vertrouw erop dat er in de komende jaren honderden intellectuele Yannick’s zullen opstaan, die in zijn geest de fakkel overnemen. En nee, niet om “terrorisme” te gaan plegen. Dat is belachelijk. Wie Yannick kent, die weet dat er niets dergelijks in hem zat. Bezorgdheid, dat wel. Maar sinds wanneer is dat een misdaad?
Op zaterdag 30 september organiseert de familie van Yannick een herdenkingsdienst in de Onze-Lieve-Vrouw van Smartenkerk te Merksem. Wie zijn steun wil betuigen, kan daar aanwezig zijn. Maar het is niet de bedoeling dat het een politieke rally wordt. Het is een herdenkingsmoment voor een vriend, zoon, geliefde, die er niet meer is.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?