“Willem-Alexander zou het verschil kunnen maken”
💨
KONINGSBRIEF: EEN HARTENKREET AAN POLITIEK, OPENBAAR BESTUUR EN MEDIA
KONINGSBRIEF: EEN HARTENKREET AAN POLITIEK, OPENBAAR BESTUUR EN MEDIA
Datum: 5 oktober 2023
Koningshuis
Karel Beckman
Vorige week viel er in Paleis Noordeinde een boek op de mat, speciaal geschreven voor koning
Willem-Alexander. In ‘De Koningsbrief’ roept Gert-Jan Ludden, de voormalige luitenant-kolonel en
specialist in crisisbeheersing, Willem-Alexander op om in de voetsporen te treden van zijn oma,
koningin Juliana, en “de moed te tonen om zich uit te spreken voor een nieuw mensbeeld en het
terugdringen van de rol van de wetenschapsreligie”.
De Koningsbrief’ is het levensverhaal van Gert-Jan Ludden,
opgetekend door schrijver
Hans Siepel, die ook veel voor De Andere
Krant heeft geschreven. Ludden en Siepel
zijn beide ex-topambtenaren die hard in
botsing kwamen met de bestuurscultuur
bij de overheid. “Een cultuur van leugens,
doofpotten, kleine Ego-mensjes, tunnelvisies en een kapot moreel kompas”, in de
woorden van Siepel.
Centraal in het boek staat het voornemen
van Ludden om een brief te schrijven aan
de koning. Dit naar aanleiding van het
totale falen van “de institutionele spelers” in coronatijd. Ludden vindt dat Willem-Alexander het “zwijgen moet doorbreken” en zich uit moet spreken tegen
de misdaad die is begaan ten aanzien van
“miljoenen inwoners van het koninkrijk”,
die “met een beroep op hun lichamelijke
integriteit en vrijheid van meningsuiting
afzagen van het vaccin en vervolgens door
dienaren van de Kroon zijn opgejaagd,
uitgescholden en buiten de samenleving”
zijn geplaatst.
De zwijgcultuur van de bestuurselite,
waartegen Ludden ageert, bestaat al veel
langer dan de laatste paar jaar, zo wordt
duidelijk uit het boek. Ludden heeft er al
zijn hele loopbaan mee te maken. In 1958
geboren in Enschede, kiest de christelijk
opgevoede jongen ervoor zijn vaderland te
dienen als beroepsmilitair. Niet een heel
populaire keuze midden jaren ’70. In 1980
rondt hij zijn opleiding aan de Koninklijke
Militaire Academie af als tweede luitenant. Op 26-jarige leeftijd heeft hij als
compagniecommandant een eenheid van
125 man en negentig voertuigen onder
zijn hoede. Op 34-jarige leeftijd schopt hij
het tot een van de jongste luitenant-kolonels. Ondanks deze voortvarende carrière,
wordt de weg naar de echte militaire top
afgesloten. Hij blijkt niet te passen in het
profiel van de hoogste militairen. Te kritisch misschien?
Hij komt in Den Haag terecht, op een staffunctie met als corebusiness personeelszaken. Daar gedijen zijn kwaliteiten het
beste, schrijft Siepel, in het domein van
‘de totale mens’. Tegelijkertijd ervaart
hij aan den lijve hoe binnen het defensieapparaat keer op keer, “leed, pijn, verdriet
en aangedaan onrecht door het ministerie onder het kleed worden geveegd”.
Zoals in het geval van een echtpaar dat
zijn zoon verliest door de ontploffing van
een oefengranaat, in 1983. Een jaar later
blijkt nog niemand van Defensie contact
te hebben gelegd met de familie.
Of bij de ramp met het Herculestoestel,
het vliegtuig dat op 15 juli 1996 neerstort
op vliegveld Eindhoven met een muziekkorps van de Landmacht aan boord.
Hierbij komen 34 mensen om het leven.
Ludden wordt ingeschakeld om de nabestaanden te steunen. Hij bedenkt het
seating plan voor de herdenkingsplechtigheid, waarbij hij een prominente plek
geeft aan de nabestaanden. Daar steekt de
staatssecretaris van Defensie een stokje
voor. De autoriteiten komen op de eerste
rij te zitten, de families daarachter.
Dan is er de nasleep van Srebrenica. De
dramatische val van de Bosnische enclave vindt plaats in 1995. In 1996 krijgt hij
een telefoontje. “Wil jij eens nadenken
over de nazorg voor Dutchbat III? Het is
nu ongeveer een jaar dat ze terug zijn. Ik
heb zo het gevoel dat we hen geen recht
doen.” Dat blijkt te kloppen: de militairen blijken aan hun lot te zijn overgelaten.
“Behandeld als melaatsen waar niemand
mee gezien wil worden.”
In 1998 verlaat hij de Landmacht en
wordt adviseur op het gebied van crisismanagement – het beroep dat hij tot de
dag van vandaag uitoefent en waarover
hij inmiddels verschillende invloedrijke
boeken heeft geschreven. Steeds weer,
bij de vele klussen die hij uitvoert voor
uiteenlopende instanties, ervaart hij dat
de politiek-bestuurlijke elite lak heeft aan
de ‘ervaringswerkelijkheid’ van gewone
mensen. “Hij maakt kennis met bange ambtenaren en adviseurs die meer
ja-knikken dan professionele adviezen
geven. Hij ziet hoe slachtoffers achteraan
de bestuurlijke rij moeten aansluiten.”
Van zijn vriend Hans Siepel, die in 2005
bij het ministerie van Binnenlandse Zaken op een zijspoor wordt gezet, en het
spirituele pad op gaat, leert hij dat de rot
dieper zit dan het lijkt. Voor Siepel is de
diepere oorzaak van de systeemcrisis het
eenzijdige ‘wetenschappelijke’ mensbeeld ( het ‘breinmensbeeld’) dat door
de elite is omarmd. “Over de totale mens
wordt in deze kringen met geen woord
gerept”, schrijft Siepel. “Het systeem
wordt gedragen door een set van ideeën
die, zeker de laatste decennia, meer en
meer gedicteerd worden door ‘de’ wetenschap. De wetenschap heeft zich opgewerkt tot de nieuwe poortwachter van
de werkelijkheid en waarheid.”
Iedereen die deel wil uitmaken van de bestuurselite (het ‘Bestuurlijk Institutioneel
Publiek Intellectueel Complex’) moet zich
voegen naar het wetenschapsgeloof en
het westerse breinmensbeeld, weet Siepel.
Ludden komt geleidelijk aan tot dezelfde
overtuiging. Het kost hem, als oud-militair, moeite, maar hij laat bij zichzelf “de
ongemakkelijke waarheid toe dat de overheid, ook zijn overheid, de dader is van
verregaand grensoverschrijdend gedrag”.
Als tijdens de coronacrisis de bestuurselite volledig uit de bocht vliegt, besluit
Ludden zich, min of meer uit wanhoop,
tot de koning te richten. Het staatshoofd
zegt immers in het voorjaar van 2020 dat
we ‘niet normaal moeten maken wat niet
normaal is’. Ludden slaagt erin om op 4
mei 2023, de dag voor zijn 65e
verjaardag,
zijn Koningsbrief af te ronden.
In de brief grijpt hij terug op de denkbeelden van koningin Juliana die haar jaren
al verklaarde dat het wetenschappelijke
breinmensbeeld te beperkt is, maar wier
ideeën snel taboe werden verklaard.
“Deze waarheid is nog immer een bedreiging voor de huidige machthebbers”,
schrijft Ludden.
Hij heeft aanvankelijk het plan om de brief
op Bevrijdingsdag, 5 mei, in de handen
van de koning te drukken, maar zijn
dochter heeft hem van dat voornemen
afgebracht. Het boek eindigt met de tekst
van de brief, maar vertelt niet wat daar
vervolgens mee gebeurt. Dat maakt het
einde van het boek enigszins onbevredigend. Gelukkig kunnen wij onze lezers
melden hoe het afloopt. De koning krijgt
geen brief, maar heeft de afgelopen week
het hele boek, met brief en al, per aangetekende post ontvangen.
Ludden laat weten dat hij niet heel optimistisch is over de reactie die hij kan
verwachten. Maar toch. “Als er iemand
is die het verschil kan maken, is het Willem-Alexander.”
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?